Tuesday, January 30, 2007

ALICE IN WONDERLAND

Voor vice-president Dick Cheney is de oorlog in Irak een groot succes. De vice blijft bij zijn eerdere uitspraken dat de opstandelingen in Irak aan hun laatste stuiptrekkingen toe zijn. Het blijft wat hem betreft volle kracht vooruit ook al hebben de Amerikaanse kiezers het beleid van de regering Bush over Irak in de tussentijdse verkiezingen van 7 november massaal afgestraft.

Over die verkiezingen heeft de vice-president overigens ook zo zijn eigen opvattingen. Toen Chris Wallace van Fox News (het geliefkoosde station van Cheney) hem daarover ondervroeg was zijn reactie:

Een president die een knip voor zijn neus waard is kan het zich niet veroorloven beslissingen van die draagwijdte te nemen op basis van opiniepeilingen. De peilingen veranderen van dag tot dag.

Toen Wallace hem erop wees dat het niet om opiniepeilingen maar om verkiezingen ging volhardde Cheney: de opiniepeilingen veranderen van dag tot dag, van week tot week.

Een paar weken later deed de vice-president zijn good news show nog eens over op CNN. De kritiek dat de geloofwaardigheid van Cheney en zijn baas behoorlijk is aangetast door de blunders en de misrekeningen in Irak deed Cheney af als hogwash (onzin).

Kort daarop ontstond een bitsige discussie tussen de vice-president en anker Wolf Blitzer over de zwangerschap van Cheneys lesbische dochter Mary. De Republikeinse partij van Cheney en haar Christelijk Rechtse basis zien homoseksuele relaties om het zacht uit te drukken niet zo zitten, wat de vice-president in een wat oncomfortabele positie plaatst als het om zijn dochter gaat.


Tuesday, January 23, 2007

ET TU, GEORGE?

By NICHOLAS D. KRISTOF
Published: January 23, 2007

Maybe George W. Bush is the education president after all. Whatever one thinks of his No Child Left Behind initiative, he has made the classics powerfully resonant today. So for those schoolchildren and university students out there struggling through "Moby-Dick" or the "Aeneid," take heart! They're not just about white whales or Trojan wanderers — they're also about President Bush and Iraq.

Forget the Vietnam analogy that critics of the Iraq war usually toss out. A more trenchant analysis of Iraq-style adventures appears in the histories of Thucydides, written 2,400 years ago. Great Athenian diplomats of the day, like Nicias, warned against military involvement in Sicily, calling it "a war that does not concern us," according to Thucydides. But smooth-talking neocons of the day, like the brilliant Alcibiades, said in effect that the Sicilians would welcome the Athenians with flowers. He promised that they would be treated not as occupiers but as liberators.

"We shall have many barbarians ... join us," Alcibiades declared, and he argued that the enemy would be easily defeated "rabble." "Never were the Peloponnesians more hopeless against us," he told the crowds. So the Athenians rallied around the flag and dispatched a huge force. But as Thucydides notes, they had suffered a grievous intelligence failure: they did not get the support they had counted on, and the enemy was far larger and more organized than they had anticipated. The war went badly, and eventually Athens was forced to confront two options: withdraw or escalate.

The Athenians, deciding that defeat was not an option, went with the "surge." They dispatched an additional 70-odd ships and 5,000 troops. The result was a catastrophic defeat. Thousands of Athenians were killed far from home, and others were sold into slavery. The Athenian navy was destroyed, and the double-or-nothing gambit meant that other nonaligned states sided with the Athenians' enemy, Sparta. Within a few years, Athenian democracy had collapsed, and Athens, the great city-state of the ancient world, had been conquered by Sparta.

President Bush has lent a new thrill to readers of Virgil's account of the adventures of Aeneas from Troy to Rome. A marvelous new translation of the "Aeneid," by Robert Fagles, has just been published, and critics (and Professor Fagles himself) have noted its relevance: Virgil is suddenly newsy. That's because this is a tale of war and empire, and a constant subtext is how easy it is to be uncivilized when promoting civilization.

Aeneas is an exponent of reason who at the end of the book confronts an enemy who pleads with him to "go no further down the road of hatred." Aeneas sees that the enemy is wearing the sword-belt of his slain friend, and reason dissolves into fury: "Blazing with wrath," he plants his iron sword "hilt-deep in his enemy's heart." In war, moderation is the first casualty.

Yet the single best guide to Mr. Bush's presidency may be "Moby-Dick." Melville's book is, of course, about much more than Captain Ahab's pursuit of the white whale — a "nameless, inscrutable, unearthly" symbol of all that is dark and unknown in the world. Rather, it is an allegory about the cost of obsession. Ahab has a reasonable goal, capturing a whale, yet he allows this quest to overwhelm him and erode his sense of perspective and balance. Ignoring warnings, refusing to admit error, Ahab abandons all rules and limits in his quest. Ahab finally throws his pipe overboard; he will enjoy no pleasures until he gets that whale. The fanaticism becomes self-destructive, eventually destroying Ahab and his ship.

To me at least, Melville captures the trajectory of the Bush years. It begins with a president who started out after 9/11 with immense support at home and abroad and a genuine mandate to fight terrorism. But then Mr. Bush became obsessed by his responsibility to prevent another terror attack. This was an eminently worthy goal, but Mr. Bush abandoned traditional rules and boundaries — like bans on torture and indefinite detentions — and eventually blundered into Iraq. And in a way that Melville could have foretold, the compulsive search for security ended up creating insecurity.

Melville's lesson is that even a heroic quest can be destructive when we abandon all sense of limits. And at a time when we hear the sirencalls of moral clarity, the classics almost invariably emphasize the importance of moral nuance, an appreciation for complexity, the need
for humility.

So, students, study those classics. They are timeless — and in the days of the Iraq war and Guantánamo, they have never been more timely.

Monday, January 22, 2007

QUOTE OF THE DAY

David Letterman: Bush admitted to making mistakes in Iraq and he says that he has learned from these mistakes and will do better in Iran.

MET HILLARY WORDT HET ANDERS (Of toch weer niet)


Hoeveel keer zou Hillary Clinton de afgelopen zes jaar de vraag zijn gesteld of ze president van de Verenigde Staten wil worden? Ja, dus. I am in and I am in to win zei ze zaterdagochtend op haar website. Een zaterdagochtend voor een politieke mededeling van dat formaat: Hillary breekt met de traditie. En – anders dan de andere kandidaten – noemt ze haar kandidatuur: een gesprek met de kiezer. Dat is letterlijk te nemen want Hillary begint haar campagne op het internet: ze beantwoordt in een serie video webcasts vragen van het publiek Het wordt dus nu al duidelijk dat cyberspace een nooit geziene rol zal spelen in de komende campagne.

De stijl is anders. Is de inhoud dat ook? Voor rechts en extreem-rechts in Amerika is Hillary zowat de baarlijke duivel in mensengedaante. Er zijn boekenrekken volgeschreven over de communiste, de rabiate feministe, het manwijf dat Amerika een socialistisch gezondheidssysteem wou opdringen. De Ann Coulters en de Rush Limbaughs zullen dagwerk hebben om hun afschuw over een goddeloze Clinton II in het Witte Huis - de gedachte alleen al! - van de daken te schreeuwen.

In werkelijkheid heeft Clinton de afgelopen tien jaar hard gewerkt om haar imago als pragmatische centrumpolitica aan de kiezer te verkopen. Haar grootse plannen voor de hervorming van de gezondheidszorg in de VS heeft ze opgeborgen, haar standpunt over abortus heeft ze bijgesteld, en in 2002 stemde ze vóór de oorlog in Irak. Tot dusver heeft ze dat – in tegenstelling tot tal van haar democratische collega’s - nagelaten in het openbaar te betreuren. In een uitgebreid profiel van de senator in The Atlantic Monthly onthullen haar mannelijke collega’s in de Senaat dat ze – jawel – koffie haalt voor de heren en dat ze deel uitmaakt van een gebedsgroep.

De kus

Maar Clinton sleept nu eenmaal haar bagage mee. Daarin onder andere en vooral: de kus. Je ziet het nu al op de website van de extreemrechtse provocateur Rush Limbaugh: de kus zal Hillary ook in deze campagne blijven achtervolgen. Bedoeld is de omhelzing van Sufa, de vrouw van Jasser Arafat, destijds in het Witte Huis. Zou ook antisemitisme tot de erfzonden van Hillary te rekenen zijn?

De ware Hillary is één van de trouwste bondgenoten van de American Israeli Public Affairs Committee, AIPAC, de grootste en invloedrijkste zionistische lobby in de Verenigde Staten. Wellicht om de kus te doen vergeten heeft Hillary volgens Michael Massing in The New York Review of Books in de Senaat tot dusver honderd percent volgens de wensen van het AIPAC gestemd en heeft ze als beloning 80000 dollar gekregen voor haar herverkiezingscampagne in november vorig jaar. Hillary is onvermoeibaar en onwrikbaar in haar kritiekloze steun aan de Joodse staat. Tijdens de laatste oorlog van Israël tegen Libanon zei Clinton dat ze welke maatregelen dan ook (van het Witte Huis) zou steunen om Israël te helpen.

Nu de Democraten de meerderheid in het Congres hebben heroverd krijgt president Bush alsmaar meer tegenwind voor zijn oorlog in Irak. Maar het zal buitengewoon interessant worden te zien wat boegbeelden als Clinton en Pelosi zullen doen om de oorlog tegen Iran – die al begonnen is op het grondgebied van Irak – tegen te houden. De Democratische senator Joseph Biden waarschuwde het Witte Huis dat het niet op steun van het Congres moet rekenen voor een militair avontuur tegen Iran. Maar partijgenoot Hillary had onlangs kritiek op de regering Bush omdat die te zacht zou reageren op de nucleaire plannen van de mollahs in Teheran. Daarmee zit ze helemaal op de golflengte van Israel en van dezelfde neocons die Amerika en de wereld de oorlog in Irak hebben geschonken.

Johan Depoortere

22 januari 2007

Thursday, January 18, 2007

ER MAG AL EENS (2)

Klik op de foto om hem te vergroten. Lees de tekst!
(Met dank aan Marc Boussauw)

OP NAAR DE VOLGENDE OORLOG.

President Bush is de oorlog tegen Iran begonnen zij het voorlopig alleen op het grondgebied van buurland Irak. De Amerikaanse troepen zijn in gevechten verwikkeld tegen Al Qaeda in Irak en tegen de strijdende partijen in de inter-religieuze burgeroorlog. Een paar maanden geleden – zo zei minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice in het Congres – heeft Bush opdracht gegeven een derde front te openen: dit keer tegen Iran.

In zijn recente toespraak over de nieuwe strategie in Irak zei Bush dat de netwerken van Syrië en Iran zouden worden aangepakt en bijna gelijktijdig vielen Amerikaanse troepen een Iraans consulaat binnen in het Koerdische Irbil en arresteerden ze een vijftal Iraniërs die lid zouden zijn van de Quds-brigades – een onderdeel van de Iraanse Revolutionaire Wacht die aanslagen tegen de Amerikanen in Irak zouden helpen organiseren. Volgens Iran ging het om diplomatiek personeel.

Pundits hier in Washington vragen zich af of het incident bedoeld is om de Iraniërs te provoceren en op die manier de oorlog naar Iraans grondgebied zelf uit te breiden.

De onafhankelijke onderzoeksjournalist Seymour Hersh beschreef begin vorig jaar al in detail de plannen van het Witte Huis om Iran aan te pakken met tactische kernwapens. Een hoge ambtenaar uit de regering die nauwe banden heeft met het Pentagon vertelde Hersh dat de president er absoluut van overtuigd is dat Iran een kernbom zal maken als het regime in Teheran niet wordt tegengehouden en dat hij het als zijn historische opdracht beschouwt Iran te redden. Het past helemaal in de messianistische visie die Bush heeft van zijn presidentschap.

De USS John C. Stennis

En er zijn méér verontrustende tekenen dat het Witte Huis van Bush-Cheney zint op een vlucht vooruit. Hun taalgebruik vertoont dezer dagen opvallend veel gelijkenissen met dat in de aanloop tot de oorlog in Irak. Ook nu is er sprake van alle opties op de tafel en van de bereidheid een diplomatieke oplossing te vinden voor het conflict. Maar vorige week vertrok het vliegdekschip USS Stennis naar de Perzische Golf. Voor het eerst sinds 2003 zullen twee van die drijvende luchtbases in de regio aanwezig zijn en in Qatar en Koeweit worden Patriotraketten gestationeerd.

Admiraal William Fallon, de nieuwe bevelhebber van de Amerikaanse troepen in Irak en Afghanistan

Ook de benoeming van een admiraal aan het hoofd van de troepen in het Midden-Oosten doet bij velen de alarmbel rinkelen. Stephen Hadley, de chef staf van het Witte Huis weigerde onlangs in het Congres met zoveel woorden te bevestigen dat de oorlog tegen Iran binnen de grenzen van Irak zou blijven.

De beslissing van Bush om méér troepen naar Irak te sturen is zwaar schatplichtig aan de ideologie van het American Enterprise Institute, de Heritage Foundation en andere neocons die destijds hard voor de oorlog in Irak hebben gelobbied. Van hen is bekend dat ze die oorlog altijd in het kader hebben gezien van een grootse hervorming van het Midden Oosten onder Amerikaans-Israëlische hegemonie. Het grootste obstakel voor de realisatie van die droom is Iran en daarom staat regime change bovenaan de neoconservatieve agenda. De neocons worden ongeduldig en zien het uitblijven van concrete actie tegen Iran als een teken van zwakte van de regering Bush.

Het probleem voor Bush is de uitslag van de Congresverkiezingen in november. Met een Democratische meerderheid in het Huis en de Senaat heeft hij het al lastig genoeg om zijn plannen voor Irak verkocht te krijgen, laat staan dat hij medewerking van het Congres mag verwachten voor een nieuwe oorlog.

Daarom ligt volgens de Sunday Times een nieuw scenario op tafel om Israel de klus te laten klaren. De Democraten in het Congres, die sterk onder de invloed staan van de Zionistische lobby in de Verenigde Staten zouden in dat geval zo goed als zeker hun bezwaren tegen bijvoorbeeld Israëlische luchtaanvallen moeten inslikken. Op naar de nieuwe oorlog!


Johan Depoortere
20-01-07

Zie over hetzelfde thema: Alexander Cockburn in Counterpunch.
Hij heeft het over de oorlog van de Zionistische lobby in de VS tegen het recente boek van Jimmy Carter Palestine Peace not Apartheid.

What an irony! Desperate for an end to the war, the voters hand Congress to the Democrats. Barely more than two months later Bush is kidnapping Iranian diplomats from in their consulate in Irbil, Iraq -- a calculated provocation arousing scant tumult here. Bush is also deploying a larger naval force to the Persian Gulf, as Israel plants stories about its possible recourse to nuclear weapons. Some provocation, maybe a seizure by the U.S. of an Iranian tanker, is easy to imagine in February. In the Congress, there’s barely a whimper out of the Democrats amid these terrifying prospects. It (de zionistische lobbygroep AIPAC jd) may have made a mess of its war against Carter’s book, but as a ferryman across the Styx toward Armageddon the lobby is doing a competent job.


Meer over AIPAC en de discussie over de "Joodse Lobby"

Het ophefmakende artikel van Mearsheimer en Walt

Zullen de Democraten de oorlog tegen Iran tegenhouden?




Wednesday, January 17, 2007

EEN POLITIEKE WONDERBOY

Senator Barack Obama is nog niet officieel kandidaat maar hij is nu al de sensatie van de campagne. Waar hij ook komt kan hij rekenen op een enthousiast - vaak jong publiek. Is hij kandidaat of niet? Gisteren zette hij de deur voor een gooi naar het presidentschap een heel stuk verder open.

In de komende paar weken zal ik met mensen in heel het land praten zei hij in een toespraak via zijn website.

Door een verkennend comite op te richten kan de kandidaat nu officieel fondsen werven voor zijn verkiezingskas, maar vooral: hij haalt nu tenminste twee keer de headlines. Op tien februari zal hij officieel aankondigen dat hij kandidaat is.

Obama zou de eerste zwarte president worden. Hij is de zoon van een Kenyaanse immigrant en een blanke moeder. Hij is met zijn 45 jaar de jongste kandidaat en hij is een relatieve nieuwkomer in de politiek: hij is pas twee jaar geleden voor het eerst verkozen als senator voor de staat Illinois. Hij heeft met andere woorden geen of nauwelijks politieke baggage en dat is in de deze campagne waarschijnlijk net een groot voordeel. Vergelijk met Hillary Clinton: zij heeft ervaring zat maar dat kan haar juist parten spelen. Zij stemde voor de oorlog in Irak, Obama was van bij het begin tegen.

Obama is een nieuwe figuur en dat trekt velen aan. Zij ster rees voor het eerst aan het politieke firmament toen hij twee jaar geleden de Democratische conventie toesprak. Een politieke vedette was geboren.
Zijn speech op de Nationale Democratische conventie was verbluffend zegt deze man, een leraar die in de rij staat voor een boekhandel waar Obama zijn bestseller komt signeren. Wat hij zei was verbluffend, de man is verbluffend en alles wat we van hem horen en lezen zegt ons dat dit een heel bijzonder iemand is.

Zijn boek: De Vermetelheid van de Hoop gaat als zoete broodjes over de toonbank. De boodschap is: We zijn allen Amerikanen, laten we over de partijgrenzen heen samen naar oplossingen zoeken.

Met het boek wil ik ons eraan herinneren dat we gemeenschappelijke waarden en idealen hebben, zegt Obama. Die kunnen ons samenbrengen en dan kan we praktische stappen zetten om het land vooruit te helpen.

Het is een boodschap die aanspreekt na zes jaar uiterst bittere partijdigheid in politiek Washington. De regering Bush heeft ideologie een slechte naam gegeven en ook daarom spreekt een pragmaticus en een gematigde Democraat als Obama veel Amerikanen aan.

De vraag is natuurlijk of dat genoeg is om het Witte Huis te halen. Een zwarte president: de meeste Amerikanen zeggen wel dat ze daar geen bezwaar tegen hebben, maar velen zullen in de anonimiteit van het stemhokje wellicht anders handelen dan ze tegen een opiniepeiler zeggen.

Maar intussen is Barak Obama nog altijd een stijgende komeet. Zijn naam is in het nieuws, zijn boek staat in de bestellerlijsten, er zijn websites en er is zelfs een Obama-Song.

Voor de democraten is Obama een Godsgeschenk maar de verkiezingsstrijd is nog lang. Obama is een nieuw product - maar zal hij dat over tweejaar nog zijn?


AUDIO: BARACK OBAMA

Lees Maureen Dowd (New York Times) over Barack Obama.

Of klik hier

Monday, January 15, 2007

WAT ZOU BARNEY DENKEN?

President Bush heeft besloten de oorlogsvlammen in Irak verder aan te wakkeren. Vrijwel iedereen vindt dat een slecht idee: 61% van de Amerikanen, de Democraten en een deel van de Republikeinen in het Congres, de overgrote meerderheid van de pundits en de specialisten terzake, journalisten die het terrein kennen, de meerderheid van de militaire top, de Baker- Hamiltoncommissie en zelfs de Iraakse regering die verondersteld wordt soeverein en autonoom te beslissen over de toekomst van het land.

Het plan om méér dan 20000 soldaten ter versterking naar Bagdad en de Anbarprovincie te sturen komt uit de koker van dezelfde figuren die destijds zo hard hebben gewerkt om het idee van een oorlog in Irak en de verwijdering van Saddam Hoessein aan het Amerikaanse publiek en de wereld te verkopen: de neocons en de ultraconservatieve denktanks als het American Enterprise Institute of het Hudson Institute. Aan media-zijde werd en wordt het offensief ondersteund door William Kristol van de Weekly Review, één van de luidruchtigste spreekbuizen van de neocons.

William Kristol: popsociologie
Vrijwel alle veronderstellingen en uitspraken van deze lieden over Irak zijn fout gebleken: de massavernietigingswapens, de voorspelling dat de Amerikanen als bevrijders zouden worden verwelkomd, dat de olie-inkomsten voor de bezetting zouden betalen, dat een minimum aan troepen nodig zou zijn om Irak te pacificeren. Op al die punten en nog veel meer hebben de neocons (en de regering Bush) de bal grondig misgeslagen met tragische gevolgen voor de Iraakse bevolking en de Amerikaanse jongeren die de vleesmolen werden ingestuurd. Een cakewalk zou het worden zei één van de adviseurs van de voormalige minister van defensie Donald Romsfeld toen de oorlog nog moest beginnen. De bezorgdheid dat Irak wel eens uit mekaar zou kunnen vallen en dat de situatie kon ontaarden tot een burgeroorlog tussen Soenni’s en Sjia’s noemde Kristol popsociologie. Irak had immers een seculiere traditie wist hij.

Een aantal van die neocons hebben intussen hun standpunt bijgesteld of een laag profiel aangenomen. Niet zo het Enterprise Institute. Frederick Kagan, een militaire historicus van de denktank en de gepensioneerde generaal Jack Keane hebben het op zich genomen om de Surge – het codewoord voor wat anderen escalatie noemen – te spinnen. Ze werden naar het Congres gestuurd om het idee aan de verkozenen van het volk te verkopen. Met weinig succes zoals bekend. Hun meest overtuigde bondgenoot daar is de gentleman from Arizona, senator John McCain, de gedoodverfde Republikeinse presidentskandidaat voor 2008.

John McCain (Republikein Arizona)
McCain is een gevierde Vietnamheld die tot dusver het imago van “gematigde republikein”cultiveerde. Nu zit McCain stevig in het kamp van de haviken en dat hoeft niet te verbazen want de veteraan en ex-krijgsgevangene heeft altijd al de zijde gekozen van hen die vinden dat de oorlog in Vietnam verloren is door de politici die onder druk van de publieke opinie weigerden méér troepen naar Zuid-Oost Azië te sturen.


Het moet gezegd: niet alle pundits en Irakspecialisten vinden de nieuwe strategie van Bush over de hele lijn slecht. Voor het eerst wordt er ernstig werk gemaakt van reconstructie en de opbouw van de civiele maatschappij. Het plan zou ook een aantal van de grootste blunders uit het verleden rechtzetten: bijvoorbeeld een herziening van de de-Baathificatie. Dat was nog zo een briljant idee van de neocons, uitgevoerd door Paul Bremer, de eerste Amerikaanze onderkoning na de invasie. Ook het militaire gedeelte van het plan: de strategie van counter-insurgency, krijgt goede punten van een aantal militaire experts. Het idee is bedacht door de nieuwe opperbevelhebber in Irak, generaal David Petraeus, een soort intellectuele en militaire wonderboy van wie mirakels worden verwacht.


Het probleem is dat de uitvoering van al die mooie plannen niet alleen drie jaar te laat komt maar bovendien afhangt van de medewerking van de regering Maliki. De hele nieuwe strategie valt of staat met de beloften die Maliki in het verleden herhaaldelijk heeft afgelegd maar nooit heeft gehouden. Van Maliki blijven de Amerikanen verwachten dat hij nationale verzoening nastreeft en de Sjia-milities aanpakt. Na de executie van Saddam die meer op een lynching dan op gerechtigheid leek moet het wel duidelijk zijn hoe de heer Maliki (lid van de terroristische en door Iran gesteunde Dawapartij) in werkelijkheid denkt over verzoening en onpartijdigheid. Nauwelijks langer dan een maand geleden schreef de chef staf van het Witte Huis Steve Hadley in een uitgelekte memo dat Mailiki het geweld in de straat niet kon of niet wou aanpakken. Was dat niet de definitie van waanzin: van dezelfde handelingen een verschillend resultaat verwachten?

Eén ding moet je Bush nageven: hij blijft consequent – koppig zeggen zijn tegenstanders - op de ingeslagen weg voortgaan. Stay the Course heette het tot voor kort al heeft het Witte Huis om public-relationsredenen besloten de uitdrukking uit de woordenschat te bannen. Maar de politiek blijft dezelfde: Volle Kracht Vooruit zei vice-president Dick Cheney kort voor de parlementsverkiezingen van 7 november wat de kiezer er ook moge over denken.
Bush herhaalde het in zijn recent interview met CBS: als het publiek tegen is moet het opgevoed worden. De commander in chief moet vaak ook de educator in chief zijn zei hij.

Ik ga door, zei president Bush bij een andere gelegenheid, al blijven alleen nog Laura en Barney mij steunen. Barney is de hond van het Eerste Echtpaar. Van Laura is bekend dat ze in het Witte Huis gelobbied heeft voor het ontslag van Donald Rumsfeld. De first Lady heeft haar zin gekregen. Wat Barney ervan denkt weten we helaas niet.


Laura met Barney en Miss Beazly










Johan Depoortere

15 januari 2007

Méér over Barney op de officële site van het Witte Huis.

De analyse van Rik Coolsaet


Bert Cornillie schreef een interessante analyse van de recente ontwikkelingen in Irak vanuit een Koerdisch oogpunt: te lezen in Uitpers of hier.


Amateurs van Amerikaanse literatuur: klik hier voor de blog van Frank Albers.

Binnenkort: deze blog ook op VRT Nieuwsnet


Monday, January 08, 2007

HET JAAR EINDIGT MET DRIE DODEN (Deel 2)

Frank Rich is één van mijn geprefereerde columnisten van The New York Times.
Dit weekend trok hij een parallel tussen de lynching van Saddam Hoessein en de begrafenis van voormalig president Gerald Ford.

Ford werd onvrijwillig president nadat zijn voorganger Richard Nixon moest aftreden wegens het Watergate-schandaal. Daardoor kreeg hij ook de afwikkeling van de oorlog in Vietnam op zijn bord (met de dramatische evacuatie van de Amerikaanse ambassade in Saigon).

Frank Rich schreef ook een schitterend boek over de manier waarop het Witte Huis de oorlog in Irak aan het Amerikaanse publiek verkocht heeft: The Greatest Story Ever Told.

Klik hier om de column van Rich te lezen.

Friday, January 05, 2007

DEAD PARROT AWARD 2006

UIT THE WASHINGTON POST 05-12-07


And now, the Monty Python Dead Parrot Award for 2006. It's always best to wait till the very end of the year before declaring the winner of this prestigious spinmeister award -- given in honor of the iconic scene in which Michael Palin, as a pet-shop owner, insists that the obviously dead parrot he just sold John Cleese's character is merely napping.

And, sure enough, the winning entry came in on Dec. 28, when CNN's Ed Henry interviewed White House homeland security adviser Frances Fragos Townsend.

Henry pressed her to admit that the administration's failure to kill or capture Osama bin Laden in the past five years was, well, a failure. She wouldn't.

"Well, I'm not sure," Townsend said. "It's a success that hasn't occurred yet. I don't know that I view that as a failure."

Leuk toch: geen mislukking maar succes dat zich nog moet voordoen!

Een knap staaltje van de virtuele realiteit in het Witte Huis van George Bush

Tuesday, January 02, 2007

LYNCHPARTIJ

Het kon niet uitblijven: de beelden van de gruwelijke ophanging van Saddam Hoessein circuleren op het Internet. Wat de Amerikaanse bezetters en het quislingregime in Bagdad de wereld lieten zien was een gekuiste versie van het gebeuren. Maar het zijn de korrelige beelden van een videotelefoon die in de Arabische wereld op het netvlies van miljoenen gebrand zullen blijven. Van de "waardigheid" die premier Maliki de slachtpartij toedichtte blijft geen zier over. Saddam wordt opgeknoopt door gangsterachtige figuren (de leren jasjes, de zwarte maskers...) Ze snauwen Saddam toe: Ga naar de hel! Ook voor wie geen Arabisch kent is te horen hoe ze de militieleider Moqtada Al Sadr aanroepen - in één adem met de profeet - en het uitdagende antwoord van Saddam die op misprijzende toon herhaalt: Moqtada...

De New York Times beschrijft in detail de laatste ogenblikken van Saddam. Volgens de Times was de Amerikaanse regering het helemaal niet eens met de beslissing van de regering Maliki om Saddam drie dagen na de bevestiging van het doodsvonnis al aan de beulen over te leveren. Een betere manier om de verzoening in het land te saboteren kun je nauwelijks bedenken, zelfs het Witte Huis van GW Bush beseft dat. Maar als het de fictie van een "soevereine Iraakse regering" hoog wou houden kon Washington weinig anders doen dan handenwringend toe te zien hoe de Iraakse Sjiïeten hun Soeennitische landgenoten nodeloos provoceerden door Saddam te berechten op één van de meest gerespecteerde Islamitische feesten, Id al-Adha.

Id al-Adha is de viering van het einde van de Hajj, de bedevaart naar Mecca, en de herdenking van het offer van Abraham die bereid was zijn zoon Ismail op bevel van Allah te doden. De symboliek is duidelijk. Voor de Soennieten is Saddam het zoenoffer, de martelaar. Maar ook juridisch is hier een en ander aan de hand. Volgens de Iraakse wet mag een doodsvonnis tijdens het Id niet voltrokken worden, maar voor de Sjiïeten gaat Id al-Adha een dag later in dan voor de Soenniten. To add insult to injury werd de voormalige dictator op zaterdagochtend gedood, toen het volgens de Sjiïetische kalender nog kon.

Om een doodsvonnis uit te voeren is een decreet nodig met de handtekening van de president en zijn twee vice-presidenten. Bovendien moet het verdict schriftelijk worden bevestigd door de voorzitter van het Hoog Gerechtshof. De Koerdische president van Irak Jalal Talibani is tegen de doodstraf en weigerde het decreet te ondertekenen. Maar op advies van rechtbank die het doodsvonnis heeft uitgesproken ondertekende Talibani een brief waarin hij verklaarde dat hij zich niet tegen de executie zou verzetten.

Hoezeer de Amerikanen op het laatste moment bezwaren kregen tegen de procedure - voor de meeste Iraki's is het George W Bush die de hele vertoning heeft geregisseerd. Tenslotte zijn het de Amerikanen die Saddam hebben opgepakt en tot enkele uren voor zijn dood hebben vastgehouden. De schuld van Saddam aan onbeschrijfelijke misdaden mag dan al aan weinig twijfel onderhevig zijn - een eerlijk proces heeft hij volgens de meeste onafhankelijke waarnemers niet gekregen.
(Lees hierover de Pakistaanse auteur en journalist Tariq Ali.)

Welke conclusie de meerderheid van de Arabieren - met uitzondering van de Sjiïeten - uit de executie van Saddam trekt wordt duidelijk als je de blog leest van Riverbend, pseudoniem voor een jonge Soennitische vrouw in Bagdad. Ze schrijft in vlekkeloos Engels en hoort dus tot die klasse van Iraki's die alles te verwachten hadden van de bevrijding van de tirannie van Saddam door de Amerikanen. Maar Riverbend is onverkort tegen de Amerikaanse bezetting van haar land gekant. Haar blogs (van zomer 2003 tot nu) zijn uitgegeven in twee boeken: Bagdad Burning I en Bagdad Burning II, waarschijnlijk het enige en in elk geval meest volledige relaas van hoe een Iraki de oorlog, de bezetting en de burgeroorlog overleeft.

Monday, January 01, 2007

HET JAAR EINDIGT MET DRIE DODEN (en dan vergeet ik Turkmenbashi nog)


Gerald Ford is heilig verklaard en zijn pardon voor Nixon vergeven.
James Brown is bij Elvis en met Saddam (nu gelukkig verenigd met zijn buddy Pinocho) hebben de Amerikaanse media hun geliefkoosde bad guy verloren.

Opvallend weinig was er in de stroom aan media-aandacht te vinden over de Amerikaanse steun aan Saddam in de jaren tachtig. De massamoord op de Koerden in 1988 was toen nauwelijks nieuws. De aanvallen met gifgas op onder andere het dorp Halabja hadden tussen 15 en 19 maart 1988 plaats. Pas op 26 maart schrijft de New York Times een nogal lauw commentaarstuk:

Washington and Moscow have to get an urgent message to Baghdad now: Stop using these weapons or forfeit outside support.

Die steun kwam er onder andere via de Chileen Carlos Cardoen, de kleinzoon van een immigrant uit het Westvlaamse Beselare. Cardoen is een verhaal op zich - stof voor tenminste één misdaad-en spionageroman met alle nodige elementen van seks, geweld en suspens. (Zie onder andere het verhaal van Jonathan Moyle, een Britse journalist die opgehangen terug werd gevonden in Hotel Carrera in het centrum van Santiago.) Hij hielp zijn vriend Pinochet uit de nood toen Edward Kennedy het Amerikaanse Congres zo ver kreeg dat het wapenleveringen aan het dictatoriale bewind verbood en Cardoen de peetvader van de inheemse Chileense wapenindustrie werd.

Door wapens en explosieven te maken en daar grof aan te verdienen kreeg Cardoen de smaak te pakken. Hij werd nauw bevriend met een andere dictator en was algauw een graag geziene gast in de paleizen van Saddam in Bagdad. Zo dik waren ze dat Cardoen de Iraakse sterke man met tederheid zijn neef noemde. Saddam had in zijn oorlog tegen Iran grote behoefte aan wat in het jargon van de handelaars in de dood anti-personnel wapens wordt genoemd: tuigen die doden op industriële schaal. Cardoen kon voldoen aan de vraag. Zijn grote hit was de fragmentatie-of clusterbom: een container die op geringe hoogte boven de grond openging en duizenden kleinere dodelijke projectielen verspreidde. Saddam maakte er met groot succes gebruik van tegen de opeenvolgende golven jonge mannen die de Ayatollahs in Teheran het slagveld en de dood instuurden.

Maar Cardoen had nog meer in zijn kast: hij leverde ook ontstekingsmechanismen speciaal ontworpen voor de chemische wapens die als in een replay van de loopgravenoorlog in het Westvlaanderen van zijn grootvader de wolken mosterdgas verspreidden met een gruwelijke dood tot gevolg. Hij bouwde een wapenfabriek in de buurt van Bagdad en er waren ver gevorderde plannen om Amerikaanse civiele Bell helikopters om te bouwen voor militair gebruik. Door de invasie van Koeweit en de Golfoorlog vielen deze mooie plannen en duigen en verzuurden de betrekkingen tussen Cardoen en Washington.

Toen ik Carlos Cardoen begin jaren 90 in Santiago ontmoette was hij nog altijd vol trots over zijn prestaties als wapenproducent- en handelaar en hij toonde met zichtbaar genoegen een model van het product dat hem onmetelijk rijk had gemaakt: de clusterbom - in Chili goedkoop geproduceerde Amerikaanse technologie. Maar over zijn banden met Pinochet en zijn neef Saddam Hoessein was hij heel wat minder praatlustig. Chili had toen al de eerste stappen gezet op weg naar het herstel van de democratie en Cardoen - nu een democraat geworden - had zich gedeeltelijk van zijn wapenactiviteiten ontdaan. Hij had zijn bedrijvigheden naar het Zuiden van Chili verkast waar hij als wijnboer een nieuw leven en een nieuwe succesvolle commerciële carriere was begonnen. Hij levert nu aan de Amerikaanse markt maar kan helaas niet komen klinken met zijn zakenpartners in de bestuurskamers in Californië.

De Amerikaanse douane en justitie ontdekten immers - rijkelijk laat - dat de Chileen met zijn export van Amerikaanse technologie naar Irak de wet had overtreden en tot op vandaag kan hij het grondgebied van de Verenigde Staten niet betreden zonder gevaar te lopen te worden gearresteerd. Maar alles wijst erop dat de regering Reagan en later die van George Bush (de oudere) wel degelijk wisten dat de wapens onder Amerikaanse licentie in Chili geproduceerd hun weg vonden naar het regime van Saddam.

Pikant is dat Robert Gates, nu minister van Defensie en toen vice-directeur van de CIA in het Congres onder vuur kwam te liggen vanwege zijn betrokkenheid bij de wapenleveringen niet alleen aan Iran (het Iran-Contraschandaal) maar ook aan Saddam Hoessein met Cardoen als middleman. Gates en de CIA hebben altijd hun banden met Cardoen ontkend.

Voor wie naar de Belgische connectie zoekt: herinner u het superkanon van Gerald Bull.
Bull was een Canadese zakenman-ingenieur die een lange-afstandskanon voor Saddam ontwikkelde (Project Babylon) toen hij bij zijn appartement in Ukkel werd vermoord - vermoedelijk door de Mossad.

Meer over Cardoen, Clusterbommen en Cabernet

How U.S. Arms and Technology Were Transferred to Iraq

Een van de betere artikels over de dood van Saddam

Zie ook: Robert Fisk The Independent


Robert Fisk: He takes his secrets to the grave. Our complicity dies with him
How the West armed Saddam, fed him intelligence on his 'enemies', equipped him for atrocities - and then made sure he wouldn't squeal

Alternatieve download