Wednesday, October 26, 2005

AMERIKAANSE DROOM

Met een beetje goede wil zou je Barbara Ehrenreich de Amerikaanse Günther Walraff kunnen noemen. Net als de Duitse activist-journalist heeft Ehrenreich er haar handelsmerk van gemaakt om zich under cover in een bepaald milieu in te werken en verslag uit te brengen over haar ervaringen. Dat leverde onder andere Nickel and Dimed op: het schokkende relaas van haar leven als dienster, schoonmaakster en caissière in de supermarkt. Ehrenreich ondervond aan den lijve dat je van die blue collar banen nauwelijks kunt leven – in het beste geval overleven door twee of zelfs drie jobs aan te pakken, een flat te delen met een kamergenoot en het verder heel sober aan te doen. Miljoenen Amerikanen bevinden zich in die situatie en hun aantal neemt toe.

In haar jongste boek Bait and Switch gaat Ehrenreich weer under cover, dit keer in de wereld van het bedrijfsleven waar ze zich een plaats probeert te veroveren in het middenkader. Bait and Switch is een term uit de reclamewereld en betekent zo iets als lokmiddel voor de verkoop: een extra-goedkoop artikel in de etalage om de klanten te lokken. Ehrenreich komt terecht in de hallucinante wereld van de werkzoekende white collar worker die er blijkbaar in veel opzichten nog slechter aan toe is dan zijn blue collar collega. Hoe wijd ook de mazen in het Amerikaanse sociale vangnet – die laatste valt niet helemaal in een zwart gat als hij zijn baan verliest. Voor het ontslagen kaderlid is er helemaal niets en wie één keer uit de boot is gevallen heeft het buitengewoon moeilijk om weer aan boord te klimmen.

In haar zoektocht naar een plekje in corporate America komt Ehrenreich tientallen collega’s werkzoekenden tegen die tot voor kort nog een ronkende titel op hun naamkaartje konden schrijven. Enkelen werden enkele dagen vóór hun ontslag nog gelauwerd en geprezen door het topmanagement. Maar als de hakbijl van de downsizing en de herstructurering toeslaat is niemand buiten schot. De voormalige manager of it-spcialist komt in een vicieuze cirkel terecht en slechts weinigen slagen erin een baan op hun vroegere niveau te bemachtigen. Het feit alleen dat je werkloos bent is een zware handicap in je zoektocht naar werk. Het woord werkloos is daarom taboe en op je curriculum heet het dan dat je in transition bent.

Geen wonder dus dat het leger armen in de Verenigde Staten onrustbarend aanzwelt. Sinds 2000 is het aantal mensen onder de officiële armoedegrens met niet minder dan vier miljoen toegenomen. In 2003 waren dat bijna 36 miljoen Amerikanen, 1,3 miljoen meer dan het jaar ervoor. Onder hen zitten veel van die white collar workers die van de sociale ladder zijn afgedonderd. Ehrenreich maakt kennis met collega’s in transition die op een leeftijd van veertig jaar of ouder noodgedwongen weer bij hun ouders zijn gaan intrekken. Het alternatief was de straat.

Ehrenreich zelf komt na bijna een jaar zoeken, duizenden e-mails, tientallen jobbeurzen en nadat ze duizenden dollars heeft gespendeerd aan job coaches, consultancy sessies en bootcamps niet verder dan welgeteld twee jobaanbiedingen. Een verzekeringsmaatschappij en een cosmeticabedrijf bieden haar een baan aan maar geen salaris. Integendeel: ze moet zelf investeren in de producten die ze zal verkopen en waarop ze dan een commissieloon kan krijgen. Geen loon, geen pensioen, geen ziekteverzekering. In één van de twee jobaanbiedingen kan Ehrenreich wel bijkomende ziekteverzekering verkopen maar zelf blijft ze totaal onverzekerd. De jobmarkt voor dit soort commission only banen is in volle expansie. De reden is duidelijk: werkgever investeert geen cent en het risico is helemaal voor de werknemer. De Dood van een Handelsreiziger is meer dan ooit actueel in het Amerika van vandaag.

Tuesday, October 25, 2005

ONBEKEND AMERIKA

Kennen we Amerika? Sinds Alexis deToqueville hebben Europeanen het land aan de andere kant van de oceaan bekeken met een mengsel van ietwat neerbuigende verbazing (de naieve Amerikaan) heimelijke bewondering (de optimistische Amerikaan), lichte jaloezie (de rijke Amerikaan) en uitgesproken ergernis (de arrogante Amerikaan). Sinds de verkiezing en de herverkiezing van de Texaan George W Bush is de balans helemaal naar de kant van de ergernis – zeg maar het afgrijzen overgeslagen: De Ugly American als het ware aan de macht en in het Witte Huis. Natuurlijk zijn de Verenigde Staten niet alleen het land van George W, Donald Trump en Bill Gates maar ook dat van Barbara Ehrenreich die in De achterkant van de Amerikaanse Droom in de huid kruipt van de miljoenen Amerikanen die met het minimumloon moeten (proberen te) overleven, Niet alleen het land van de Red Necks maar ook dat van de East Coast Liberals

In Het land dat zichzelf bemint doet Rudi Rotthier een poging om verder te kijken dan de clichés. Rotthier is één van de weinige – wellicht de enige en zeker de beste – Vlaamse beoefenaar van het journalistieke genre van de reisreportage. Eerder al maakte hij naam en faam met onder andere De Koranroute – het verslag van zijn reizen door het Midden-Oosten. Voor Het land dat zichzelf bemint reisde hij vijftien maanden van hot naar her door het immense Amerika. Hij praatte met studenten van de fundamentalistische Bob Jones University, met daklozen en lobbyisten in Washington, met Afrikaanse immigranten en aan de drank geraakte ex-militairen, met schrijvers en boekhandelaars. Het resultaat is een bont palet van kleine portretjes en meningen zogevarieerd als Amerika zelf. De meeste verhalen zijn de neerslag van toevallige ontmoetingen onderweg, vaak in de bus –of het busstation. Rotthier reist namelijk met het openbaar vervoer – of te voet en dat zorgt voor een bijzondere invalshoek. .

Van het moment dat ik je zag wandelen wist ik dat je geen Amerikaan kon zijn zegt Jaime, een Mexicaanse klusjesman die hij op een van zijn wandelingen tegenkomt. Autoloze Amerikanen zijn in regel niet blank. Pas als hij op weg is naar Florida krijgt Rotthier een groot aantal blanke medereizigers in de bus. Het zijn witten met een busexcuus: hartproblemen, rijbewijs kwijt, auto gestolen. Linda is één van hen: op haar zestigste verplicht om met de bus te reizen. Ze had een luchtvrachtbedrijf in Denver, Colorado maar toen na 11 september de luchtvaartsector in een crisis verkeerde zag ze het bedrijf dat ze zelf uit de grond had gestampt voor haar ogen ten onder gaan. Het vervolg klinkt bekend: spaarcenten opgegeten en dan op zoek naar een alternatief. Dat heeft Linda gevonden in de rijke bejaarden in Florida die haar betalen om hun auto naar huis terug te brengen nadat ze zelf gepakt en gezakt naar hun winterverblijf zijn gereden. Linda reist met de Greyhound van de ene klant naar de andere en de afgelopen maanden heeft ze meer nachten in een auto of een bus geslapen dan in een bed. De achterkant van de Amerikaanse Droom.

Barbara Ehrenreich heeft er een heel boek over geschreven. Rotthier ontmoet de auteur in haar woning op de Florida Keys, temidden van de mangrovestruiken en de naaldvissen die in de zomer uit het water opspringen. Niet direct het optrekje waar je een linkse schrijver zou vermoeden maar haar huis is gelet op de omgeving nog vrij bescheiden.
Ehrenreich steunde in de verkiezingen van 2000 presidentskandidaat Ralph Nader en hielp daarmee George W Bush aan zijn overwinning –een politieke keuze waarvoor ze openlijk het boetekleed aantrok. Kort vóór die verkiezingen dook ze drie maanden onder in de wereld van de Nickel and Dimed: de 25 tot 30 percent van de Amerikanen die letterlijk proberen te overleven op de cijfers na de komma. Voor drie keer een maand ruilde Ehrenreich haar riante villa op de Keys voor een gedeelde flat met slecht sluitende deuren of een stacaravan waarvoor ze dan telkens meer dan de helft van haar loon als dienster of rekkenvulster bij de goedkope winkelketen Walmart moest betalen. Ehrenreich kwam in haar under coveronderzoek naar de wereld van de blue collarworker op een andere planeet terecht. Werkgevers als Walmart voeren de druk op hun personeel dermate op dat meer en meer werknemers aan de kassa luiers moeten dragen omdat ze de plaspauze niet halen. En dat was onder de bloeiende economie in de Clintonjaren, waar velen nu met heimwee aan terugdenken.

Rudi Rotthier begint zijn zoektocht naar de ziel van Amerika in Philadelphia, de stad van de Broederlijke Liefde waar Thomas Jefferson zijn Declaration of Independence neerpende. Hij zit meteen in de dubbelzinnigheid die zo kenmerkend is voor God’s own Country. Jefferson had het zelf niet zo op het opperwezen begrepen maar zijn Onafhankelijkheidsverklaring wordt door fundamentalisten aangegrepen om de aanwezigheid van de Tien Geboden in rechtbanken te verantwoorden en om enkele keren per dag Gods zegen over het land af te roepen. Een slavenhouder die koudweg schrijft dat all men are created equal en dat iedereen het onvervreemdbare recht heeft op Leven, Vrijheid en het Streven naar Geluk.
Theorie en praktijk. In A people’s History of the United States doet de linkse historicus Howard Zinn schitterend uit de doeken hoe handig de Amerikaanse bovenlaag altijd is geweest in het verdoezelen van klassentegenstellingen en hoe ze tegengestelde belangen wisten onder te sneeuwen onder een dikke laag patriottisme en ronkende principeverklaringen. Jefferson ademde de geest van de Europese Verlichting, maar hij stond aan de wieg van een land waar het tot laat in de jaren zestig in sommige staten een misdaad was de evolutietheorie van Darwin te onderwijzen en waar tot twee jaar geleden homoseksualiteit tot gevangenisstraf kon leiden.

In een land waar volgens alle opiniepeilingen de meerderheid van de bevolking voorstander is van algemene ziekteverzekering kiest diezelfde meerderheid een president die wat overblijft aan openbare sociale voorzieningen wil privatiseren. Een christelijke fundamentalist in het Witte Huis verkozen door een meerderheid die op andere momenten zegt geen bezwaren te hebben tegen een wetgeving op humane levensbeëindiging. Nergens wordt de vrijheid van informatie zo geroemd als hier en nergens is de meerderheid van het publiek zo slecht geïnformeerd (Is Belgium the capital of Denmark?) Geen land ter wereld is zo geobsedeerd door gezondheid en fitheid en wellicht geen land ter wereld eet zo ongezond. Vervaldata op levensmiddelen worden in de winkel vlotjes onleesbaar gemaakt of overplakt. Toen voor het eerst een gekke koe op Amerikaanse bodem werd ontdekt volgde een indrukwekkende minimaliseringscampagne in de media: de koe kwam uit Canada, ze had geen familie binnen de landsgrenzen enz. We hebben het veiligste voedsel ter wereld verklaarde een woordvoerder van het ministerie van volksgezondheid maar een paar dagen later becijferde een van de nieuwsmagazines Time of Newsweek dat de Verenigde Staten het geringst aantal voedselcontroles uitvoert van de ontwikkelde landen.

Kunnen we Amerika kennen en bestaat er zo iets als “typisch Amerikaans?” Ik voel me soms alsof ik met behulp van één teen, gedipt in brak water, probeer de oceaan te beschrijven aldus Rotthier. Hij reist bijna de hele tijd door de veelbesproken fifty-fifty nation: stad-platteland, links-rechts. De politieke verhoudingen liggen zelden scherper dan 55-45.Voor elke Bush-fanaat vind je een Bush-hater, voor elke voorstander van de oorlog in Irak vind je een tegenstander. Een linkse die-hard als David Horowitz ziet het neoconservatieve licht en wordt op slag een icoon van rechts. Rudi Rotthier hoedt er zich voor algemene uitspraken te doen over Amerika. Hij registreert wat hij op zijn vijftien maand durende tocht tegenkomt en laat de lezer zijn conclusies trekken.

Ht land dat zichzelf bemint is buitengewoon onderhoudend en vlot geschreven. Rotthier heeft de gave om met enkele woorden een tafereel te schetsen (Linda heeft zichzelf over twee zitjes gedrapeerd) Zijn buurvrouw in de bus smukt zichzelf op: ze begint met haar teennagels,die ze knipt vijlt en schildert en baant zich vervolgens een weg naar haar hoofd, dat ze plamuurt en schildert… Jammer dat deze overigens zeer leesbare tekst te vaak ontsierd wordt door Belgicismen en verkavelingsvlaams (even later komen zijn vrouw en dochter ons vervoegen sic– fier in de betekenis van trots – quasi waar bijna wordt bedoeld, , reinigen voor schoonmaken, weerhouden etc etc). Een beetje redacteur of proeflezer had dit soort taalmisbaksels kunnen uitwieden en de lezer (of sommige lezers) een pak ergernis besparen.

Johan Depoortere
zondag 23 oktober 2005


Het Land dat zichzelf bemint
Rudi Rotthier
Uitgeverij Atlas
463 bladzijden
***

DSL
27-10-05

Saturday, October 22, 2005

WITTE HUIS IN LAST

Rust er een vloek op de tweede ambtstermijn van Amerikaanse presidenten? Zeker is dat weinig bewoners van het Witte Huis de laatste decennia veel plezier hebben beleefd aan hun herverkiezing. Ronald Reagan kreeg een overweldigend mandaat maar ging ei zo na ten onder in het Iran-Contraschandaal. Clinton had zijn Monica Lewinsky en dan was er natuurlijk Watergate, de moeder van alle schandalen die Richard – your president is not a crook – Nixon, met schande overladen, uit Pennsylvania Avenue 1600 dreef.

En nu George W. Twee van zijn naaste politieke medewerkers in opspraak, oproer in de conservatieve achterban en een gerechtelijk onderzoek tegen de twee toprepublikeinen in het Congres. Hoeft het te verbazen dat de publieke opinie de president een slecht rapport geeft? Zijn score is nu al onder veertig percent gezakt – een historisch dieptepunt dat mee te verklaren valt door de uitzichtloze oorlog in Irak, de onvrede over de hoge benzineprijzen en het geklungel na de orkaan Katrina.

Een Watergate is het zeker (nog) niet, maar het Witte Huis maakt zich duidelijk zorgen over de wending die Rovegate de laatste paar weken heeft aangenomen. De vraag is: heeft Karl Rove, de architect van al George W’s verkiezingssuccessen, de naam van CIA-agente Valerie Plame te grabbel gegooid om haar man, ex-ambassadeur Joseph Wilson te treffen? Dat zou gebeurd zijn uit wraak. In januari 2003 had president Bush in zijn State of the Union beweerd dat de voormalige Iraakse dictator Saddam Hoessein geprobeerd heeft in het Afrikaanse land Niger uranium te kopen voor het aanmaken van kernwapens. Na een trip naar Niger had ambassadeur Wilson dat in de New York Times publiekelijk weerlegd en dat viel bijzonder slecht in een Witte Huis waarvan bekend is dat het weinig op heeft met dissidente stemmen.

De speciale aanklager die al bijna twee jaar naar het CIA-lek op zoek is komt steeds dichter in de buurt van het Witte Huis, Karl Rove en Scooter Libby, de naaste medewerker van vice-president Cheney. Of er een misdaad is begaan en of Rove, Libby en anderen voor de rechter moeten verschijnen, dat blijft bij het ter perse gaan nogal allemaal in het ongewisse, maar nu al staat vast dat de zaak een verlammend effect heeft op de regering Bush. Rove en Libby zijn twee absolute zwaargewichten en volgens het weekblad Time hebben ze te kennen gegeven dat ze uit het Witte Huis vertrekken als ze in staat van beschuldiging worden gesteld.

Een andere zware klap voor president Bush zijn de juridische problemen van zijn vriend en politieke toeverlaat in het Huis van Afgevaardigden Tom De Lay. De Lay heeft ontslag moeten nemen als leider van de Republikeinse meerderheid omdat een onderzoek tegen hem loopt over het witwassen van illegale campagnebijdragen. Voor de Republikeinen komen de moeilijkheden van de Texaanse topman met verkiezingen volgend jaar in het vooruitzicht bijzonder slecht uit. De Lay is de Republikeinse Godfather die als formidabele fondsenverzamelaar afgevaardigden kan maken of breken. Zelf heeft hij er onder andere voor gezorgd dat het traditioneel democratische Texas nu stevig in Republikeinse handen is.

Alsof dat alles niet genoeg was krijgt Bush nu voor het eerst zware tegenwind uit het Christelijke kamp tegen de benoeming van Harriet Miers tot rechter in het Hooggerechtshof. Voor het eerst is het conservatieve blok verdeeld over een belangrijke beleidsbeslissing van de president. Het einde van een honeymoon.

Johan Depoortere
woensdag 19 oktober 2005