Friday, August 10, 2007

PRONOSTIEK

Nooit eerder is de campagne voor de presidentsverkiezingen zo vroeg op gang gekomen en dus wordt nu al koortsachtig gespeculeerd. Amerikanen zijn dol op statistieken en opiniepeilingen en het gonst in de media van de wildste pronostieken. Fred Thompson, de conservatieve acteur-politicus uit Tennessee, is nog niet eens officieel kandidaat maar hij staat steevast op de tweede plaats in de peilingen voor de Republikeinen, na de voormalige burgemeester van New York Rudy Giuliani en vóór John McCain en Mitt Romney die al ruim een half jaar intens campagne voeren.

Bij de Democraten blijft Hillary Clinton met ruime voorsprong op kop. In een recente nationale poll van Newsweek liet ze met 44% percent haar naaste rivaal Barack Obama ver achter zich. Hoewel Obama alle records brak in het verzamelen van campagnefondsen moest hij het met 23% stellen. John Edwards bengelt achteraan met 14%.

In de talkshows en in de kranten worden die cijfers eindeloos gewikt en gewogen. Want nationale polls vertellen niet zo heel veel over de werkelijke kansen van de kandidaten. Die mikken op de staten waar vroege voorverkiezingen worden gehouden. Als je kijkt naar de voorkeur van de kiezers in die staten ziet de pronostiek er weer heel anders uit. In Iowa bijvoorbeeld wint Obama met 27% en volgen Clinton en Edwards met 26%. Bij de Republikeinen doet Mitt Romney het erg matig in de nationale polls maar hij wint met glans in Iowa.

Mitt Romney

Voor de kandidaten bestaat de hele strategie er dus in genoeg "vroege" staten binnen te halen in de hoop daarmee momentum te creëren, dat moeilijk te definiëren begrip dat zo iets betekent als een psychologische en publicitaire voorsprong die nauwelijks nog ongedaan kan worden gemaakt. Maar de verkiezingskalender is nog volop in beweging en dat maakt de pronostiek nog hachelijker dan hij al was. En het bezorgt de strategen in beide kampen een punthoofd.

Er is namelijk een ware wedloop aan de gang tussen de staten om hun voorverkiezingen naar een steeds maar vroegere datum te verplaatsen. Van de week vervroegde South Carolina de datum voor de Republikeinse voorverkiezingen van 2 februari tot 19 januari, de Democraten volgen tien dagen later. South Carolina wil de staat zijn met de eerste primaries in het Zuiden. Dat is niet goed voor bijvoorbeeld Barak Obama die nog heel wat grondwerk te verrichten heeft om de zwarten in het Zuiden te overtuigen dat hij - een halfbloed met een Keniaanse vader - zwart genoeg is en één van hen.

Eerder al had California, de staat met de meeste kiezers, laten weten mee te willen spelen in de vroege races en verplaatste zijn voorverkiezingen van maart naar 5 februari. Op die dag - Giga Tuesday of Tsunami Tuesday genaamd - stemmen nog 19 andere staten, en niet de minste zoals New York.

Al dat gemanipuleer met de kalender heeft grote gevolgen voor New Hamshire en Iowa die volgens de traditie en hun eigen wetgeving het recht en de plicht hebben als eersten voorverkiezingen te organiseren. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat de caucus (interne voorverkiezingen in de partijen) in Iowa al in december van dit jaar plaats vinden. En dat zou tot de unieke situatie leiden dat de presidentsverkiezingen van 2008 al in 2007 zijn begonnen.

Thursday, July 26, 2007

EN DE WINNAAR IS....

Wat hebben Tom Delay, Newt Gingrich, Ted Haggard, Mark Foley en Jack Abramoff gemeen? Alle vijf zijn ze vooraanstaande leden van religieus Rechts in Amerika, ultraconservatieve Republikeinen en overtuigde fans van het Bush Witte Huis. Alle vijf moraalridders die niet nalieten met het beschuldigende vingertje te zwaaien naar al wie hun conservatieve "morele waarden" niet leek te delen. Alle vijf zijn ze de afgelopen paar jaar van hun voetstuk gevallen, veroordeeld wegens corruptie of betrokken in seksschandalen. Even het geheugen opfrissen.

205px-tomdelay.jpgTom Delay, van huis uit insectenverdelger, was tot vorig jaar de machtigste man binnen de Republikeinse Partij, bijgenaamd De Hamer. Een fondsenverwerver die congresleden en senatoren kon maken en breken. In juni 2006 moest hij aftreden als fractieleider van de Republikeinse meerderheid in het Huis wegens het vermoeden van gesjoemel met campagnefondsen en zijn banden met Jack Abramoff.

180px-abramoff_siac_20040929_2.jpg
Jack Abramoff, de superlobbyist zit een gevangenisstraf van 70 maanden uit wegens fraude en corruptie. Hij sleurde in zijn val een aantal Republikeinse kopstukken en hun naaste medewerkers mee.

ted_haggard_roae.jpgTed Haggard, tot een jaar geleden pastor van een Evangelische Kerk die banvloeken uitsprak over homoseksuelen en lesbiennes. Hij was voorzitter van de National Association of Evangelicals en in die hoedanigheid een graag geziene gast in het Witte Huis. In november vorig jaar gaf hij toe dat hij een mannelijke prostititué betaalde voor seks en drugs.

images.jpg

Newt Gingrich was speaker - voorzitter - van het Huis van Afgevaardigden van 1995 tot 1999. Hij was de drijvende kracht achter de Republikeinse Revolutie die een einde maakte aan 40 jaar Democratische meerderheid in het Congres. Hij leidde de pogingen om president Bill Clinton via de procedure van het impeachment af te zetten wegens de Monica Lewinsky affaire. Gingrich heeft onlangs toegegeven dat hij in diezelfde periode een buitenechtelijke verhouding had in Washington.

160px-mark_foley_official_109th_congress_photo.jpgMark Foley, voormalig Republikeins Congreslid met een reputatie van kruisvaarder tegen kinderporno en seksueel misbruik van jongeren. Moest aftreden toen de scabreuze inhoud bekend werd van de e-mails en sms'jes die hij naar de Congrespages stuurde: jongeren die op Capitol Hill stage lopen. Foley verklaarde zijn gedrag achteraf door zijn drankprobleem en het feit dat hij zelf als misdienaar door een katholieke priester werd misbruikt.

Nu hebben de Republikeinen lang niet het monopolie van de hypocrisie: er zijn genoeg Democraten te vinden die een scheve schaats rijden of reden maar die blazen tenminste meestal niet zo hoog van de morele toren. De vijf bovengenoemden kunnen daarom dingen naar de titel van hypocriet van de eeuw.

ap_vitter_070710_ms.jpg

Maar sinds kort hebben ze stevige concurrentie gekregen van David Vitter, een Republikeinse Senator uit Louisiana en sinds 1991 een rijzende ster in de partij. Vitter is een vooraanstaande conservatief, zeer gekant tegen abortus, het homohuwelijk en andere uitingen van moreel verval. Een paar weken geleden raakte bekend dat hij op de klantenlijst stond van Deborah Jeane Palfrey, de zogenaamde "D.C. Madam" die prostituees leverde aan de hoogste kringen van de Washingtonse politiek. Een andere klant in het telefoonboekje van mevrouw Palfrey was Randall Tobias, een onderminister van Buitenlandse Zaken die als opdracht had prostitutie uit te bannen in de Derde-Wereldlanden die Amerikaanse hulp krijgen in de bestrijding van Aids.

David Vitter was volgens de Madam van een ter ziele gegaan bordeel voor de betere klasse in New Orleans ook daar een van de goed betalende klanten. Vorige week sprak hij - in het gezelschap van zijn vrouw - zijn publieke biecht: Hij gaf toe dat hij zwaar had gezondigd en kon op die manier - althans voorlopig - zijn politieke vel redden. Maar als je het mij vraagt: geef hem die trofee!



Wednesday, July 25, 2007

INTERNETDEMOCRATIE





De CNN talking heads waren niet zuinig met grote woorden als "baanbrekend" en "revolutionair." Ze hadden het over de verkiezingsdebatten die ze in samenwerking met Youtube organiseerden en waarvan maandagavond de eerste aflevering werd uitgezonden. Het was een huwelijk tussen internet en televisie, tussen doe-het-zelf journalistiek en de mainstream media. Maar het was meteen duidelijk wie de leidende partner is in de relatie. 3000 internetgebruikers hadden een filmpje in ware Youtube-stijl opgestuurd, CNN hield er 39 van over. CNN was met andere woorden de ultieme scheidsrechter en dan was er nog altijd de grijze Anderson Cooper om ervoor te zorgen dat het debat niet "ontspoorde".

Vrijwel iedereen was het erover eens dat de vragen beter waren dan de antwoorden. De Youtubers deden hun best om de kandidaten - zeven grijze heren en Hillary in flamingo roze - uit hun cocon van diepgevroren standaardantwoorden te krijgen, maar daar slaagden ze maar zelden in. Het leverde een paar grappige momenten op, zoals toen de kandidaten werd gevraagd iets positiefs en iets negatiefs te zeggen over hun linker buur op het podium. John Edwards prees Hillary en Bill maar besloot met een commentaar op Hillary's vestimentaire keuze: dat jasje, dat weet ik niet zo. Obama, zoals steeds de verzoener nam het op voor het jasje van Hillary en Dennis Kucinich, de onvermoeibare anti-oorlogskandidaat merkte grinnikend op dat er ter linkerzijde van hem niemand op het podium stond.

Het debat zou dat niveau nauwelijks hebben overstegen waren er niet die paar beklijvende momenten - alweer op conto van de vraagstellers, niet van de beroepspolitici op het podium.
Er was die vrouw met kanker die haar pruik afnam en een kaal hoofd tentoon spreidde. Haar vraag was: Wat gaat u doen voor mensen met een ongeneeslijke ziekte en zonder ziekteverzekering. Of die vader, die zijn vraag had opgenomen in de woonkamer met drie Amerikaanse vlaggen op de achtergrond: het soort vlaggen dat de familie krijgt bij een militaire begrafenis. De man had zijn vader en grootvader in de wereldoorlogen verloren en zijn oudste zoon in Irak. Nu vroeg hij hoe de kandidaten konden verhinderen dat ook zijn jongste zoon in de Irakese vleesmolen zou verdwijnen.

Wat we te zien kregen maandagavond was dus internetdemocratie aan het werk . Of toch een beetje want de panische angst dat het uit de hand zou lopen was zowat van het gezicht van moderator Anderson Cooper af te lezen. Stel je voor dat Youtubers hun vragen ongefilterd op de kandidaten hadden kunnen loslaten, of dat ze hen hadden kunnen dwingen een duidelijk antwoord te geven. Sommige vragenstellers die een filmpje hadden ingestuurd waren ook in de zaal aanwezig en konden achteraf zeggen of ze al dan niet tevreden waren met het antwoord dat ze hadden gekregen. De meesten niet dus.

Hillary Clinton, Barak Obama

Hillary Clinton kwam ook in dit debat net als bij de vorige gelegenheden als de best voorbereide, niets aan het toeval overlatende professional naar voren. Clinton was zelfverzekerd en straalde superioriteit uit. Maar juist in dit formaat kan zich dat veeleer tegen haar keren. Haar metaalharde stem versterkt nog het imago van een harde tante, die bovendien voortdurend moet bewijzen dat ze even betrouwbaar, maar ook even rücksichtlos en cynisch kan zijn als de beste van haar mannelijke collega's. Vandaar die vraag aan Hillary of ze wel vrouwelijk genoeg is (en Obama wel zwart genoeg). Clinton probeerde de vraag weg te lachen, maar het blijft haar grote probleem: hoe mannelijk moet een vrouwelijke kandidaat zich gedragen om president van de Verenigde Staten te worden?

door Johan Depoortere | 25 juli 2007 10:00 25 juli 2007 10:00 | 0 reacties | reageer hier

JOHN McCAIN IN LAST













De campagne van John McCain is terminaal. De kandidaat voor het presidentschap, die als Republikeinse koploper begonnen is, is zo goed als failliet en hij moest tientallen campagnemedewerkers wegens geldgebrek ontslaan. Erger nog - ook zijn campagneleiders verlieten het zinkende schip. McCain zelf blijft er ogenschijnlijk de moed in houden, ook al moet hij voortaan lijnvluchten nemen in plaats van een duur chartervliegtuig. Hij zegt dat hij ermee doorgaat zo lang hij geld heeft om de benzine te betalen voor zijn campagnebus, de Recht-voor-de-raap Express.


Geldgebrek is niet het enige wat de campagne van McCain stilaan tot een hopeloze zaak maakt. McCain staat nog altijd pal achter de oorlog in Irak en de surge, de troepenversterking waarmee president Bush het tij wil doen keren. Hij komt daarmee - ook binnen de Republikeinse partij - steeds meer alleen te staan. Bovendien bevond hij zich aan de verkeerde kant van het debat over immigratie: die van het Witte Huis dat een compromis wou doordrukken voor legalisatie van de illegale immigranten gekoppeld aan een "gastarbeidersprogramma." Een meerderheid van zijn partijgenoten schoot met steun van conservatieve democraten het voorstel genadeloos af. Bovendien kunnen de ultraconservatieven binnen de Republikeinse Partij McCains bloed wel drinken. Hij mag dan al zijn openbare ruzie met de christelijke fundamentalisten hebben bijgelegd, de evangelische ultra's blijven hem vanaf de kansel verketteren.

Mc Cain bevindt zich nu weer in de positie waar hij zich het best thuis voelt: die van underdog. Dat was hij ook toen hij het in 2000 opnam tegen de gouverneur van Texas met de achternaam en het netwerk van de Bushdynastie. Hij won toen bijna - maar moest het onderspit delven na een lastercampagne waarin werd gesuggereerd dat hij de verwekker was van zijn adoptiedochter uit Bangladesh en dat zijn gevangenschap in Vietnam zijn geestelijke gezondheid had aangetast. Nu - acht jaar later - begon hij aan zijn campagne als de gezalfde opvolger van zijn vroegere rivaal en gedoodverfde Republikeinse kanshebber, en dat is een rol die de vechtjas McCain duidelijk minder ligt.

John McCain hoort tot die zeldzame soort politici die hun principes hoger stellen dan de voorbijgaande eisen van een verkiezingscampagne, maar de vraag is of de kiezers hem daar ook voor zullen belonen. De geldschieters van de Republikeinen alvast niet.

GOD EN HILLARY

Hillary Clinton

Hillary Clinton is niet bepaald de eerste aan wie je denkt als het over de Evangelicals gaat, de conservatieve religieuzen die de Amerikaanse politiek de laatste decennia zo grondig hebben beïnvloed. Wie ook maar een blik werpt op de titels van de onophoudelijke stroom boeken over Hillary krijgt veeleer de indruk te maken te hebben met een rabiate feministe, een extreem-linkse amazone, een cryptocommuniste, ja god verbiede, een atheïste. In het vocabularium van haar tegenstanders is geen etiket te gek of te buitensporig om haar te demoniseren. In werkelijkheid staat Hillary met beide benen in een religieuze traditie die teruggaat tot de 18e eeuw en die aan de grondslag ligt van de Evangelische stromingen van nu.

John Wesley

Hillary's sociale engagement is geïnspireerd door haar achtergrond van Methodistisch christendom. John Wesley, de stichter van de Methodistische kerk ijverde in de 18e eeuw al voor hervorming van het gevangeniswezen en tegen de slavernij. Carl Bernstein, de auteur van de jongste Hillarybiografie, noemt religie zelfs de belangrijkste vormende factor van haar karakter. Het blijkt ook de voornaamste drijfveer voor haar politieke ambitie en hij schrijft dat ze "alleen dank zij haar religie de opeenvolgende crises in haar huwelijk met Bill te boven is gekomen."

Nadat ze tot Senator van New York was verkozen verraste Hillary vriend en vijand door geregeld op Capitol Hill in een gebedsgroep op te duiken waar ze in het gezelschap verkeerde van diehard conservatieven en fundamentalisten als Sam Brownback, de Republikeinse presidentskandidaat die zegt niet in de evolutietheorie te "geloven." In één van de sessies gaf Brownback in een publieke biecht toe dat hij Hillary had "gehaat" en "smadelijk" over haar had gesproken. Maar nu erkende Brownback dat hij daarmee had "gezondigd" en hij vroeg publiekelijk om vergiffenis. (Het hele verhaal staat te lezen in een uitgebreid portret van Hillary in The Atlantic.)

Wie Hillary's religiositeit zag als een bocht naar rechts of een poging om haar electorale basis te verbreden vergeet dat wat ze toen deed helemaal in de lijn ligt van haar persoonlijke geschiedenis. Ook toen ze in 1995 haar intrek nam in het Witte Huis sloot ze aan bij een vrouwengebedsgroep - die ook al bevolkt werd door de echtgenotes van een aantal vooraanstaande ultra-conservatieven als de toenmalige senator Jack Kemp. Een van de leden was de vrouw van Kenneth Star, de openbare aanklager die de Clintons jarenlang het leven moeilijk maakte met zijn onderzoek naar het Whitewaterschandaal, dat nota bene nooit noemenswaardige laakbare feiten boven water bracht.

Zelf zei ze ooit: "actie voeren om het lijden te verzachten is een deel van mijn christelijke missie. Dat wordt expliciet erkend in de Methodistische traditie en daarom voel ik me thuis in die kerk." Hillary staat niet alleen met haar christelijk geïnspireerd politiek engagement. De laatste jaren is binnen de Evangelische beweging een opmerkelijke verschuiving aan de gang. Christenen die zich vanuit de bijbel zorgen gaan maken over thema's als klimaatsverandering en milieu bijvoorbeeld, of die zich verzetten tegen de doodstraf. De Hillary-haters die vooralsnog de dienst uitmaken bij de fundamentalistische christenen zullen niets onverlet laten om hun kudde te waarschuwen tegen alweer een goddeloze Clinton in het Witte Huis. Wat Hillary niet zal beletten in de verkiezingscampagne haar religieuze achtergrond in de verf te zetten in de hoop althans een deel van de christelijke achterban voor zich te winnen.

door Johan Depoortere | 16 juli 2007 11:00 16 juli 2007 11:00 | 1 reacties | reageer hier

MONEY RACE

De race naar het Witte Huis is een kostbare aangelegenheid en de kansen van elke kandidaat worden afgelezen aan de hoeveelheid campagnefondsen die hij of zij weet te verzamelen. Daarom is het elk kwartaal met spanning uitkijken naar de cijfers die de kandidaten bij wet verplicht zijn te publiceren.

Barak Obama

In termen van cash ligt bij de Democraten Barak Obama op kop. Hij is als underdog in het veld getreden maar overtreft nu zelfs de formidabele geldmachine van Hillary Clinton. Obama ruifde in het afgelopen kwartaal de recordsom van 32,5 miljoen dollar binnen, 5,5 miljoen méér dan zijn rivale aan de top van het Democratische kanshebbers. Obama haalt dat bedrag op bij 258000 donoren 110000 mensen hebben volgens de Obama-campagne kleinere bedragen gestort via het internet en dat betekent dat de Democratische kandidaat later nog eens met de pet kan rondgaan. In die zin lijkt de campagne van Barak Obama op die van Howard Dean in 2004. Ook Dean moest het hebben van grassroots aanhangers die hij grotendeels via het internet mobiliseerde. Dat Deans campagne later als een soufflé ineenzakte is weer een ander verhaal - en voor de aanhang van Barak ongetwijfeld een veeg teken.

Nieuw en betekenisvol is ook dat de Democraten samen nu beter scoren in de money-race dan de Republikeinen. Het resultaat van Barak Obama overtreft dat van de Republikeinen Giuliani, Romney en McCain samen. Pundits verklaren het fenomeen door de oorlogsmoeheid van het publiek.

John McCain en G.W. Bush

Het zegt veel dat John McCain, de meest uitgesproken havik als het op Irak aankomt, het bijzonder slecht doet. De voormalige Republikeinse koploper heeft nog slechts een paar miljoen cash te besteden en hij was verplicht tientallen campagnemedewerkers te ontslaan.

De campagne van McCain zit in een sukkelstraatje niet alleen door de uitzichtloosheid van de situatie in Irak maar ook door de recente opdoffer die de senator kreeg over de immigratiewet. McCain was één van de peetvaders van het compromis dat ook president Bush met hand en tand verdedigde maar dat in de Senaat genadeloos is weggestemd. Erger nog: het zijn vooral McCains conservatieve vrienden die het voorstel in de vernietiging hebben gereden.

door Johan Depoortere | 8 juli 2007 17:00 8 juli 2007 17:00 | 0 reacties | reageer hier

MODDERCAMPAGNE

De échte presidentscampagne moet nog beginnen maar nu al wordt met bakken modder gegooid. De extreemrechtse stormram Ann Coulter doet haar reputatie van stokebrand eer aan met een aanval op Democratisch presidentskandidaat John Edwards: Ik wou dat hij was omgekomen in een terroristische moordaanslag zei Coulter in Good Morning America , het veel bekeken ochtendprogramma van ABC. Eerder al had ze Edwards een pot genoemd. Toen Coulter daarover werd ondervraagd op een ander mainstream televisieprogramma, Hardball op NBC, belde Edwards' vrouw Elizabeth live met het verzoek aan Coulter de haatcampagne tegen haar man stop te zetten.

Ann Coulter

Provocerende uitspraken zijn het handelsmerk van Ann Coulter die daar een meer dan aardige cent aan verdient. Haar boeken halen miljoenenoplagen en ze is een veel gevraagde gast in praatprogramma's en radioshows. De dag na 11 september riep ze de regering Bush op al die (moslim)landen binnen te vallen, hun leiders te vermoorden en de bevolking onder dwang tot het christendom te bekeren! Niet minder dan dat.

Maar ook Edwards probeert nu uit de haatcampagne van Coulter een graantje mee te pikken. In een e-mail tot sympathisanten roept Edwards' campagneleider op financieel bij te dragen om Coulters aanvallen te neutraliseren. Edwards wil in het tweede kwartaal 9 miljoen dollar verzamelen en om zijn kiezers ertoe aan te zetten naar de pen te grijpen en de check in te vullen wordt in de e-mails de clip met het hatelijke commentaar van Coulter meegegeven. Coulter trapte dus voor open doel toen ze in Hardball verklaarde dat ze haar aanvallen op Edwards zou staken als die zou ophouden haar naam te gebruiken om geld in te zamelen.

door Johan Depoortere | 29 juni 2007 18:00 29 juni 2007 18:00 | 7 reacties | reageer hier

MUITERIJ

15 september staat zwaar in het rood aangestreept op de kalender van het Witte Huis. Dan moet generaal Petraeus, de Amerikaanse opperbevelhebber in Irak, verslag uitbrengen over het resultaat van de surge, de troepenversterking waartoe president Bush begin dit jaar heeft besloten en die de lang verwachte wending in de oorlog zou moeten brengen. Maar de voortekenen zijn niet goed. Het aantal Amerikaanse doden in Irak is opgelopen tot meer dan 3600 en elke dag vallen nu onder Amerikanen en hun bondgenoten gemiddeld 3,5 dodelijke slachtoffers. Dat is méér dan de Amerikaanse publieke opinie bereid is te aanvaarden en de druk op het Witte Huis wordt stilaan ondraaglijk.

Richard Lugar De Democraten in het Congres bereiden een nieuw wetgevend offensief voor om president Bush te dwingen van koers te veranderen en de troepen op korte termijn naar huis terug te laten keren. Maar wat de president vooral zorgen moet baren is de muiterij in zijn eigen partij. Republikeinen die tot voor kort pal achter de oorlog stonden verlaten in een alarmerend tempo het schip. Richard Lugar, een Republikeins zwaargewicht met zes termijnen in de Senaat, maakte grote indruk met een speech waarin hij de president opriep een andere koers te gaan varen. Pete Domenici, een andere conservatieve Republikein met veel aanzien in de partij, deed nu hetzelfde. De aanzwellende rebellie neemt zulke proporties aan dat de president zich genoodzaakt zag zijn chef staf Steve Hadley naar het Congres te sturen in een wanhopige poging de rangen gesloten te houden. Zonder veel resultaat schrijft de bijzonder goed geïnformeerde conservatieve columnist Robert Novak. De Republikeinse senatoren staan onder zware druk van hun kiezers - de rebellen komen bijna allen uit staten waar ze volgend jaar in tussentijdse verkiezingen hun zetel moeten verdedigen.

De New York Times, die met haar verslaggeving over de Massavernietigingswapens mee heeft geholpen om het publiek op de oorlog voor te bereiden neemt nu met een gedetailleerde argumentatie in een hoofdartikel uitdrukkelijk stelling vóór het beëindigen van de oorlog en terugtrekking van het gros van de Amerikaanse troepen. Een Republikeinse rebel van het eerste uur, de Vietnamveteraan Chuck Hagel uit Nebraska schreef een brief aan de president die hij daarna ook in de Financial Times publiceerde en waarin hij een internationale bemiddelaar voorstelt om een einde aan het conflict te helpen maken.

gates.jpg Als we de Washington Post en de New York Times mogen geloven groeit nu ook in het Witte Huis zelf stilaan de overtuiging dat de huidige strategie tot mislukken gedoemd is en dat de Iraakse regering van premier Maliki ondanks alle beloften niet bereid of in staat is tot de politieke verzoening die onontbeerlijk is om een einde te maken aan de burgeroorlog. Naaste medewerkers van de president werken volgens de Post aan een plan om de strategische doelstellingen te herdefiniëren (lees: de ambities terug te schroeven) maar het Witte Huis ontkent dat het van plan is troepen terug te trekken. Alles wijst erop dat er op het hoogste regeringsniveau in Washington een strijd aan de gang is tussen de pragmatici (defensieminister Robert Gates, minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice) en de hardliners aangevoerd door vice-president Dick Cheney. Cheney is nog altijd de machtigste man in de regering Bush maar door de muiterij in de Republikeinse rangen komt hij meer en meer alleen te staan naast zijn baas George W Bush.

GEZINSWAARDEN

29 / 06 / 2007

Het was een emotioneel debat in de Senaat. Sommige medewerkers van senatoren die drie maanden aan een compromis voor een nieuwe immigratiewet hadden gewerkt stonden met tranen in de ogen toen een stemming over de procedure de tekst in de praktijk tot de prullenbak veroordeelde. Het is nu wachten op de volgende president om iets te doen aan het al jaren aanslepende probleem van de illegale immigratie in de Verenigde Staten. Elke dag komen duizenden havelozen uit het Zuiden de grens over op zoek naar een beter leven in het rijke Noorden. Ze werken in de horeca, als huispersoneel, in de bouw en in de landbouw. Er zijn nu al zo een 12 miljoen illegalen - meer dan de bevolking van België - en als er niets gebeurt komen er de komende tien jaar nog eens minstens 8 miljoen bij: een leger van 20 miljoen anonieme werkmieren in de schaduw van een welvarende samenleving.

aztlan_illegals_time_06of6_border_jump_fence-1.jpg

De grote verliezer in het immigratiedebat is president Bush, die van een hervorming van de immigratiewetgeving zijn binnenlands politiek agendapunt nummer één had gemaakt. Bush groeide op met een Mexicaanse dienstmeid die hij als zijn nanny en tweede moeder beschouwde. Als gouverneur van Texas leerde hij de immigratieproblematiek van dichtbij kennen en hij legde er ontelbare persoonlijke contacten met Mexicanen en immigranten. Het moet voor de president een bijzonder bittere pil zijn dat zijn conservatieve achterban hem nu voor de tweede keer op een cruciaal moment in de ruig schiet. De eerste keer was toen de conservatieven de benoeming blokkeerden van Harriet Miers, zijn keuze voor het Hoog Gerechtshof. Bush heeft tot het allerlaatste moment zijn Republikeinse partijgenoten in de Senaat met telefoontjes bestookt om het immigratiecompromis te redden. Het heeft niet mogen baten. Het presidentsschap van George W Bush loopt ten einde zonder de grote binnenlandse politieke hervormingen waar hij van had gedroomd: geen hervorming van het pensioenstelsel (Social Security) geen baanbrekende nieuwe immigratiewet.

Ook de Democratische meerderheid in het Congres moet na dit debacle met een wrange smaak in de mond achterblijven. De Democraten hebben nog maar eens bewezen dat ze ondanks hun verkiezingsoverwinning in november vorig jaar niet in staat zijn tot wezenlijke politieke actie. Ze haalden bakzeil toen ze probeerden een tijdschema op te leggen voor de terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Irak en op het veto van de president botsten. Nu moeten ze vaststellen hoe de verdeeldheid in eigen rangen een moeizaam bereikt compromis hielp kelderen. Senator Edward Kennedy had zijn enorme prestige en politieke gewicht in de weegschaal gelegd maar dat kon niet opwegen tegen de angst van conservatieve democraten voor de reactie van de kiezer in hun staat.

Wellicht de grootste verliezers zijn de illegale immigranten zelf die nu de weg naar regularisering voor lange tijd afgesloten zien. Het compromis maakte die weg niet gemakkelijk en legde zware financiële en andere voorwaarden op aan legalisering. De Mexicaanse kindermeiden, de Hondurese tomatenplukkers, de Salvadoraanse bouwvakkers en tuinlieden houden de Amerikaanse economie draaiende en zorgen voor lage prijzen voor de welstellende consument. Velen leven al jaren in de Verenigde Staten en hebben een gezin met kinderen die hier geboren zijn en dus de Amerikaanse nationaliteit hebben. De deportaties die gezinnen uit elkaar rukken zijn de laatste jaren en maanden strijk en zet geworden en zullen, nu de voorstanders van repressie hun zin hebben gekregen, ongetwijfeld nog toenemen. De tegenstanders van elke vorm van regularisering zijn vaak dezelfden die graag de mond vol hebben over “gezinswaarden.” Zij hebben tienduizenden gezinnen veroordeeld tot vele jaren leven in de schaduw en de angst voor deportatie.

Tuesday, June 26, 2007

DERDE WEG?

Zeg nooit nooit in de politiek. Geloof nooit politici die nooit zeggen. Denk aan Bart Somers - zou nooit de Mechelaars in de steek laten! Denk aan Hillary Clinton - zou nooit haar senaatszetel voor New York opgeven om bijvoorbeeld president te worden. En nu is er Michael Bloomberg. Hij is burgemeester van New York en dat blijft hij ook - zei hij eerder deze week - in de komende 925 dagen en 11 of 10 uur. Maar intussen is bekend geworden dat hij al twee jaar zorgvuldig de basis aan het leggen is voor een mogelijke presidentscampagne. En hoewel hij blijft herhalen dat hij geen plannen heeft om president te worden zet hij stap voor stap in die richting.


Bloomberg was ooit een Democraat. In 2001 werd hij Republikein om burgemeester van New York te worden. Nu verlaat hij de Republikeinse Partij om zich als onafhankelijke te profileren. Dat is een smart move van de burgemeester, want de Amerikanen zijn het politieke getouwtrek en de ideologische scherpslijperij van de Bushjaren grondig beu. Centrumfiguren als Arnold Schwarzenegger en burgemeester Bloomberg liggen daarom zo goed in de markt. Schwarzenegger is een Republikein maar regeert als een Groene en Bloomberg stond in bijna alle politieke en ideologische kwesties haaks op zijn partij: van Irak over wapenbezit tot abortus. De burgemeester gaat in Manhattan met de metro naar het werk en hij wil op korte termijn de 20000 taxis in de stad verplichten met hybriede auto's te rijden. Goed bestuur is het handelsmerk van zowel de tycoon Bloomberg als de voormalige bodybuilder Schwarzenegger. De goeverneur kan - voorlopig - geen president worden omdat hij niet in de VS is geboren, de burgemeester heeft dat probleem niet.

Maar Bloomberg beseft dat de weg naar het Witte Huis voor een onafhankelijke of de kandidaat van ewen derde partij bezaaid ligt met hindernissen. Hij moet op de stembrief komen in alle vijftig staten en hij of zij moet een meerderheid van kiesmannen voor zich winnen. Ross Perot, een steenrijke zakenman als Bloomberg, heeft het in 1992 geprobeerd: hij haalde 19% van de stemmen maar geen enkele kiesman en was daardoor kansloos. Bloomberg is naar verluiidt bereid een half miljard dollar van zijn eigen fortuin te besteden aan de campagne maar hij begint er niet aan als hij niet zeker is dat hij een kans heeft om te slagen.

Het wordt dus in elk geval een uitzonderlijke presidentscampagne: met een Afrikaans-Amerikaanse kanshebber en een vrouw als frontrunner bij de Democraten. Laat er nu nog een kandidaat van de derde weg bijkomen, dan mogen we voor één keer misschien wel het woord "historisch" gebruiken.

BILL EN HILLARY SOPRANO?

Bill Clinton heeft besloten een grotere rol te gaan spelen in de campagne van Hillary. Misschien was zijn optreden in een parodie op De Soprano's daar de eerste aanzet toe. Na acht jaar is de populaire soap over de mafiafamilie in New Jersey ermee gestopt - het scherm ging in de laatste aflevering letterlijk op zwart.


Misschien willen Bill en Hillary een graantje meepikken van de hype en de populariteit van de Soprano's. Maar of het verstandig is om de naam van de Clintons met die van een mafiaclan te verbinden?



UITSLAANDE BRAND

Het hoofdgebouw gaat in de vlammen op en de brandweer slaagt er niet in de belendende percelen te redden. De regering Bush en de neocons hadden een mooie droom: Irak zou na het verdwijnen van de dictator een lichtend voorbeeld worden voor de democratie in dat olierijke deel van de wereld. Het pakte anders uit: de fakkel van de vrijheid stak een uitslaande brand aan van Gaza tot Libanon.

De geschiedenis van de regering Bush in het Midden-Oosten is er een van blunders, misrekeningen, mythes en illusies. De neocons die de grootse visie voor een ander Midden-Oosten op de tekentafel legden zijn grotendeels van het toneel verdwenen: sommigen met stille trom zoals de beruchte Douglas Feith, de onderminster van defensie verantwoordelijk voor de wederopbouw van Irak, anderen in een geur van schandaal en corruptie zoals Paul Wolfowitz, de onfortuinlijke (ex-)voorzitter van de Wereldbank.

133_abrams-elliott.jpgDe laatst overgebleven neocon in het Witte Huis, Elliott Abrams, wordt in grote mate verantwoordelijk geacht voor het debacle in Gaza. Abrams draagt de ronkende titel van Deputy National Security Advisor for Global Democracy Strategy, en is in die hoedanigheid rechtstreeks verantwoordelijk voor het realiseren van de "Democratische Droom" in het Midden Oosten. Abrams had eerder al naam gemaakt als een van de hoofdrolspelers in het Iran-Contraschandaal: de clandestiene wapenhandel tussen Iran en de Contra's, de tegenstanders van de Sandinistische regering in Nicaragua in de jaren tachtig. Hij werd daarvoor veroordeeld maar kreeg amnestie van president Bush I, de vader van de huidige president.

Volgens de website van Conflicts.forum, een groep die werkt aan betere relaties met de politieke islam, pleitte Abrams kort na de verkiezingsoverwinning van Hamas voor een " harde coup:" de gewelddadige omverwerping van elke regering met Hamas. Dat moest gebeuren via door de Verenigde Staten gesteunde en bewapende milities. De feiten lijken erop te wijzen dat Abrams zijn zin heeft gekregen. Fatah heeft openlijk de kant van Washington gekozen en is daarvoor beloond met een bonanza aan wapens. Volgens de Israelische krant Ha'aretz kregen de veiligheidsdiensten van Aboe Mazen (Mahmoed Abbas) alleen al voor meer dan 86 miljoen dollar wapentuig dat bedoeld was om "terroristische structuren" uit te schakelen.

Dat de coup in Gaza is uitgedraaid op een overwinning voor Hamas is een van de vele neoconservatieve misrekeningen. Israel krijgt nu niet alleen te maken met een pseudo-Palestijnse staat op de Westbank maar ook met een Islamitische republiek in wording aan zijn grens met Gaza. Washington probeert er maar het beste van te maken en de nederlaag van Fatah om te buigen tot een overwinning. Het machteloze regime van Aboe Abbas krijgt nu alle financiele middelen die de Hamasregering moest ontberen en Fatah wordt de gesprekspartner met wie "zaken kunnen worden gedaan." Vergeet even dat de organisatie van Yasser Arafat decennialang werd gedemoniseerd als een bende terroristen.

Of het zal werken? Robert Malley van de International Crisis Group en Aaron David Miller van het Woodrow Wilson Center wijzen er in de Washington Post terecht op dat Fatah intussen ook op de Westbank alle geloofwaardigheid aan het verliezen is. Als ideologisch of organisatorisch coherente groep bestaat Fatah niet langer, schrijven ze. Bovendien lijkt het Witte Huis voorbij te gaan aan het feit dat geen enkele Palestijnse leider het zich kan veroorloven om Gaza simpelweg af te schrijven en de Palestijnse natie verder te versplinteren.

In de droomwereld van de neocons kan een succesrijke Palestijnse staat op de Westbank de Palestijnen in Gaza ervan overtuigen dat hun belangen best worden gediend door goede vrienden te zijn met Amerika en dat de religieuze fundamentalisten van Hamas niets anders te bieden hebben dan uitzichtloos geweld en armoede. Het is de zoveelste illusie. De gebeurtenissen in Gaza hebben bewezen dat de politiek om Hamas te isoleren het omgekeerde effect heeft.
Het lijkt er hard op dat ook op de regering Bush en de neocons van toepassing is wat de Israeli's graag over de Palestijnen zeggen: Ze hebben nog nooit een kans laten liggen om een historische kans te missen.

Zie ook: Jonathan Steele in THE GUARDIAN

Thursday, June 07, 2007

FOR ENGLISH PRESS ONE

For English, press one, para Español empuje dos. Je ziet het op alle bankautomaten, en je hoort het als je de telefoon opneemt en een automatisch antwoordsysteem aan de andere kant van de lijn krijgt, meestal dus. Congressman Tom Tancredo wordt er vreselijk zenuwachtig van. Amerika is een tweetalig land aan het worden en tweetalige landen, dat werkt niet, zei hij onlangs op een debat van Republikeinse presidentskandidaten. Tancredo wil de kruipende reconquista van Noord-Amerika een halt toeroepen en daarom is hij kandidaat voor het presidentsschap met als enige thema: hou Amerika blank en Engelstalig en stop de immigratie (ook de legale!)


Immigratie is een gloeiend heet verkiezingsthema geworden en ook de andere conservatieve kandidaten doen hun best om mee te surfen op de golf van xenofobie die Amerika af en toe schijnt te overspoelen. Het is een oorlog, meneer, zei me vorig jaar een leider van de Minutemen - volksmilities die zich geroepen voelen de grens te beschermen door gewapend te patrouilleren en jacht te maken op illegalen. Mexico heeft Amerika in het geheim de oorlog verklaard en wil het Noorden heroveren, niet met tanks en kanonnen , maar door legers illegalen de grens over te sturen. Hij wei het in alle ernst. Ze werken in de voedingsindustrie en brengen alle soorten ziektes het land binnen, zei een bezorgde oma die met pistool om de gordel de wacht optrok in de woestijn van Arizona.

Lou Dobbs, de populistische ankerman van CNN, voert in zijn dagelijks programma een niet aflatende campagne tegen de immigranten uit het Zuiden. De woorden illegal aliens liggen hem in de mond bestorven - meestal in één adem met invasion. Dobbs suggereerde onlangs dat de illegalen verantwoordelijk zijn voor een opflakkering van lepra in de Verenigde Staten. Zijn schijnargumenten komen ons bekend voor: immigranten zijn verantwoordelijk voor de hoge misdaadcijfers (in werkelijkheid is de criminaliteit onder immigranten lager dan in andere bevolkingsgroepen) en ze pakken de jobs af van de Amerikanen. Sinds kort bespeelt Dobbs een ander thema uit het rijk van de mythologie: immigranten en hun verdedigers willen de Verenigde Staten laten opgaan in Amexcan, een nieuwe hybriede natie met Mexico en Canada.

Gematigde Republikeinen en Democraten hebben in de Senaat nu met steun van het Witte Huis een moeizaam compromis bereikt over een nieuwe immigratiewet die onder andere de 12 tot 14 miljoen illegalen in het land de mogelijkheid biedt op termijn te worden geregulariseerd. De voorwaarden zijn niet min: een fikse boete betalen, teruggaan naar het land van herkomst en achter in de rij gaan staan om de lange procedure te doorlopen die leidt tot het staatsburgerschap. Toch roepen tegenstanders - inclusief negen van de tien Republikeinse presidentskandidaten - hardop: Amnestie! En dat is de strijdkreet van rechts tegen elke vorm van regularisering.

Wat er dan wél met de illegalen moet gebeuren, daarover is niemand echt duidelijk. Behalve dan misschien Tancredo die waarachtig lijkt te geloven dat het te doen moet zijn om die twaalf miljoen in bussen en wellicht legertrucks te laden en manu militari naar Mexico te deporteren. Wie dan de sinaasappels zal plukken in Californië, de straten zal vegen en op de kinderen zal passen is een vraag die Tancredo en consoorten onbeantwoord laten.

Thursday, May 31, 2007

BLOGGERS ALLER LANDEN

Hij is de man die de planeet kan redden - en in één moeite door ook nog Amerika en de Democratische partij. Andrea Ronhovde zei het bijna letterlijk zo terwijl ze in de lange rij stond te wachten om naar een toespraak van haar idool te luisteren en haar exemplaar van zijn pas verschenen boek te laten signeren. Al Gore is de naam. In een vorig leven vice-president in het Witte Huis van Bill Clinton en de laatste jaren omgeschoold tot prijswinnende documentairemaker en schrijver van politiek-wetenschappelijke bestsellers.

Met zijn jongste boek The Assault on Reason - Aanslag op de Rede - lijkt hij weer op weg naar de top van de bestsellerslijsten en wie weet ook naar het Witte Huis. Geen bijbedoelingen, zegt Al Gore zelf. Hij heeft een nieuwe roeping gevonden en die ligt buiten het politieke speelveld. Beweert hij, maar niemand gelooft hem echt. Waarom schrijft iemand - een door de wol geverfde politicus bovendien - een uitgewerkt politiek pamflet in de aanloop van de presidentsverkiezingen?

Hij sprak voor eigen parochie daar aan de George Washington Universiteit. Honderden stonden een paar uur in de rij om een plaatsje te bemachtigen in het auditorium. Een paar dissidenten ook: ontkenners van de klimaatwijziging en diehard tegenstanders van alles wat naar regulering ruikt. Gore verkoopt onze economie uit aan landen als China en India als hij het voor het zeggen krijgt zei één van hen, wellicht wat voorbarig, het Witte Huis is nog ver. Een ander wuifde de wetenschappelijke consensus over klimaatwijziging weg met een verwijzing naar de middeleeuwers die het er ook roerend over eens waren dat de zon rond de aarde draait.

In de aula werden de tegenmanifestanten prompt overstemd door het trouwe publiek dat gekomen was om het ook eens van een ander te horen: hoe Bush en Cheney het land voor aap hadden gehouden en in het Irak avontuur hadden gestort (wild applaus), hoe de media hun rol van waakhond hadden verwaarloosd (applaus) maar ook dat de Amerikanen zelf een groot deel van de verantwoordelijkheid dragen door ruggengraatloos achter hun leiders en de rattenvangers van de kabeltelevisie aan te lopen (beschaafd applaus).

Het was niet de stijve Gore van weleer op het podium. Hij wandelde professoraal van de ene kant naar de andere, hij kreeg de zaal af en toe aan het lachen en was zelfs niet helemaal gespeend van zelfspot (Als je een kortere uiteenzetting wil nodig je misschien best iemand anders uit). Wat is er mis met de Amerikaanse Democratie? is de vraag die de voormalige vice-president bezig houdt. De man die in 2000 het grootste aantal stemmen haalde maar toch de verkiezingen verloor is goed geplaatst om daarover te filosoferen. Zijn analyse leunt zwaar op de denkers uit de tijd van de Verlichting die de Rede centraal stellen. Als de Rede heerst, komt goed bestuur vanzelf, een gedachte die ook de leidraad was voor de Founding Fathers.

De media - televisie vooral - zitten de Rede vaak in de weg. Als het leven en de dood van Anna Nicole Smith wekenlang kamerbreed over de buis worden uitgesmeerd, als Britney Spears die haar hoofd kaal scheert de headlines beheerst of als de discussie over de gevangenisstraf van Paris Hilton die over oorlog en vrede verdrukt dan is er iets grondig fout. Als de president ten oorlog kan trekken zonder noemenswaardig debat in het Congres dan is de democratie zwaar ziek. Maar Gore klinkt wel erg naïef als hij beweert dat er beterschap op komst is. Het Internet zal het publieke debat weer op gang brengen, gelooft hij. Als de traditionele media tekort schieten zullen de bloggers alarm slaan en alternatieve nieuwskanalen aanbieden. Bloggers aller landen, Verenigt U!

Video: Gore in Washington

Wednesday, May 23, 2007

FLIPFLOP (2)


De Republikeinse kandidaten voor het presidentschap, tien oudere welgestelde heren, hielden hun tweede debat van deze verkiezingscampagne, dit keer in South Carolina. Saaiheid en voorspelbaarheid troef, was het niet van een paar kleurrijke uitspraken en een moment van giftige wederzijdse verwijten. Het ging erom wie de grootste flipflopper was in het gezelschap: Mitt Romney, de voormalige gouverneur van Massachusets verweet Johan McCain te flipfloppen over immigratie en belastingen. De voormalige koploper schoot terug: Ik heb mijn standpunt over abortus niet veranderd in pare en onpare jaren of naargelang van het kiespubliek, was zijn repliek.

McCain, Giuliani, Romney

Maar McCain, het toonbeeld van stabiliteit en beginselvastheid is zelf niet helemaal wars van flipfloppen. De kandidaten in South Carolina vielen over elkaar in hun ijver om Jerry Falwell te prijzen, die de dag van het debat plotseling was overleden. Falwell was de leider van Christelijk Rechts, de evangelische christenen die de Republikeinse basis beheersen. Hij zal worden herinnerd als de man die na 11 september de heidenen, de linksen, de homo's, de feministen en de Amerikaanse burgerrechtenunie mee verantwoordelijk noemde voor de aanslagen in New York en Washington. Eerder had hij ouders gewaarschuwd tegen de Teletubbies die volgens hem een homoseksuele levensstijl propageerden.


Ook John McCain prees deze prediker van de haat als een groot Amerikaan. Zeven jaar geleden, toen hij tegen presidentskandidaat George W Bush in het strijdperk trad, noemde hij hem en zijn collega's extreem rechtse predikers bij hun ware naam: agenten van de onverdraagzaamheid. McCain verloor de voorverkiezingen in South Carolina na een moddercampagne die naar alle waarschijnlijkheid was opgezet in het Bush-kamp. Maar dit keer beseft de kandidaat dat hij zonder de steun van de evangelische christenen kansloos is en daarom heeft hij in de aanloop tot deze campagne zijn bruggen met Christelijk Rechts hersteld. Vorig jaar hield hij de commencement toespraak (uitreiking van de diploma's) in de Liberty University, de zeer christelijke universiteit van wijlen dominee Falwell.

Rudy Giuliani, die op het vorige Republikeinse debat een modderfiguur had geslagen met zijn flipfloppen over abortus probeerde dit keer duidelijkheid te scheppen. Hij is tegen abortus verklaarde hij, maar tegelijk voorstander van de vrije keuze van de vrouw. Het is een standpunt dat water en vuur probeert te verzoenen maar het getuigt van een zekere moed om dit te verdedigen in het bolwerk van de fundamentalisten die met niets minder dan een absoluut neen tegen abortus onder alle omstandigheden genoegen nemen.
Maar Giuliani had het publiek op zijn hand toen hij de kans kregen om voor open doel te scoren met een one-liner over 11 september, die zijn imago bevestigde van harde tegen misdaad en terrorisme.


Paul Ron

Het was één van die zeldzame pittige momenten in een doorgaans kleur-en smaakloze woordenbrei. De Republikeinse kandidaat Ron Paul uit Texas (nooit van gehoord) gebruikte zijn moment van beroemdheid om op te merken dat de aanslagen van 11 september misschien wel eens iets te maken zouden kunnen hebben met de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten in het Midden Oosten en de bombardementen op Irak in de jaren voorafgaand aan 11 september. Niet zo een exotische verklaring - iets dergelijks is te lezen in het verslag van de congrescommissie over de aanslagen. Maar Giuliani had het publiek op zijn hand toen hij zei: Ik heb al veel absurde verklaringen voor 11 september gehoord maar dit slaat alles. Ron Paul is een Libertarian backbencher die altijd consequent tegen de oorlog in Irak heeft gestemd. Binnen de Republikeinse partij gaan nu stemmen op om hem van toekomstige debatten uit te sluiten.

FLIPFLOP

Ik stemde vóór het oorlogsbudget voor ik ertegen stemde. De onsterfelijke woorden waarmee presidentskandidaat John Kerry in 2004 zijn stemgedrag over de oorlog in Irak probeerde te verantwoorden leverden hem voor goed de bijnaam op van flipflopper: een politicus die zijn huik naar de wind hangt. De Republikeinen herhaalden het citaat tot in den treure en gemonteerd onder de videobeelden van een windsurfende John Kerry bezegelde het zowat het lot van zijn falende campagne. Maar wat blijkt nu? John Kerry en de Democraten zijn lang niet de monopoliehouders van het flipflopfenomeen. Ook de huidige presidentskandidaten van beide partijen hebben er een handje van weg.

Rudi Giuliani, de voormalige burgemeester van New York en koploper bij de Republikeinen flipflopt over abortus. Giuliani staat bekend als een voorstander van de vrije keuze, maar in een partij waar de ultraconservatieven en de evangelische christenen de dienst uitmaken komt dat niet zo goed van pas. Hoewel Giuliani het thema zoveel mogelijk probeert te vermijden wordt hij af en toe gedwongen een standpunt in te nemen.

Op het debat tussen de tien Republikeinse kandidaten vorige week werd hem uitdrukkelijk de vraag gesteld en het antwoord was verbluffend. Giuliani zou er geen probleem mee hebben zei hij als het Hoog Gerechtshof schoon schip zou maken met legale abortus en het fameuze Roe vs Wade-arrest uit de boeken zou schrappen. Overigens zou Giuliani als president strict constructivistische rechters in het Hoog Gerechtshof benoemen - dat is codetaal voor ultraconservatieven die tegen legale abortus zijn.

Giuliani schaart zich daarmee helemaal aan de kant van de pro-life activisten die al decennia lang met toenemend succes campagne voeren om Roe vs Wade ongedaan te maken. Pech voor de presidentskandidaat dat net nu - opnieuw - is uitgelekt dat hij tussen 1993 en 1999 financieel heeft bijgedragen aan Planned Parenthood - de grootste lobby voor de vrije keuze.

Mitt Romney, de voormalige gouverneur van Massachusetts en Giulani's rivaal voor het presidentschap was ook een verklaard voorstander van legale abortus. Romney heeft tenminste op Giuliani voor dat hij duidelijk is in zijn flipfloppen: hij is nu een uitgesproken tegenstander van vrije keuze. Zijn weg-naar-Damascusmoment kwam toen hij als gouverneur een standpunt moest innemen over menselijk klonen. Zijn verklaring is dat hij door de ethische problemen daaromtrent beter te bestuderen tot de conclusie is gekomen dat abortus verkeerd is. Romney is een Mormoon en dat maakt het voor hem dubbel zo moeilijk om de steun te krijgen van de evangelische Christenen. Vandaar wellicht dat hij - zij het wat laat - het licht heeft gezien.


Ook Hillary Clinton heeft haar standpunt over abortus bijgesteld. Hillary moet het imago van dolle feministe van zich afschudden, maar haar flipfloppen heeft veeleer betrekking op het allerheetste thema van deze campagne: de oorlog in Irak. Zoals bekend heeft senator Clinton eind 2002 voór de congresresolutie gestemd, die president Bush toestemming gaf om ten oorlog te trekken. Als ik toen had geweten wat ik nu weet... is Clintons verklaring voor haar misstap. Als ik toen had geweten dat de oorlog zo onpopulair zou worden ... vullen kwaadwillende commentatoren aan. Als ze president wordt maakt ze een einde aan de oorlog verklaart Hillary, maar op elke verkiezingingsbijeenkomt wordt ze achtervolgd door kritische vragenstellers die haar die fatale stemming in de senaat voor de voeten werpen.

Clintons rivaal Barack Obama heeft tot dusver een nagenoeg rechtlijnig parcours gevolgd. Nu heeft de senator uit Illinois het relatieve voordeel van de jeugdige onervarenheid. Hij was van bij het begin tegen de oorlog in Irak, maar hij zat nog niet in de Senaat toen er over de oorlogsresolutie moest worden gestemd. Op het stuk van veel andere politieke hete hangijzers is Barack nog een onbeschreven blad. Hij heeft dus nog tijd om de kunst van het flipfloppen onder de knie te krijgen.

Monday, May 21, 2007

HECKUVA JOB WOLFIE, FREDDO

Het is vaste prik: president Bush benoemt een vriend of politieke medestander of mede-gelovige in een hoge functie. Die gaat vroeg of laat uit de bocht, er komt zware kritiek, maar de president blijft manhaftig achter zijn man of vrouw staan. Daarna neemt de kritiek toe, de situatie wordt onhoudbaar en dan verdwijnt – bij voorkeur op een vrijdagavond na prime time – de omstreden figuur via de achterdeur. Heckuvajob Brownie, waren de beroemde lovende woorden van de president aan het adres van Michael Brown, de klungelende baas van het ministerie van rampenbestrijding toen die de bewoners van New Orleans na Katrina letterlijk had laten verzuipen. Een week later werd Brown aan de kant geschoven.

nm_wolfowitz_070508_ms-1.jpgHetzelfde is nu gebeurd met Paul Wolfowitz (zie: Armoedebestrijding). Nog geen week geleden zei president Bush hoezeer hij het werk van Wolfowitz aan het hoofd van de Wereldbank waardeerde. Paul Wolfowitz moest blijven, vond Bush en met de steun van de grote baas in de rug vocht Wolfowitz hardnekkig om zijn job te houden. Maar eerder deze week veranderde het Witte Huis de toonzetting: de waardering voor Wolfowitz bleef, maar nu heette het dat alle opties op tafel lagen. Wolfowitz wist dat daarmee het doek voor hem gevallen was en er bleef hem niets over dan vechten voor een zo eerzaam mogelijke aftocht.

Het probleem met de benoemingen van president Bush is een fenomeen dat ons Belgen niet helemaal onbekend is: politiek favoritisme. De conservatieve Heritage Foundation, die grote invloed heeft in het Witte Huis, formuleerde het in 2001 in een advies aan de president als volgt: verricht benoemingen op basis van - één - politieke loyauteit en - twee - expertise. De president heeft die raad bijzonder goed opgevolgd . Bij bijna alle topbenoemingen koos Bush voor loyale conservatieve Republikeinen, persoonlijke vrienden, mensen die hem in zijn verkiezingscampagne hadden geholpen of Evangelische christenen. Van de minister van justitie – een persoonlijke vriend - tot en met de huidige Amerikaanse ambassadeur in Brussel - Sam Fox, een grote geldschieter van de Bush-campagne in 2004 – allen beantwoorden ze aan dat stramien.

16nsa1903.jpgMaar de boemerang van de politieke benoemingen komt met een harde klap in het gezicht van de president terug. Op de schopstoel zit nu Alberto Gonzales, de minister van justitie die Bush trouw heeft gediend sinds diens dagen als gouverneur van Texas. Gonzales heeft het begrip politieke benoemingen een nieuwe dimensie gegeven door negen procureurs (Openbare Aanklagers) te vervangen door loyale Bushies zoals ze in een e-mail van het departement Justitie worden genoemd. De uitleg die de minister daarover in het Congres kwam verschaffen was zo klungelachtig dat zelfs vooraanstaande Republikeinen nu om zijn ontslag roepen.

Eerder deze week barstte nog een bom. Een voormalige vice-minister van justitie kwam in het Congres een bloedstollend verhaal vertellen over wat in 2004 met John Ashcroft, Gonzales’ voorganger op Justitie, was gebeurd. Ashcroft lag doodziek in het ziekenhuis toen hij door Gonzales – in die tijd de advocaat van het Witte Huis – onder druk werd gezet om zijn handtekening te zetten onder een besluit om het afluisteren van telefoongesprekken mogelijk te maken. Nu was John Ashcroft zelf een extreem conservatieve Evangelische christen, maar hij vond de afluisterplannen van het Witte Huis strijdig met de wet en hij had er zich altijd tegen verzet. De onthulling over de demarche van Gonzales was voor veel Congresleden de druppel die de emmer doet overlopen en de Democraten willen nu een vertrouwensstemming over de minister van justitie. President Bush – die zijn vriend om een of andere reden steevast Freddo noemt - vindt dat Gonzales moet blijven. Heckuva job Freddo!

Wolfowitz Video


IRAK BLUNDERBOEK

Over de Amerikaanse oorlog in Irak moet intussen een kleine bibliotheek zijn volgeschreven. Journalistieke werken van kritisch (The Assassins' Gate van New Yorker reporter George Packer) tot ronduit vernietigend (The Greatest Story Ever Sold van New York Times columnist Frank Rich), en veel veel meer. Maar ronduit hallucinant is het verslag van Washington Post journalist Rajiv Chandrasekaran over het Amerikaanse bewind onder ambassadeur Paul Jerry Bremer, in het eerste jaar van de bezetting. Imperial Life in the Emerald City is het verhaal van het dagelijks leven in de Groene Zone, de omwalde versterkte burcht in Bagdad waar de vice-koning zich met zijn staf had teruggetrokken en waar hij, in zijn bureau met airconditioning, het nieuwe democratische Irak op de tekentafel legde.

180px-paul_bremer.jpgBremer deelde de droom van de neocons en het Bush-Cheney Witte Huis om van Irak een democratisch model en een lichtend voorbeeld voor de regio te maken. Niet gehinderd door kennis van het terrein en de realiteit buiten de versterkte muren van de Groene Zone, nam Bremer een aantal vergaande besluiten die een heel stuk verklaren van de huidige desastreuze situatie in het land. Eén ervan was de ontbinding van het Irakese leger waardoor hij met één pennentrek twee tot driehonderdduizend voormalige soldaten en officieren in de armen van de opstandelingen dreef. Met het de-Baathificatiebesluit maakte Bremer vijftigduizend ambtenaren, onderwijzers, leraren, technici en fabrieksdirecteuren werkloos. Het gevolg was dat bijvoorbeeld in sommige scholen in Soenni-gebieden maar één enkele onderwijzer voor de hele school overbleef.

Bremers' regering. de PCA (Provisional Coalition Authority), draaide op een bureaucratie van meestal jonge krachten die, pas afgestudeerd en op zoek naar avontuur, in Bagdad waren terecht gekomen. Een 21-jarige kreeg de opdracht de Beurs van Bagdad uit de as te laten verrijzen. Een jonge advocaat met enige ervaring in schadeclaims na auto-ongelukken kreeg de opdracht een nieuw verkeersreglement op papier te zetten. Hij bepaalde dat de bestuurder te allen tijde het stuur met beide handen moet vasthouden. De voorlopige minister van Gezondheid zag het als zijn prioriteit een antirookcampagne te lanceren in een land waar de doorsnee volwassene een groter risico loopt in een zelfmoordaanslag om te komen dan aan longkanker te sterven. De campagne werd geleid door een stiekeme roker.

De begrotingschef van Bremer vroeg tien kantoorjongens om administratieve taken te vervullen. Hij kreeg onder andere de dochter van een bekende neoconservatieve commentator, een afgestudeerde van een evangelische universiteit en de parlementaire medewerker van de ultraconservatieve Republikein Rik Santorum. Geen had enige financiële ervaring maar zes van hen kregen een budget van 13 miljard dollar te beheren. Ze waren - zoals de meeste functionarissen van de voorlopige regering - geselecteerd op hun politieke betrouwbaarheid. Conservatieve geloofsbrieven wogen vele keren zwaarder dan expertise of ervaring. Twee stafmedewerkers verklaarden aan Chandrasekaran dat hun in het sollicitatiegesprek gevraagd werd wat ze vonden van Roe v Wade, de basis van de abortuswetgeving in de Verenigde Staten, en of ze voor George W Bush hadden gestemd. De meesten hadden hun job gekregen na een telefoontje van een bevriend Republikeins Congreslid aan een zekere James O'Beirne, de liaison tussen het Pentagon en het Witte Huis.

Minder bekend is dat Bremer de opdracht had niet alleen democratie maar ook een vrije- marktsysteem naar neoliberaal model in te voeren in een land dat decennialang een centraal geleide staatseconomie had gekend. De neoconservatieven zagen de economische hervorming van Irak als een integraal onderdeel van de Amerikaanse missie om het land te herscheppen in een klein Amerika. De man die werd uitgekozen om deze gigantische taak te volbrengen was Peter McPherson, de rector van Michigan State University. Het plan was om de hele Irakese staatseconomie in één keer te privatiseren. Een Amerikaans consulting bedrijf dat daarbij moest helpen, kreeg zonder openbare aanbesteding een contract ter waarde van meer dan 300 miljoen dollar in de schoot geworpen. Toen kort na de bevrijding het grootschalige plunderen begon zag McPherson dat als een goede zaak: door staatseigendommen te stelen zorgden de plunderaars ervoor dat de Amerikaanse planners met een schone lei konden beginnen. De buschauffeurs begonnen hun busroutes voor eigen rekening te rijden en duizenden gestolen politieauto’s vonden een nieuw bestaan als privé-taxis.

De privatisering werd een flop maar McPherson was niet te stoppen in zijn droom om van Irak een kapitalistisch Utopia in het Midden-Oosten te maken. Hij zag het als zijn prioriteit om het belastingsstelsel te hervormen en naar het voorbeeld van de regering Bush te snijden in de topbelastingen. De hoogste schaal werd van 45 tot 15 percent flat tax teruggebracht. Dat de meeste Irakezen hun belastingbrief gewoon in de vuilnisbak gooien was een zorg voor later. McPhersons neoconservatieve ijver mocht niet baten: hij werd vervangen door een nog betrouwbaarder politieke bondgenoot: een grote Republikeinse geldschieter die samen met George W Bush op de schoolbanken had gezeten.

De bewoners van de Groene Zone, Amerikanen en enkele Irakezen, leefden in een zeepbel. Halliburton, de voormalige firma van vice-president Cheney, zorgde voor catering, transport, recreatie en nog veel meer. Het eten werd bereid en opgediend door tientallen Pakistanen en Indiërs - Irakezen werden geweerd omdat die het voedsel hadden kunnen vergiftigen. De Irakezen die voor de Amerikanen werkten - secretaressen, vertalers, chauffeurs, werden naarmate het verzet tegen de bezetting toenam en gewelddadiger werd meer en meer gewantrouwd en gemarginaliseerd. Maar ondanks een aantal bloedige aanslagen - één die onder andere de VN-gezant Sergio de Melho het leven kostte - was het in de Groene Zone relatief veilig. De situatie is er niet op verbeterd: eerder deze week kregen alle Amerikaanse bewoners van de Groene Zone verbod op straat te komen zonder helm en kogelvrij vest.


DE GOEDE TERRORIST

Terroristen zijn er in twee soorten. Je hebt aan de ene kant bijvoorbeeld Zakarias Moussawi, de Fransman die zichzelf met zijn grootspraak de gevangenis heeft ingepraat en die nu een levenslange straf uitzit voor zijn vermeende aandeel in de aanslagen van elf september. En je hebt Luis Posada Carriles, alias Bambi, die van de vrijheid geniet in het zonnige Florida.

Posada Carriles, ook wel de Osama Bin Laden van het Westelijk halfrond genoemd, heeft een lange staat van dienst in de strijd tegen het Cuba van Fidel Castro. Op zijn naam staat onder andere de aanslag op een DC8 van Cubana de Aviacion, de Cubaanse luchtvaartmaatschappij, op 6 oktober 1976. Het was de eerste terroristische aanslag op een lijnvliegtuig en tot 11 september 2001 was het de bloedigste terreurdaad in het westelijk halfrond. Alle 73 inzittenden aan boord kwamen om, onder hen het Cubaanse nationale schermteam dat op weg was naar huis na een succesvol tornooi in Caracas.

Tot de andere heldendaden van Carriles behoren verschillende bomaanslagen op toeristenhotels in Havana in 1997. Bij één daarvan kwam een jonge Italiaanse toerist om. Hij had de pech op het verkeerde moment op de verkeerde plaats te zijn verklaarde Carriles later in een interview met een journaliste van de New York Times waarin hij allesbehalve spijt vertoonde over zijn terroristische activiteiten. Daaronder ook een poging om Fidel Castro in 2000 op een internationale conferentie in Panama te vermoorden.

President Bush verklaarde na 11 september de oorlog niet alleen aan de terroristen maar ook aan alle staten die terroristen steunen of onderdak verlenen of zelfs maar de andere kant opkijken als ze weet hebben van terroristische activiteiten. Maar dat geldt blijkbaar niet voor anti-Castro terroristen als Posada Carriles. De man zat tot voor kort in een cel wegens inbreuken op de immigratiewetgeving. Een rechter uit New Orleans liet hem op borgtocht vrij met een elektronische enkelband. Dat kon omdat president Bush tot nu toe halsstarrig heeft geweigerd Posada Carriles het etiket van terrorist toe te kennen.

Dat hoeft dan weer niet te verbazen gezien de historische banden tussen de Bushdynastie en de fel anti-Castrogezinde Cubaanse gemeenschap in Miami. Onder het presidentschap van George Bush de oudere kwamen twee Cubaanse terroristen vrij die een straf uitzaten voor hun aandeel in de aanslag op Orlando Letelier, de Chileense diplomaat die in 1976 in Washington op last van dictator Pinochet werd vermoord. Jeb Bush, de broer van de president en voormalige goeverneur van Florida had voor de vrijlating gelobbied. Vader Bush was al in 1961 betrokken bij de de mislukte invasie van de Varkensbaai - de operatie die met hulp van de CIA was opgezet om Castro van de macht te verwijderen. Er bestaande hechte vriendschapsbanden tussen de familie Bush en veel veteranen van de Varkensbaai - onder wie niemand minder dan Bambi.

Posada Carriles moet nu op 11 mei terecht staan omdat hij illegaal het land is binnengekomen. Voor zijn terroristische activiteiten is hij niet eens in staat van beschuldiging gesteld hoewel uit CIA documenten blijkt dat hij zo goed als zeker organizator was van de aanslag op het Cubaanse lijntoestel. Het is net alsof Osama Bin Laden zich voor de rechtbank zou moeten verantwoorden voor het feit dat hij zonder geldig visum Paktistan is binnengkomen schreef de Venezolaanse ambassadeur in de New york Times. Venezuela vraagt samen met Cuba de uitlevering van Posada Carriles maar het State Department heeft niet eens de moeite gedaan om officieel op dat verzoek te reageren.

Zelfs de anti-Castro Cubanen in Miami zijn verdeeld over de gang van zaken. De vrijlating van Posada Carriles is absoluut verbijsterend zei Elena Freyre, de voorzitster van de Cuban American Defense League, een als gematigd bekend staande anti-Castro groep. Posada Carriles hoort tot de uitstervende generatie diehards die hun dromen van een gewapende omverwerping van het Cubaanse regime nooit hebben opgegeven. De jongere generatie Cubanen in Miami zien meer heil in een pragmatische aanpak, maar de harde anti-Castrohouding van de regering Bush maakt het hun zo goed als onmogelijk om familieleden op het eiland te bezoeken. In de propagandaslag om Cuba is de vrijlating van zijn erfvijand een godsgeschenk voor de tanende Cubaanse leider Fidel Castro, maar voor de familieleden van de talrijke onschuldige slachtoffers van Bambi's terreurdaden is het de zoveelste klap in het gezicht.