De
N-VA van De Wever en de stadslijst van Patrick Janssens zijn samen
verantwoordelijk voor zes jaar beleid in Antwerpen. Een grote rechtse
coalitie van N-VA-Stadslijst staat in de sterren geschreven, De Wever en
Janssens zijn sparring partners in een gevecht voor de galerij. In een
interessante
analyse schrijft Kris Merckx: “De
twee titanen die om Antwerpen vechten zijn elkaars spiegelbeeld” –
(zeker voor wat het doordrukken van het BAM-tracé betreft) zegt Wim van
Hees van “Ademloos” en Peter Mertens (PVDA+) had het over de “Vlaamse
inleveringsregering die in Antwerpen een ‘spiegelkabinet’ wil.” Merckx
legt uit hoe de twee tenoren tot elkaar veroordeeld zijn, mathematisch
en politiek
“Op sociaal-economisch vlak verschillen de Stadslijst en de N-VA
nauwelijks “ stelt Merckx, “maar ook over immigratie, vrije
meningsuiting, veiligheid, aanpak van overlast en samenlevingsproblemen
sporen ze grotendeels samen. Beiden leggen de klemtoon op een overwegend
repressieve aanpak (GAS-boetes!). De Wever beklemtoont dat Janssens in
zijn boek ‘Voor wat hoort wat’, net als hij, ‘
in het rechten-en-plichtendiscours het zwaartepunt verlegt naar de plichten’. En Janssens spreekt hem op dat vlak niet tegen.”
Wat we in Antwerpen kunnen verwachten is dus een voortzetting van een
in wezen rechts en repressief beleid met nog sterkere neo-liberale en
neo-conservatieve accenten als de N-VA er met de steun van de
ex-Vlaams-Blokachterban flink op vooruit gaat. Alleen linkse partijen in
het stadsbestuur kunnen daar enig weerwerk tegen bieden. Maar nog
belangrijker is volgens Merckx het werk aan de basis: mobilisatie en
actie. Het verleden heeft aangetoond dat een combinatie van
parlementair werk en organisatie aan de basis omtrent concrete lokale
problemen wel degelijk resultaat oplevert: de strijd tegen de
loodvervuiling in Hoboken, verzet tegen de Lange Wapper , successen in
Genk, Zelzate, Deurne en elders.
Antwerpen-Washington
In
de VS toeteren de New York Times en andere liberale media dat de
Amerikanen op 6 november de keuze hebben tussen twee radicaal
verschillende filosofieën, een “fundamentele keuze over de toekomst van
Amerika.” Niets daarvan bleek op het grote debat dat Mitt Romney
opnieuw in de race bracht, zegt
Robert Scheer van de linkse blog Truthdig.
Obama gaf grif toe dat zijn zorgwet (“Obamacare”) een doorslag is van
wat Romney als gouverneur in Massachusetts (2003-2007) invoerde als
alternatief voor een “single-payersysteem” (algemene openbare
gezondheidszorg zoals in Canada en het Verenigd Koninkrijk)
Beiden haalden voor hun hervorming de mosterd bij de uiterst conservatieve Heritage Foundation.(1)
De twee kandidaten waren het in het debat fundamenteel eens over de
weg uit de crisis: geld voor de banken, niet voor de slachtoffers van de
crash. Ze kibbelden wat over de zwakke pogingen van de regering Obama
om Wall Street aan banden te leggen (de zogenaamde Dodd-Frankwet) maar
geen van beiden vond de 2000 miljard regeringssteun aan de banken het
vermelden waard – het bedrag dat de Amerikaanse belastingbetaler (40
miljard per maand) mag ophoesten om de toxische hypotheekschulden op te
kopen die de banken frauduleus op de markt hebben gebracht. En het was
uitgerekend Romney die Obama inpeperde dat de zogenaamde “hervorming van
Wall Street” de macht van de vijf grootste banken onaangetast laat.
Nu Mitt Romney in de aanloop tot de verkiezingen vervelt tot de
“gematigde Republikein” die hij eerder was als gouverneur van de
liberale staat Massachusetts blijkt duidelijker dan ooit dat de
verschillen met Obama veeleer een kwestie zijn van graad en verpakking
dan van fundamentele politieke keuze. Romney heeft begrepen dat zijn
imago van rechtse radicaal wel de extreme rand van de Republikeinse
partij kon bekoren maar de zo noodzakelijke onafhankelijken alleen maar
afstoot. Dus zegt de Republikeinse kandidaat nu niet langer dat hij
Obamacare met één pennetrek naar de vuilnisbelt van de geschiedenis zal
verwijzen.
Nee, hij zal de populairste onderdelen behouden.
Over abortus zit hij niet langer helemaal op dezelfde lijn als de
christelijke conservatieven – geen abortus, zelfs niet in geval van
verkrachting of als het leven van de moeder in gevaar is. Nu laat hij
weten dat hij
niet van plan is de abortuswetgeving aan te pakken. Ook zijn recente speech over de buitenlandse politiek leek
een echo van Obama.
Romney
maakt zijn reputatie van politieke kameleon in deze fase van de
campagne andermaal waar. Is de echte Romney de extreem-rechtse kandidaat
van de voorverkiezingen of is het de huidige remake van de
centrumfiguur die gouverneur was in Massachusetts? De Obamacampagne
twijfelt tussen twee strategieën: Romney aanvallen als de flipflopper :
onbetrouwbaar of als de rechtse extremist : gevaarlijk. Maar over een
aantal fundamentele politieke keuzes zijn beide kandidaten het eens.
Dat bleek in het fameuze debat onder andere uit de thema’s
waarover niet werd gepraat:
armoede, burgerrechten, klimaatcrisis, wapenwetgeving – om er maar een
paar te noemen. Straks krijgen we een debat over de buitenlandse
politiek en het is zeer de vraag of daar wel aan bod zal komen wat de
toekomst van de mensheid kan bepalen:
klimaatverandering en de nucleaire dreiging.
Kiezen tussen Pepsi Cola en Coca Cola
Het tweepartijensysteem maakt een echt zinvolle keuze onmogelijk. De
onlangs overleden Amerikaanse dissident Gore Vidal noemde Republikeinen
en Democraten “de twee rechtervleugels van dezelfde
pro-businesspartij.” Meer dan een eeuw geleden noteerde Upton
Sinclair, de auteur van “Oil” en “The Jungle,” dat het volk in de VS de
keuze heeft tussen “twee kandidaten die beide benoemd zijn en
gecontroleerd worden door dezelfde macht van het geld.”
Maakt het dus niet uit of de Amerikanen voor een Romney of een Obama,
een Kennedy of een Nixon, een Bush of een Kerry stemmen? Toch wel zegt
de linkse historicus en activist
Howard Zinn
(1920-2010): de verschillen zijn klein, maar in tijden van crisis kan
dat kleine verschil enorme gevolgen hebben voor de gewone Amerikaan, het
kan zelfs – zoals in de jaren dertig – een kwestie zijn van leven of
dood. De afbraak van de resten van het sociale vangnet en de
New-Dealwetgeving is het werk van zowel Republikeinen als Democraten,
maar met een rechtstreekse vertegenwoordiger van de “corporate state”
als Romney in het Witte Huis zal de aanval nog veel agressiever en
meedogenlozer de zwakste bevolkingsgroepen treffen.
Zijn verkiezingen belangrijk? Natuurlijk wel, maar de overdreven
aandacht voor de schoonheidswedstrijd, de “horse race,” vertekent de
realiteit, namelijk dat echte maatschappelijke verandering niet het
gevolg is van de keuze in het stemhokje maar van organisatie aan de
basis. Vrouwen- en homorechten, algemeen stemrecht, vakbondsrechten en
sociale wetgeving, milieuwetten, burgerrechten: allemaal afgedwongen
door massabewegingen die de “vertegenwoordigers van het volk” vaak tegen
wil en dank hebben voortgestuwd. Wat ertoe doet is niet wie in de
Wetstraat zit, maar wie de Wetstraat bezet. Of – met een onvertaalbaar
citaat van Howard Zinn, die actief was in de burgerrechtenbeweging in
het Zuiden van de VS :
“it doesn’t matter who sits in the halls of power, it matters who’s sitting in.”
Dat hebben activisten van alle tijden zowel in de VS als hier goed
begrepen. Een jaar geleden bezetten demonstranten het financiële centrum
van New York uit protest tegen wat ze de almacht van de “één percent”
noemden en uit ontgoocheling met de loze beloften van Barack Obama.
Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz – zelf geen radikaal – zag een
duidelijke parallel met de Arabische jongeren die in opstand kwamen
tegen de fossiele dictators en die geen uitweg zagen via een
democratische proces. Maar ook in het Westen faalde de electorale
politiek, schrijft Stiglitz. “
Barack Obama had promised ‘change you
can believe in,’ but he subsequently delivered economic policies that,
to many Americans, seemed like more of the same.”
Of de Occupy-beweging, de “Arabische lente,” de Indignados en andere
grassroots-bewegingen
in Europa voldoende kritische massa zullen bereiken om echte
democratische veranderingen af te dwingen is vooralsnog een open vraag.
Maar zonder hen zijn de “vertegenwoordigers van het volk” hier en elders
maar al te zeer geneigd op het kompas van de financiële machten te
varen. Politiek is te belangrijk om aan politici over te laten.
Johan Depoortere
(1) Uit verschillende opiniepeilingen blijkt dat een meerderheid van de Amerikanen gewonnen is voor een of andere vorm van algemene openbare gezondheidszorg. Vooral Medicare - een overheidsprogramma voor ouderen - is populair. In een peiling van de Kaiser Family Foundation bijvoorbeeld spreekt 58% zich uit voor uitbreiding van Medicare tot alle Amerikanen. In eenTime poll van juli 2009 zegt 49% voorstander te zijn van een single-payersysteem. Obama was voorstander van single payer tot hij president werd.
VERWIJZINGEN:
Kris Merckx: Is Patrick echt de beste keuze tegen De Wever?
Robert Scheer: Sigh No More: Obama, Romney Leave No Room to Argue
The Wall Street Journal 8 feb 2012: Heritage Rewrites History
The Guardian 10 okt 2012: Romney’s abortion comments leave campaign scrambling to unify ticket
Eugene Robinson in Realclear Politics 9 okt 2012: Hearing an Echo on Foreign Policy
Daily Kos, 4 okt 2012: What was missing from the Presidential Debate
Truthdig, 6 okt 2012, Noam Chomsky: Romney and Obama: Too Cowardly to Discuss What Really Matters
Howard Zinn in The Progressive, March 2008: Election Madness
Paul Street in Z Magazine, okt 2012: The Presidential Election and the Left