Thursday, October 11, 2012

HET KLEINE VERSCHIL

Verkiezingen hier en in de Verenigde Staten. De campagnes draaien op volle toeren. Ze willen ons laten geloven dat de toekomst van de mensheid – of toch van Antwerpen – afhangt van uw stem. Maar Bart De Wever of Patrick Janssens in het Schoon Verdiep, Barack Obama of Mitt Romney in het Witte Huis – maakt het wel zo een groot verschil uit?  
Door Johan Depoortere


 .
 De N-VA van De Wever en de stadslijst van Patrick Janssens zijn samen verantwoordelijk voor zes jaar beleid in Antwerpen. Een grote rechtse coalitie van N-VA-Stadslijst staat in de sterren geschreven, De Wever en Janssens zijn sparring partners in een gevecht voor de galerij. In een interessante analyse schrijft Kris Merckx: “De twee titanen die om Antwerpen vechten  zijn elkaars spiegelbeeld” – (zeker voor wat het doordrukken van het BAM-tracé betreft) zegt Wim van Hees van “Ademloos”  en Peter Mertens (PVDA+) had het over de “Vlaamse inleveringsregering die in Antwerpen een ‘spiegelkabinet’ wil.”  Merckx legt uit hoe de twee tenoren tot elkaar veroordeeld zijn, mathematisch en politiek
“Op sociaal-economisch vlak verschillen de Stadslijst en de N-VA  nauwelijks “  stelt Merckx, “maar ook over immigratie, vrije meningsuiting, veiligheid, aanpak van overlast en samenlevingsproblemen sporen ze grotendeels samen. Beiden leggen de klemtoon op een overwegend repressieve aanpak (GAS-boetes!). De Wever beklemtoont dat Janssens in zijn boek ‘Voor wat hoort wat’, net als hij, ‘in het rechten-en-plichtendiscours het zwaartepunt verlegt naar de plichten’. En Janssens spreekt hem op dat vlak niet tegen.”
Wat we in Antwerpen kunnen verwachten is dus een voortzetting van een in wezen rechts en repressief beleid met nog sterkere neo-liberale en neo-conservatieve accenten als de N-VA er met de steun van de ex-Vlaams-Blokachterban flink op vooruit gaat. Alleen linkse partijen in het stadsbestuur kunnen daar enig  weerwerk tegen bieden. Maar nog belangrijker is volgens Merckx het werk aan de basis: mobilisatie en actie.  Het verleden heeft aangetoond dat een combinatie van parlementair werk en organisatie aan de basis omtrent concrete lokale problemen wel degelijk resultaat oplevert: de strijd tegen de loodvervuiling in Hoboken, verzet tegen de Lange Wapper , successen in Genk, Zelzate, Deurne en elders.

Antwerpen-Washington

In de VS toeteren de New York Times en andere liberale media  dat de Amerikanen op 6 november de keuze hebben tussen twee radicaal  verschillende filosofieën, een “fundamentele keuze over de toekomst van Amerika.”  Niets daarvan bleek op het grote debat dat Mitt Romney opnieuw in de race bracht, zegt Robert Scheer van de linkse blog Truthdig.  Obama gaf grif toe dat zijn zorgwet (“Obamacare”) een doorslag is van wat Romney als gouverneur in Massachusetts  (2003-2007) invoerde als alternatief voor een “single-payersysteem” (algemene openbare gezondheidszorg zoals in Canada en het Verenigd Koninkrijk) Beiden haalden voor hun hervorming de mosterd bij de uiterst conservatieve Heritage Foundation.(1)

De twee kandidaten waren het in het debat fundamenteel eens over  de weg uit de crisis: geld voor de banken, niet voor de slachtoffers van de crash. Ze kibbelden wat over de zwakke pogingen van de regering Obama om Wall Street aan banden te leggen (de zogenaamde Dodd-Frankwet) maar geen van beiden vond de 2000 miljard regeringssteun aan de banken het vermelden waard – het  bedrag dat de Amerikaanse belastingbetaler (40 miljard per maand) mag ophoesten om de toxische hypotheekschulden op te kopen die de banken frauduleus op de markt hebben gebracht. En het was uitgerekend Romney die Obama inpeperde dat de zogenaamde “hervorming van Wall Street” de macht van de vijf grootste banken onaangetast laat.
Nu Mitt Romney in de aanloop tot de verkiezingen vervelt tot de “gematigde Republikein” die hij eerder was als gouverneur van de liberale staat Massachusetts blijkt duidelijker dan ooit dat de verschillen met Obama veeleer een kwestie zijn van graad en verpakking dan van fundamentele politieke keuze. Romney heeft begrepen dat zijn imago van rechtse radicaal wel de extreme rand van de Republikeinse partij kon bekoren maar de zo noodzakelijke onafhankelijken alleen maar afstoot. Dus zegt de Republikeinse kandidaat nu niet langer dat hij Obamacare met één pennetrek naar de vuilnisbelt van de geschiedenis zal verwijzen. Nee, hij zal de populairste onderdelen behouden. Over abortus zit hij niet langer helemaal op dezelfde lijn als de christelijke conservatieven – geen abortus, zelfs niet in geval van verkrachting of als het leven van de moeder in gevaar is. Nu laat hij weten dat hij niet van plan is de abortuswetgeving aan te pakken.  Ook zijn recente speech over de buitenlandse politiek  leek een echo van Obama.
Romney maakt zijn reputatie van politieke kameleon in deze fase van de campagne andermaal waar. Is de echte Romney de extreem-rechtse kandidaat van de voorverkiezingen of is het de huidige remake van de centrumfiguur die gouverneur was in Massachusetts? De Obamacampagne twijfelt tussen twee strategieën: Romney aanvallen als de flipflopper : onbetrouwbaar of als de rechtse extremist : gevaarlijk.   Maar over een aantal fundamentele politieke keuzes zijn beide kandidaten het eens.  Dat bleek in het fameuze debat onder andere uit de thema’s waarover niet werd gepraat:  armoede, burgerrechten, klimaatcrisis, wapenwetgeving – om er maar een paar te noemen. Straks krijgen we een debat over de buitenlandse politiek en het is zeer de vraag of daar wel aan bod zal komen wat  de toekomst van de mensheid kan bepalen: klimaatverandering en de nucleaire dreiging.

Kiezen tussen Pepsi Cola en Coca Cola

Het tweepartijensysteem maakt een echt zinvolle  keuze onmogelijk. De onlangs overleden Amerikaanse dissident Gore Vidal noemde Republikeinen en Democraten “de twee rechtervleugels van dezelfde pro-businesspartij.”   Meer dan een eeuw geleden noteerde Upton Sinclair,  de auteur van “Oil” en “The Jungle,” dat het volk in de VS de keuze heeft tussen  “twee kandidaten die beide benoemd zijn en gecontroleerd worden door dezelfde macht van het geld.”
Maakt het dus niet uit of de Amerikanen voor een Romney of een Obama, een Kennedy of een Nixon, een Bush of een Kerry stemmen? Toch wel zegt de linkse historicus en activist Howard Zinn (1920-2010): de verschillen zijn klein, maar in tijden van crisis kan dat kleine verschil enorme gevolgen hebben voor de gewone Amerikaan, het kan zelfs – zoals in de jaren dertig – een kwestie zijn van leven of dood. De afbraak  van de resten van het sociale vangnet en de New-Dealwetgeving   is het werk van zowel  Republikeinen als Democraten, maar met een rechtstreekse vertegenwoordiger van de  “corporate state” als Romney in het Witte Huis zal de aanval nog veel agressiever en meedogenlozer de zwakste bevolkingsgroepen treffen.
Zijn verkiezingen belangrijk? Natuurlijk wel, maar de overdreven aandacht voor de schoonheidswedstrijd, de “horse race,” vertekent de realiteit, namelijk dat echte maatschappelijke verandering niet het gevolg is van de keuze in het stemhokje maar van organisatie aan de basis. Vrouwen- en homorechten, algemeen stemrecht, vakbondsrechten en  sociale wetgeving, milieuwetten, burgerrechten: allemaal  afgedwongen door massabewegingen die de “vertegenwoordigers van het volk” vaak tegen wil en dank hebben voortgestuwd. Wat ertoe doet is niet wie in de Wetstraat zit, maar wie de Wetstraat bezet.  Of  – met een onvertaalbaar citaat van Howard Zinn, die actief was in de burgerrechtenbeweging in het Zuiden van de VS : “it doesn’t matter who sits in the halls of power, it matters who’s sitting in.”

Dat hebben activisten van alle tijden zowel in de VS als hier goed begrepen. Een jaar geleden bezetten demonstranten het financiële centrum van New York uit protest tegen wat ze de almacht van de “één percent” noemden en uit ontgoocheling met de loze beloften van Barack Obama. Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz – zelf geen radikaal – zag een duidelijke parallel met de Arabische jongeren die in opstand kwamen tegen de fossiele dictators en die geen uitweg zagen via een democratische proces. Maar ook in het Westen faalde de electorale politiek, schrijft Stiglitz. “Barack Obama had promised ‘change you can believe in,’ but he subsequently delivered economic policies that, to many Americans, seemed like more of the same.”

Of de Occupy-beweging,  de “Arabische lente,” de Indignados en andere grassroots-bewegingen in Europa voldoende kritische massa zullen bereiken om echte democratische veranderingen af te dwingen is vooralsnog een open vraag. Maar zonder hen zijn de “vertegenwoordigers van het volk” hier en elders maar al te zeer geneigd  op het kompas van de financiële machten te varen. Politiek is te belangrijk om aan politici over te laten.
Johan Depoortere

(1) Uit verschillende opiniepeilingen blijkt dat een meerderheid van de Amerikanen gewonnen is voor een of andere vorm van algemene openbare gezondheidszorg. Vooral Medicare - een overheidsprogramma voor ouderen - is populair. In een peiling van de Kaiser Family Foundation bijvoorbeeld spreekt  58% zich uit voor uitbreiding van Medicare tot alle Amerikanen. In eenTime poll van juli 2009 zegt 49% voorstander te zijn van een single-payersysteem. Obama was voorstander van single payer tot hij president werd.

VERWIJZINGEN:
Kris Merckx: Is Patrick echt de beste keuze tegen De Wever?
Robert Scheer: Sigh No More: Obama, Romney Leave No Room to Argue
The Wall Street Journal 8 feb 2012: Heritage Rewrites History
The Guardian 10 okt 2012: Romney’s abortion comments leave campaign scrambling to unify ticket
Eugene Robinson in Realclear Politics 9 okt 2012: Hearing an Echo on Foreign Policy
Daily Kos, 4 okt 2012: What was missing from the Presidential Debate
Truthdig, 6 okt 2012, Noam Chomsky: Romney and Obama: Too Cowardly to Discuss What Really Matters
Howard Zinn in The Progressive, March 2008: Election Madness
Paul Street in Z Magazine, okt 2012: The Presidential Election and the Left

Bewerk deze post.

No comments: