Verandering (Change we can believe in!) was het motto waarmee Barack Obama de verkiezingen heeft gewonnen. De slogan moet een vreemde klank hebben gekregen bij de duizenden jongeren en nieuwe kiezers, de onafhankelijken en Republikeinen die geloofden dat met Obama een nieuw soort politiek zijn intrede zou doen in
Verwacht wordt dat eind deze week Hillary Clinton officieel zal worden aangewezen als minister van Buitenlandse Zaken. De benoeming had nogal wat voeten in de aarde. Niet zo gauw viel de naam
En dan was er nog Bill met zijn dubieuze vrienden. De voormalige president haalt miljoenen op bij buitenlandse staatshoofden en prominenten voor zijn humanitair werk. Maar kan Hillary bij pakweg Nursultan Nazarbayev, de potentaat van Kazakstan, aandringen op mensenrechten als diezelfde Nazerbayev een milde schenking doet aan de William J Clinton Foundation? En wat met bijvoorbeeld de Canadese tycoon Frank Giustra die de stichting levenslang de helft van alle winsten in zijn mijnimperium heeft beloofd? Bill vloog in 2005 samen met Giustra naar Astana om er met hun vriend Nazarbayev te dineren en tussendoor ook een contract af te sluiten dat Giustra een gezonde hap in de uraniummijnen van Kazakstan opleverde. Voor dat soort potentiële belangenconflicten is met Bill een bevredigende oplossing gevonden, zeggen de Clintons en het Obama Overgangsteam. Maar met de Clintons weet je nooit, moet Obama intussen zelf hebben ondervonden.
De honderdduizenden Amerikanen van Arabische origine die massaal voor Obama hebben gestemd moeten raar hebben opgekeken bij de benoeming van nog een andere oudgediende uit de Clinton-stal. Rahm Emanuel, de machtige stafchef van het nieuwe Witte Huis is een Israelische Amerikaan met dubbele nationaliteit, die in de eerste Golfoorlog niet in het Amerikaanse leger maar in dat van zijn andere vaderland Israël diende. Een uitspraak van Emanuels vader in de Israëlische krant Ma'ariv zegt veel over de ideologische sfeer waarin de sterke
De toekomstige minister
Ook het economische Obamateam is zwaar schatplichtig aan de Clintons. De Wallstreet bankier Timothy Geithner, getipt als minister van Financiën, is een nieuwkomer, maar een discipel van Robert Rubin, zijn voorganger onder Clinton. Rubin was de paus van de deregulering die onder andere de Glass Steagal Act, één van de sluitstukken uit de New- Dealwetgeving, uit de boeken schrapte en daarmee voor de banken de weg vrijmaakte om zich op het gevaarlijke terrein van de financiële spitstechnologtie te begeven. Dank zij Rubin – later de topman van Citigroep – konden banken reusachtige risico’s nemen met producten die exotische namen dragen als Credit Default Swaps en Mortgage Backed Securities. Het resultaat is bekend. Geithner is samen met Henry Paulson en Ben Bernanke verantwoordelijk voor het reddingsplan van 700 miljard dollar dat ondanks een massale financiële injectie in Wall Street tot nu toe weinig resultaat heeft opgeleverd.
Lawrence Summers wordt waarschijnlijk één van de economische topadviseurs van de nieuwe president en hij wordt getipt als opvolger van Bernanke aan het hoofd van de Federal Reserve. Summers komt net als Geithner uit de economische school van Rubin. Minder bekend is zijn rol in de Enron-affaire, het schandaal dat als het ware de huidige ineenstorting op Wall Street voorafbeeldde. Enron creëerde kunstmatige tekorten door elektriciteit uit Californië om te leiden naar buurstaten met de beruchte blackouts van 2000-2001 tot gevolg. De bedoeling was de prijsbeperkingen te doorbreken en op die manier de Californische markt vrij te maken voor tariefverhogingen. Summers noemde niet de criminele acties van Enron maar het verzet van de Democratische goeverneur Davis tegen de liberalisering “marktmanipulatie.”
Dat Obama in deze woelige tijden voor stabiliteit en continuïteit kiest is niet onlogisch. Dat hij teruggrijpt naar de beschikbare ervaring en expertise doet hem bijna automatisch bij het Clintonpersoneel uitkomen. Maar het laat bij veel kiezers een wrang gevoel na. De hoge verwachtingen die Obama met zijn schitterende retoriek heeft gecreëerd kon niet anders dan tot ontgoocheling leiden. Een blik in de linkse en progressieve blogs volstaat om te beseffen dat een deel van Obama’s kiespubliek nu al met het begin van een kater zit. Het was onvermijdelijk, maar niemand had verwacht dat de buyers’ remorse nog vóór de inauguratie op 20 januari zou toeslaan.