Friday, April 14, 2006

VADERS EN ZONEN

De appel valt niet ver van de boom. Richard Pipes was in de jaren zeventig en tachtig één van de gangmakers in Washington van de Koude Oorlog. Hij inspireerde president Ronald Reagan tot diens beroemde uitspraak over het “Imperium van het Kwaad.”

De niet meer zo jonge lezer zal zich herinneren dat Reagan daarmee de Sovjet-Unie bedoelde. Vandaag is het Imperium in de woorden van George W Bush een As van het Kwaad geworden De vijand is niet langer het wereldwijde communisme maar het Islamfundamentalisme en het daaruit voortvloeiende terrorisme. De ideologische peetvaders van de president heten nu Neocons en één van de meest fanatieke kruisvaarders van nu is niemand minder dan Daniel Pipes, zoon van Richard.

Vader Pipes was een veelgevraagde Sovjetexpert die in kranten en televisie-uitzendingen graag zijn mening gaf over wat zich volgens hem binnen de muren van het Kremlin afspeelde. Hij was een specialist van de Sovjet mind zegt hij zelf in de schitterende BBC film The Power of Nightmares die de opvallende gelijkenissen documenteert tussen toen en nu, tussen de moslimextremisten en de Neocons.

Pipes leidde in de jaren zeventig het zogenaamde B-team: een groep experts rond Paul Wolfowitz die het Pentagon moesten briefen over het militaire gevaar van de Sovjet-Unie. De CIA had ondanks spionagesatellieten en langdurige diepzeescanning niet kunnen bevestigen dat de Sovjets over een geheim elektromagnetisch wapen tegen duikboten beschikten. De deskundige Richard Pipes kwam tot een heel andere conclusie. Als de CIA de mysterieuze elektromagnetische torpedo niet kon vinden was dat het bewijs dat de Sovjets over een ander ondetecteerbaar en supergeheim wapen beschikten. Pipes concludeerde dat uit zijn kennis van de soviet mind. De neiging van de Neocons om feiten ondergeschikt te maken aan ideologie dateert dus niet van gisteren.

Zoon Pipes, Daniel, behoort samen met Paul Wolfowitz, Richard Perle, Douglas Feith en andere Neoconservatieve ideologen tot de meest extreme voorstanders van de zogenaamde oorlog tegen het terrorisme. Irak is nog maar het begin. In een recent krantenartikel suggereerde Pipes junior dat het misschien niet zo een slecht idee zou zijn om alle moslims in de Verenigde Staten in concentratiekampen op te sluiten zoals aan het begin van de Tweede Wereldoorlog met Amerikaanse burgers van Japanse origine gebeurde.

Dat de droom van een democratie naar Amerikaans model in het Midden-Oosten tot het bloedbad heeft geleid dat we nu in Irak meemaken is voor deze extreme ideoloog ook al een geringe prijs. Meer zelfs, in een interview met de Jerusalem Post drukt Pipes zijn tevredenheid uit over het feit dat het in Irak de moslims zijn die andere moslims doden. Dat is – zegt hij – noch het probleem van de coalitie noch dat van het Westen. Als Soenni-terroristen Sjiïeten viseren en omgekeerd dan vallen er minder slachtoffers onder niet-moslims. En Daniel ziet nog meer voordelen in de slachting van moslims door moslims: het geweld in Irak kan Syrië en Iran tot een regelrechte confrontatie verleiden.

Dat de Neoconservatieve strategen niet bang zijn van wat bloedvergieten wisten we al. Zij stonden tijdens de monsterachtige Iran-Irakoorlog van begin jaren tachtig aan de zijlijn te applaudisseren toen de Verenigde Staten de baarlijke duivel Saddam Hoessein hielpen zijn arsenaal van massavernietiginswapens uit te bouwen. In vergelijking daarmee is een beetje burgeroorlog in Irak een uit de hand gelopen burenruzie.

Johan Depoortere

Washington

donderdag 30 maart 2006

No comments: