Tuesday, October 25, 2005

ONBEKEND AMERIKA

Kennen we Amerika? Sinds Alexis deToqueville hebben Europeanen het land aan de andere kant van de oceaan bekeken met een mengsel van ietwat neerbuigende verbazing (de naieve Amerikaan) heimelijke bewondering (de optimistische Amerikaan), lichte jaloezie (de rijke Amerikaan) en uitgesproken ergernis (de arrogante Amerikaan). Sinds de verkiezing en de herverkiezing van de Texaan George W Bush is de balans helemaal naar de kant van de ergernis – zeg maar het afgrijzen overgeslagen: De Ugly American als het ware aan de macht en in het Witte Huis. Natuurlijk zijn de Verenigde Staten niet alleen het land van George W, Donald Trump en Bill Gates maar ook dat van Barbara Ehrenreich die in De achterkant van de Amerikaanse Droom in de huid kruipt van de miljoenen Amerikanen die met het minimumloon moeten (proberen te) overleven, Niet alleen het land van de Red Necks maar ook dat van de East Coast Liberals

In Het land dat zichzelf bemint doet Rudi Rotthier een poging om verder te kijken dan de clichés. Rotthier is één van de weinige – wellicht de enige en zeker de beste – Vlaamse beoefenaar van het journalistieke genre van de reisreportage. Eerder al maakte hij naam en faam met onder andere De Koranroute – het verslag van zijn reizen door het Midden-Oosten. Voor Het land dat zichzelf bemint reisde hij vijftien maanden van hot naar her door het immense Amerika. Hij praatte met studenten van de fundamentalistische Bob Jones University, met daklozen en lobbyisten in Washington, met Afrikaanse immigranten en aan de drank geraakte ex-militairen, met schrijvers en boekhandelaars. Het resultaat is een bont palet van kleine portretjes en meningen zogevarieerd als Amerika zelf. De meeste verhalen zijn de neerslag van toevallige ontmoetingen onderweg, vaak in de bus –of het busstation. Rotthier reist namelijk met het openbaar vervoer – of te voet en dat zorgt voor een bijzondere invalshoek. .

Van het moment dat ik je zag wandelen wist ik dat je geen Amerikaan kon zijn zegt Jaime, een Mexicaanse klusjesman die hij op een van zijn wandelingen tegenkomt. Autoloze Amerikanen zijn in regel niet blank. Pas als hij op weg is naar Florida krijgt Rotthier een groot aantal blanke medereizigers in de bus. Het zijn witten met een busexcuus: hartproblemen, rijbewijs kwijt, auto gestolen. Linda is één van hen: op haar zestigste verplicht om met de bus te reizen. Ze had een luchtvrachtbedrijf in Denver, Colorado maar toen na 11 september de luchtvaartsector in een crisis verkeerde zag ze het bedrijf dat ze zelf uit de grond had gestampt voor haar ogen ten onder gaan. Het vervolg klinkt bekend: spaarcenten opgegeten en dan op zoek naar een alternatief. Dat heeft Linda gevonden in de rijke bejaarden in Florida die haar betalen om hun auto naar huis terug te brengen nadat ze zelf gepakt en gezakt naar hun winterverblijf zijn gereden. Linda reist met de Greyhound van de ene klant naar de andere en de afgelopen maanden heeft ze meer nachten in een auto of een bus geslapen dan in een bed. De achterkant van de Amerikaanse Droom.

Barbara Ehrenreich heeft er een heel boek over geschreven. Rotthier ontmoet de auteur in haar woning op de Florida Keys, temidden van de mangrovestruiken en de naaldvissen die in de zomer uit het water opspringen. Niet direct het optrekje waar je een linkse schrijver zou vermoeden maar haar huis is gelet op de omgeving nog vrij bescheiden.
Ehrenreich steunde in de verkiezingen van 2000 presidentskandidaat Ralph Nader en hielp daarmee George W Bush aan zijn overwinning –een politieke keuze waarvoor ze openlijk het boetekleed aantrok. Kort vóór die verkiezingen dook ze drie maanden onder in de wereld van de Nickel and Dimed: de 25 tot 30 percent van de Amerikanen die letterlijk proberen te overleven op de cijfers na de komma. Voor drie keer een maand ruilde Ehrenreich haar riante villa op de Keys voor een gedeelde flat met slecht sluitende deuren of een stacaravan waarvoor ze dan telkens meer dan de helft van haar loon als dienster of rekkenvulster bij de goedkope winkelketen Walmart moest betalen. Ehrenreich kwam in haar under coveronderzoek naar de wereld van de blue collarworker op een andere planeet terecht. Werkgevers als Walmart voeren de druk op hun personeel dermate op dat meer en meer werknemers aan de kassa luiers moeten dragen omdat ze de plaspauze niet halen. En dat was onder de bloeiende economie in de Clintonjaren, waar velen nu met heimwee aan terugdenken.

Rudi Rotthier begint zijn zoektocht naar de ziel van Amerika in Philadelphia, de stad van de Broederlijke Liefde waar Thomas Jefferson zijn Declaration of Independence neerpende. Hij zit meteen in de dubbelzinnigheid die zo kenmerkend is voor God’s own Country. Jefferson had het zelf niet zo op het opperwezen begrepen maar zijn Onafhankelijkheidsverklaring wordt door fundamentalisten aangegrepen om de aanwezigheid van de Tien Geboden in rechtbanken te verantwoorden en om enkele keren per dag Gods zegen over het land af te roepen. Een slavenhouder die koudweg schrijft dat all men are created equal en dat iedereen het onvervreemdbare recht heeft op Leven, Vrijheid en het Streven naar Geluk.
Theorie en praktijk. In A people’s History of the United States doet de linkse historicus Howard Zinn schitterend uit de doeken hoe handig de Amerikaanse bovenlaag altijd is geweest in het verdoezelen van klassentegenstellingen en hoe ze tegengestelde belangen wisten onder te sneeuwen onder een dikke laag patriottisme en ronkende principeverklaringen. Jefferson ademde de geest van de Europese Verlichting, maar hij stond aan de wieg van een land waar het tot laat in de jaren zestig in sommige staten een misdaad was de evolutietheorie van Darwin te onderwijzen en waar tot twee jaar geleden homoseksualiteit tot gevangenisstraf kon leiden.

In een land waar volgens alle opiniepeilingen de meerderheid van de bevolking voorstander is van algemene ziekteverzekering kiest diezelfde meerderheid een president die wat overblijft aan openbare sociale voorzieningen wil privatiseren. Een christelijke fundamentalist in het Witte Huis verkozen door een meerderheid die op andere momenten zegt geen bezwaren te hebben tegen een wetgeving op humane levensbeëindiging. Nergens wordt de vrijheid van informatie zo geroemd als hier en nergens is de meerderheid van het publiek zo slecht geïnformeerd (Is Belgium the capital of Denmark?) Geen land ter wereld is zo geobsedeerd door gezondheid en fitheid en wellicht geen land ter wereld eet zo ongezond. Vervaldata op levensmiddelen worden in de winkel vlotjes onleesbaar gemaakt of overplakt. Toen voor het eerst een gekke koe op Amerikaanse bodem werd ontdekt volgde een indrukwekkende minimaliseringscampagne in de media: de koe kwam uit Canada, ze had geen familie binnen de landsgrenzen enz. We hebben het veiligste voedsel ter wereld verklaarde een woordvoerder van het ministerie van volksgezondheid maar een paar dagen later becijferde een van de nieuwsmagazines Time of Newsweek dat de Verenigde Staten het geringst aantal voedselcontroles uitvoert van de ontwikkelde landen.

Kunnen we Amerika kennen en bestaat er zo iets als “typisch Amerikaans?” Ik voel me soms alsof ik met behulp van één teen, gedipt in brak water, probeer de oceaan te beschrijven aldus Rotthier. Hij reist bijna de hele tijd door de veelbesproken fifty-fifty nation: stad-platteland, links-rechts. De politieke verhoudingen liggen zelden scherper dan 55-45.Voor elke Bush-fanaat vind je een Bush-hater, voor elke voorstander van de oorlog in Irak vind je een tegenstander. Een linkse die-hard als David Horowitz ziet het neoconservatieve licht en wordt op slag een icoon van rechts. Rudi Rotthier hoedt er zich voor algemene uitspraken te doen over Amerika. Hij registreert wat hij op zijn vijftien maand durende tocht tegenkomt en laat de lezer zijn conclusies trekken.

Ht land dat zichzelf bemint is buitengewoon onderhoudend en vlot geschreven. Rotthier heeft de gave om met enkele woorden een tafereel te schetsen (Linda heeft zichzelf over twee zitjes gedrapeerd) Zijn buurvrouw in de bus smukt zichzelf op: ze begint met haar teennagels,die ze knipt vijlt en schildert en baant zich vervolgens een weg naar haar hoofd, dat ze plamuurt en schildert… Jammer dat deze overigens zeer leesbare tekst te vaak ontsierd wordt door Belgicismen en verkavelingsvlaams (even later komen zijn vrouw en dochter ons vervoegen sic– fier in de betekenis van trots – quasi waar bijna wordt bedoeld, , reinigen voor schoonmaken, weerhouden etc etc). Een beetje redacteur of proeflezer had dit soort taalmisbaksels kunnen uitwieden en de lezer (of sommige lezers) een pak ergernis besparen.

Johan Depoortere
zondag 23 oktober 2005


Het Land dat zichzelf bemint
Rudi Rotthier
Uitgeverij Atlas
463 bladzijden
***

DSL
27-10-05

No comments: