Thursday, September 29, 2005

NO DIRECTION HOME

Gisteren het tweede en laatste deel gezien van de documentaire die Martin Scorsese maakte over Bob Dylan. Genieten! De aandoenlijke krullebol van toen is nu een wiser older man: dieper maar nog altijd enigszins raspend stemgeluid, gegroefde trekken en hier en daar wat grijs. Maar met een charisma dat nog altijd van het scherm spettert.

Als twee reuzenfiguren als Dylan en Scorsese elkaar ontmoeten moeten de vonken er wel af springen. En dat is in No Direction Home absoluut zo. Het procédé van Scorsese heeft niet zo gek veel om het lijf: een interview met het hoofdpersonage als rode draad, strak gefilm in cu – sobere belichting – en daarrond schitterend gemonteerd de muziek en de soundbites van vrienden, collega’s, (ex-)vriendinnen. Meer moet dat inderdaad niet zijn.

Ik voelde tastte en rook de jaren zestig en de betovering van toen was weer helemaal terug: Dekenstraat 89- René die Dylan en Brassens en Pete Seeger speelt en via de enorme luidsprekers van zijn public address-systeem iedereen laat meegenieten. Blonde on Blonde… Highway 61 Revisited,…Like a Rolling Stone…Everybody must get stoned.
Dylan produceerde de schitterendste teksten aan de lopende band. Je ziet hem op zijn mechanische schrijfmachine bonken terwijl rond hem een vrolijke bende aan het lachen en het praten is. Het borrelde zo bij hem op – hij moest het alleen maar opschrijven, zo lijkt het toch.

Waarom was die wat schriele jongen uit Hibbing Minnesota in een keer het icoon van die jaren? Niemand weet het maar als je die zwart-witbeelden terug ziet begrijp je het meteen weer. Hij zelf haatte het zo genoemd te worden maar hij was wel de vleesgeworden geest van de sixties. Je moet er geweest zijn om het te begrijpen…Het hoogtepunt duurde hooguit een jaar of vijf – van 61 tot het motorongeluk in 66. Wat daarna kwam is niet meer van dezelfde orde en daar laat Scorsese zijn documentaire ook eindigen. Geen nood vanavond is Best of the Beatles op Public TV. Wie zei ook weer dat Amerikaanse televisie niets dan rotzooi is?

BAIT AND SWITCH

De auteur van Nickel and Dimed (Barbara Ehrenreich) heeft nu een nieuw boek geschreven. N and D ging over de blue collars die vaak twee of drie jobs moeten doen om rond te komen.Bait and Switch gaat over de goed opgeleide white collar worker die het blijkbaar niet veel beter heeft. Integendeel: als hij uit de boot valt heeft hij niets om op terug te vallen - geen sociaal vangnet, geen ziekteverzekering. Niet voor niets is het leger nieuwe armen voor een groot deel uit die rangen afkomstig.

Net als voor haar eerdere boek ging Ehrenburg onder cover – en onder haar meisjesnaam Barbara Alexander - een job zoeken in de white collar sector. Hallucinant verhaal. Werkloos zijn draagt in die kringen meer nog dan in die van de blue collar worker een sociaal stigma met zich mee. Vandaar de newspeak: ontslagen kaderleden zijn niet werkloos maar in transition. Wie een tijd werkloos is geweest moet heel creatief het gat in zijn curriculum zien te verdoezelen. Losse jobs heten dan counciling.
Een leger free-lance experts staat klaar om de werkzoekende te helpen (tegen 500 dollar per uur) – sommigen tonen je niet alleen de weg naar werk maar ook die naar God.

Barbara Alexander vindt uiteindelijk een job maar uiteindelijk bedankte ze: ze werd niet betaald en moest zelf alle onkosten dragen (auto, representatieve kleren etc). Dat is blijkbaar de nieuwe trend: geen loon, alleen commissie. Risico voor de werkgever nul, voor de werknemer enorm. The American Dream

PINOT GRIGIO

Dit land blijft me verbazen. Gisteren had ik bijna een incident in de supermarkt. Ik kocht een fles Pinot Grigio en aan de kassa moest ik mijn identiteit bewijzen. Zie ik er soms jonger dan achttien uit? Nee een plaatselijk reglement wil dat al wie alcohol aankoopt geregistreerd moet worden. Alcoholist met 1 fles Pinot Grigio? De man aan de kassa was een hispanic (uiteraard want WASPS [1]vind je nauwelijks in dat soort nickel and dime jobs) en hij had het gezond verstand om niet aan te dringen.


[1] White Anglo-Saxon Protestant

Wednesday, September 28, 2005

DIJKEN MOETEN WINST MAKEN

De orkaan Katrina heeft behalve de dijken ook een paar Amerikaanse mythes doorprikt: die bijvoorbeeld van de universele welvaart in Amerika en die van de rassengelijkheid.
Zelfs president Bush heeft de armoede ontdekt en tot twee keer toe herhaalde hij in een toespraak dat doortastende actie nodig is om een einde te maken aan de armoede die wortels heeft in een geschiedenis van rassendiscrimininatie.

Zwarte Amerikanen – ze maakten de meerderheid uit in de stad New Orleans – zijn ervan overtuigd dat aan die discriminatie nog lang geen einde is gekomen ook al zijn de uiterlijke tekenen van het rauwe racisme dat in de jaren zestig nog tot ongestrafte lynchpraktijken leidde uit het openbare leven verdwenen.. Polls tonen aan dat een grote meerderheid van Afro-Amerikanen de late en klungelachtige reactie van de overheid op een ramp die vooral armen en zwarten trof precies aan die erfenis van discriminatie toeschrijven. Dat vertegenwoordigers van de blanke middenklasse dat anders zien bewijst alleen maar dat de twee gemeenschappen elk een totaal andere perceptie hebben van de realiteit.

Het is natuurlijk ook geen toeval dat de meerderheid van de slachtoffers arm en zwart zijn.
Zij wonen nu eenmaal in de meest kwetsbare gebieden omdat de woningen daar het goedkoopst zijn. En er is reden om te vermoeden dat die gebieden kwetsbaar zijn en blijven precies omdat daar minder kapitaalkrachtigen wonen. De waarde van een mensenleven is in de Amerikaanse samenleving immers een marktgegeven. Verzekeringsmaatschappijen zullen met grote precisie kunnen zeggen wat het leven van pakweg een veertigjarige werkloze vrouw in Saint Bernard Parish waard is in vergelijking met dat van een dertigjarige blanke beursmakelaar in Maitairie.

In de Verenigde Staten worden de bouw en het onderhoud van de dijken uitbesteed aan het Army Corps Engineers, zo iets als Rijkswaterstaat in Nederland. Er wordt de laatste weken in de Amerikaanse media herhaaldelijk naar Nederland verwezen als voorbeeld hoe daar het land zich tegen de zee beschermt. Vorig jaar sloot het Corps Engineers zelfs een convenant met Rijkswaterstaat om kennis over dijken te delen. Die kennis kwam blijkbaar te laat om de ramp met Katrina te voorkomen, maar dat de vloedgolf na de orkaan de dijken doorbrak had meer dan alleen technische oorzaken.

In een interview met NRC Handelsblad legt Dave Sanford, een adviseur van het Army Corps of Engineers, uit hoe dat komt. De dijken in New Orleans waren gebouwd om te weerstaan aan een orkaan van categorie drie. Om tegen categorie vier bestand te zijn – het kaliber van Katrina – was véél meer geld nodig geweest, maar dat geld is uit puur economische overwegingen nooit gevraagd De berekening gaat als volgt: Eerst neemt men de voorspelde kosten van de aanleg. Daarna wordt berekend hoeveel het kost als er geen dijk wordt aangelegd en het gebied overstroomt. Pas als de kosten van de aanleg lager zijn dan de voorziene schade bij overstroming, staat het Amerikaanse systeem toe dat een dijk wordt aangelegd. Wij moeten streven naar maximale winst, aldus Dave Sanford in de NRC.

De conclusie is dat de dijken hoger worden naarmate de huizen die erachter staan duurder zijn. Het is deze perverse logica die honderdduizenden armen dakloos heeft gemaakt. Natuurlijk zijn dit keer ook betere wijken getroffen: ook de beursmakelaar in Maitairie heeft zijn huis onder water zien lopen. Maar hij is wellicht verzekerd en zal zonder al te grote problemen een nieuwe start maken. Voor de armen, werklozen, zieken en ouderen ziet de toekomst er zonder meer uitzichtloos uit. Want ondanks de fraaie woorden van de president wachten duizenden verplaatste personen uit New Orleans in sportstadia en shelters verspreid over het Zuiden van de Verenigde Staten nog altijd op substantiële hulp.


Johan Depoortere
22-9-2005

Saturday, September 10, 2005


 Posted by Picasa

 Posted by Picasa

 Posted by Picasa

 Posted by Picasa

 Posted by Picasa

Evacuatie Posted by Picasa

 Posted by Picasa

 Posted by Picasa

 Posted by Picasa

De wapens heersen in the Big Easy


Posted by Picasa

 Posted by Picasa

Posted by Picasa

EEN POLITIEKE RAMP

Leven politieke leiders op een andere planeet?
Twee dagen duurde het eer president Bush het de moeite waard vond om zijn vakantie te onderbreken en al zijn aandacht te richten op de hulpverlening na de orkaan Katrina.
De stad New Orleans stond toen al voor tachtig percent onder water en hele steden en dorpen aan de kust van Mississipi waren van de kaart geveegd. Pas vier dagen na de ramp besloot de president het getroffen gebied te bezoeken. Hij bekeek het vanuit de lucht. Het gaf me een sterk deja vu gevoel. Toen de Russische duikboot Koersk in augustus 2000 met man en muis verging kwam een bruingebrande president Poetin in zijn vakantie-oord Sotsji aan de Zwarte Zee nonchalant verklaren dat het allemaal best meeviel en dat de bemanning gered zou worden.

Nu Amerika de terroristische aanslagen van 11 september herdenkt vallen de verschillen met vier jaar geleden meer dan ooit op. Toen greep Bush temidden van het puin een megafoon en zwoer in een spontane en emotionele toespraak dat Amerika zou terugslaan. Met één klap werd de man die op dubieuze manier president was geworden de onbetwiste aanvoerder van een natie die hunkerde naar zekerheid en leiderschap. Nu is die natie meer dan ooit verdeeld. Bush heeft nog altijd de steun van de meeste republikeinen ook al hebben velen vraagtekens bij de manier waarop de president Katrina en de binnenlandse problemen aanpakt. De andere helft van de Amerikanen missen net nu het leiderschap dat nodig is om een crisis het hoofd te bieden die qua ernst en gevolgen 11 september evenaart. Nancy Pelosi, de leider van de democratische minderheid in het Huis van Afgevaardigden noemde het gedrag van Bush in deze crisis “gevaarlijk” en ze verweet de president blind te zijn voor de realiteit.

De pijnlijke realiteit is dat de leiders van de Verenigde Staten ook na 11 september blijkbaar niet in staat zijn de veiligheid van de burgers te verzekeren. Katrina kan vergeleken worden met een terroristische aanslag met massavernietigingswapens, schreef USA-Today. Het centrum van de stad Biloxi aan de kust van de Golf van Mexico zag er na de doortocht van de orkaan uit als Ground Zero na een nucleaire aanval. Toch duurde het dagen eer ik daar de eerste hulpverleners en militairen zag verschijnen. Mensen die alles verloren hadden dwaalden tussen het puin op zoek naar iets eetbaars. Er was geen elektriciteit, geen stroom en geen communicatie met de buitenwereld. Toch is het departement van Binnenlandse Veiligheid na 11 september precies opgericht om dat soort toestanden te voorkomen of het hoofd te bieden.

De Federale dienst voor Rampenbestrijding FEMA, onderdeel van Binnenlandse Veiligheid, blunderde en klungelde dat het niet meer mooi was om aan te zien. FEMA wordt geleid door Michael Brown. De man weet alles van Arabische raspaarden – hij was voorzitter van de Arabian Horses Association – maar van rampenbestrijding heeft hij absoluut geen kaas gegeten. Brown bleek uren na de doortocht van de orkaan van toeten noch blazen te weten en tot overmaat van ramp legde hij de schuld voor de omvang van de catastrofe bij de slachtoffers: die hadden maar op tijd moeten vertrekken vond hij. Toch achtte president Bush het nodig om Brown publiekelijk te prijzen. You’ve done a heck of job Brownie, zei hij bij zijn - te late - bezoek aan New Orleans. Een week later werd Brownie de leiding van de reddingsoperatie ontnomen, maar hij blijft directeur van FEMA.

Voor zwart Amerika is het duidelijk dat de reactie helemaal anders was geweest als niet arme zwarten maar rijke blanken het slachtoffer waren geworden van de natuurramp.
Zeventig percent van de ondervraagden in een recente opiniepeiling onder Afrikaans - Amerikanen vonden dat ras inderdaad wel een rol heeft gespeeld. Slechts een veertig percent van de blanken zijn het daarmee eens. Waaruit nog maar eens blijkt dat Amerika ook raciaal nog altijd dieper verdeeld is dan op het eerste gezicht lijkt.