Wat hebben Tom Delay, Newt Gingrich, Ted Haggard, Mark Foley en Jack Abramoff gemeen? Alle vijf zijn ze vooraanstaande leden van religieus Rechts in Amerika, ultraconservatieve Republikeinen en overtuigde fans van het Bush Witte Huis. Alle vijf moraalridders die niet nalieten met het beschuldigende vingertje te zwaaien naar al wie hun conservatieve "morele waarden" niet leek te delen. Alle vijf zijn ze de afgelopen paar jaar van hun voetstuk gevallen, veroordeeld wegens corruptie ofbetrokken in seksschandalen. Even het geheugen opfrissen.
Tom Delay, van huis uit insectenverdelger, was tot vorig jaar de machtigste man binnen de Republikeinse Partij, bijgenaamd De Hamer. Een fondsenverwerver die congresleden en senatoren kon maken en breken. In juni 2006 moest hij aftreden als fractieleider van de Republikeinse meerderheid in het Huis wegens het vermoeden van gesjoemel met campagnefondsen en zijn banden met Jack Abramoff.
Jack Abramoff, de superlobbyist zit een gevangenisstraf van 70 maanden uit wegens fraude en corruptie. Hij sleurde in zijn val een aantal Republikeinse kopstukken en hun naaste medewerkers mee.
Ted Haggard, tot een jaar geleden pastor van een Evangelische Kerk die banvloeken uitsprak over homoseksuelen en lesbiennes. Hij was voorzitter van de National Association of Evangelicals en in die hoedanigheid een graag geziene gast in het Witte Huis. In november vorig jaar gaf hij toe dat hij een mannelijke prostititué betaalde voor seks en drugs.
Newt Gingrich was speaker - voorzitter - van het Huis van Afgevaardigden van 1995 tot 1999. Hij was de drijvende kracht achter de Republikeinse Revolutie die een einde maakte aan 40 jaar Democratische meerderheid in het Congres. Hij leidde de pogingen om president Bill Clinton via de procedure van het impeachment af te zetten wegens de Monica Lewinsky affaire. Gingrich heeft onlangs toegegeven dat hij in diezelfde periode een buitenechtelijke verhouding had in Washington.
Mark Foley, voormalig Republikeins Congreslid met een reputatie van kruisvaarder tegen kinderporno en seksueel misbruik van jongeren. Moest aftreden toen de scabreuze inhoud bekend werd van de e-mails en sms'jes die hij naar de Congrespages stuurde: jongeren die op Capitol Hill stage lopen. Foley verklaarde zijn gedrag achteraf door zijn drankprobleem en het feit dat hij zelf als misdienaar door een katholieke priester werd misbruikt.
Nu hebben de Republikeinen lang niet het monopolie van de hypocrisie: er zijn genoeg Democraten te vinden die een scheve schaats rijden of reden maar die blazen tenminste meestal niet zo hoog van de morele toren. De vijf bovengenoemden kunnen daarom dingen naar de titel van hypocriet van de eeuw.
Maar sinds kort hebben ze stevige concurrentie gekregen van David Vitter, een Republikeinse Senator uit Louisiana en sinds 1991 een rijzende ster in de partij. Vitter is een vooraanstaande conservatief, zeer gekant tegen abortus, het homohuwelijk en andere uitingen van moreel verval. Een paar weken geleden raakte bekend dat hij op de klantenlijst stond van Deborah Jeane Palfrey, de zogenaamde "D.C. Madam" die prostituees leverde aan de hoogste kringen van de Washingtonse politiek. Een andere klant in het telefoonboekje van mevrouw Palfrey was Randall Tobias, een onderminister van Buitenlandse Zaken die als opdracht had prostitutie uit te bannen in de Derde-Wereldlanden die Amerikaanse hulp krijgen in de bestrijding van Aids.
David Vitter was volgens de Madam van een ter ziele gegaan bordeel voor de betere klasse in New Orleans ook daar een van de goed betalende klanten. Vorige week sprak hij - in het gezelschap van zijn vrouw - zijn publieke biecht: Hij gaf toe dat hij zwaar had gezondigd en kon op die manier - althans voorlopig - zijn politieke vel redden. Maar als je het mij vraagt: geef hem die trofee!
De CNN talking heads waren niet zuinig met grote woorden als "baanbrekend" en "revolutionair." Ze hadden het over de verkiezingsdebatten die ze in samenwerking met Youtube organiseerden en waarvan maandagavond de eerste aflevering werd uitgezonden. Het was een huwelijk tussen internet en televisie, tussen doe-het-zelf journalistiek en de mainstream media. Maar het was meteen duidelijk wie de leidende partner is in de relatie. 3000 internetgebruikers hadden een filmpje in ware Youtube-stijl opgestuurd, CNN hield er 39 van over. CNN was met andere woorden de ultieme scheidsrechter en dan was er nog altijd de grijze Anderson Cooper om ervoor te zorgen dat het debat niet "ontspoorde".
Vrijwel iedereen was het erover eens dat de vragen beter waren dan de antwoorden. De Youtubers deden hun best om de kandidaten - zeven grijze heren en Hillary in flamingo roze - uit hun cocon van diepgevroren standaardantwoorden te krijgen, maar daar slaagden ze maar zelden in. Het leverde een paar grappige momenten op, zoals toen de kandidaten werd gevraagd iets positiefs en iets negatiefs te zeggen over hun linker buur op het podium. John Edwards prees Hillary en Bill maar besloot met een commentaar op Hillary's vestimentaire keuze: dat jasje, dat weet ik niet zo. Obama, zoals steeds de verzoener nam het op voor het jasje van Hillary en Dennis Kucinich, de onvermoeibare anti-oorlogskandidaat merkte grinnikend op dat er ter linkerzijde van hem niemand op het podium stond.
Het debat zou dat niveau nauwelijks hebben overstegen waren er niet die paar beklijvende momenten - alweer op conto van de vraagstellers, niet van de beroepspolitici op het podium. Er was die vrouw met kanker die haar pruik afnam en een kaal hoofd tentoon spreidde. Haar vraag was: Wat gaat u doen voor mensen met een ongeneeslijke ziekte en zonder ziekteverzekering. Of die vader, die zijn vraag had opgenomen in de woonkamer met drie Amerikaanse vlaggen op de achtergrond: het soort vlaggen dat de familie krijgt bij een militaire begrafenis. De man had zijn vader en grootvader in de wereldoorlogen verloren en zijn oudste zoon in Irak. Nu vroeg hij hoe de kandidaten konden verhinderen dat ook zijn jongste zoon in de Irakese vleesmolen zou verdwijnen.
Wat we te zien kregen maandagavond was dus internetdemocratie aan het werk . Of toch een beetje want de panische angst dat het uit de hand zou lopen was zowat van het gezicht van moderator Anderson Cooper af te lezen. Stel je voor dat Youtubers hun vragen ongefilterd op de kandidaten hadden kunnen loslaten, of dat ze hen hadden kunnen dwingen een duidelijk antwoord te geven. Sommige vragenstellers die een filmpje hadden ingestuurd waren ook in de zaal aanwezig en konden achteraf zeggen of ze al dan niet tevreden waren met het antwoord dat ze hadden gekregen. De meesten niet dus.
Hillary Clinton, Barak Obama
Hillary Clinton kwam ook in dit debat net als bij de vorige gelegenheden als de best voorbereide, niets aan het toeval overlatende professional naar voren. Clinton was zelfverzekerd en straalde superioriteit uit. Maar juist in dit formaat kan zich dat veeleer tegen haar keren. Haar metaalharde stem versterkt nog het imago van een harde tante, die bovendien voortdurend moet bewijzen dat ze even betrouwbaar, maar ook even rücksichtlos en cynisch kan zijn als de beste van haar mannelijke collega's. Vandaar die vraag aan Hillary of ze wel vrouwelijk genoeg is (en Obama wel zwart genoeg). Clinton probeerde de vraag weg te lachen, maar het blijft haar grote probleem: hoe mannelijk moet een vrouwelijke kandidaat zich gedragen om president van de Verenigde Staten te worden?
door Johan Depoortere | 25 juli 2007 10:00 25 juli 2007 10:00 | 0 reacties | reageer hier
De campagne van John McCain is terminaal. De kandidaat voor het presidentschap, die als Republikeinse koploper begonnen is, is zo goed als failliet en hij moest tientallen campagnemedewerkers wegens geldgebrek ontslaan. Erger nog - ook zijn campagneleiders verlieten het zinkende schip. McCain zelf blijft er ogenschijnlijk de moed in houden, ook al moet hij voortaan lijnvluchten nemen in plaats van een duur chartervliegtuig. Hij zegt dat hij ermee doorgaat zo lang hij geld heeft om de benzine te betalen voor zijn campagnebus, de Recht-voor-de-raap Express.
Geldgebrek is niet het enige wat de campagne van McCain stilaan tot een hopeloze zaak maakt. McCain staat nog altijd pal achter de oorlog in Irak en de surge, de troepenversterking waarmee president Bush het tij wil doen keren. Hij komt daarmee - ook binnen de Republikeinse partij - steeds meer alleen te staan. Bovendien bevond hij zich aan de verkeerde kant van het debat over immigratie: die van het Witte Huis dat een compromis wou doordrukken voor legalisatie van de illegale immigranten gekoppeld aan een "gastarbeidersprogramma." Een meerderheid van zijn partijgenoten schoot met steun van conservatieve democraten het voorstel genadeloos af. Bovendien kunnen de ultraconservatieven binnen de Republikeinse Partij McCains bloed wel drinken. Hij mag dan al zijn openbare ruzie met de christelijke fundamentalisten hebben bijgelegd, de evangelische ultra's blijven hem vanaf de kansel verketteren.
Mc Cain bevindt zich nu weer in de positie waar hij zich het best thuis voelt: die van underdog. Dat was hij ook toen hij het in 2000 opnam tegen de gouverneur van Texas met de achternaam en het netwerk van de Bushdynastie. Hij won toen bijna - maar moest het onderspit delven na een lastercampagne waarin werd gesuggereerd dat hij de verwekker was van zijn adoptiedochter uit Bangladesh en dat zijn gevangenschap in Vietnam zijn geestelijke gezondheid had aangetast. Nu - acht jaar later - begon hij aan zijn campagne als de gezalfde opvolger van zijn vroegere rivaal en gedoodverfde Republikeinse kanshebber, en dat is een rol die de vechtjas McCain duidelijk minder ligt.
John McCain hoort tot die zeldzame soort politici die hun principes hoger stellen dan de voorbijgaande eisen van een verkiezingscampagne, maar de vraag is of de kiezers hem daar ook voor zullen belonen. De geldschieters van de Republikeinen alvast niet.
Hillary Clinton is niet bepaald de eerste aan wie je denkt als het over de Evangelicals gaat, de conservatieve religieuzen die de Amerikaanse politiek de laatste decennia zo grondig hebben beïnvloed. Wie ook maar een blik werpt op de titels van de onophoudelijke stroom boeken over Hillary krijgt veeleer de indruk te maken te hebben met een rabiate feministe, een extreem-linkse amazone, een cryptocommuniste, ja god verbiede, een atheïste. In het vocabularium van haar tegenstanders is geen etiket te gek of te buitensporig om haar te demoniseren. In werkelijkheid staat Hillary met beide benen in een religieuze traditie die teruggaat tot de 18e eeuw en die aan de grondslag ligt van de Evangelische stromingen van nu.
John Wesley
Hillary's sociale engagement is geïnspireerd door haar achtergrond van Methodistisch christendom. John Wesley, de stichter van de Methodistische kerk ijverde in de 18e eeuw al voor hervorming van het gevangeniswezen en tegen de slavernij. Carl Bernstein, de auteur van de jongste Hillarybiografie, noemt religie zelfs de belangrijkste vormende factor van haar karakter. Het blijkt ook de voornaamste drijfveer voor haar politieke ambitie en hij schrijft dat ze "alleen dank zij haar religie de opeenvolgende crises in haar huwelijk met Bill te boven is gekomen."
Nadat ze tot Senator van New York was verkozen verraste Hillary vriend en vijand door geregeld op Capitol Hill in een gebedsgroep op te duiken waar ze in het gezelschap verkeerde van diehard conservatieven en fundamentalisten als Sam Brownback, de Republikeinse presidentskandidaat die zegt niet in de evolutietheorie te "geloven." In één van de sessies gaf Brownback in een publieke biecht toe dat hij Hillary had "gehaat" en "smadelijk" over haar had gesproken. Maar nu erkende Brownback dat hij daarmee had "gezondigd" en hij vroeg publiekelijk om vergiffenis. (Het hele verhaal staat te lezen in een uitgebreid portret van Hillary in The Atlantic.)
Wie Hillary's religiositeit zag als een bocht naar rechts of een poging om haar electorale basis te verbreden vergeet dat wat ze toen deed helemaal in de lijn ligt van haar persoonlijke geschiedenis. Ook toen ze in 1995 haar intrek nam in het Witte Huis sloot ze aan bij een vrouwengebedsgroep - die ook al bevolkt werd door de echtgenotes van een aantal vooraanstaande ultra-conservatieven als de toenmalige senator Jack Kemp. Een van de leden was de vrouw van Kenneth Star, de openbare aanklager die de Clintons jarenlang het leven moeilijk maakte met zijn onderzoek naar het Whitewaterschandaal, dat nota bene nooit noemenswaardige laakbare feiten boven water bracht.
Zelf zei ze ooit: "actie voeren om het lijden te verzachten is een deel van mijn christelijke missie. Dat wordt expliciet erkend in de Methodistische traditie en daarom voel ik me thuis in die kerk." Hillary staat niet alleen met haar christelijk geïnspireerd politiek engagement. De laatste jaren is binnen de Evangelische beweging een opmerkelijke verschuiving aan de gang. Christenen die zich vanuit de bijbel zorgen gaan maken over thema's als klimaatsverandering en milieu bijvoorbeeld, of die zich verzetten tegen de doodstraf. De Hillary-haters die vooralsnog de dienst uitmaken bij de fundamentalistische christenen zullen niets onverlet laten om hun kudde te waarschuwen tegen alweer een goddeloze Clinton in het Witte Huis. Wat Hillary niet zal beletten in de verkiezingscampagne haar religieuze achtergrond in de verf te zetten in de hoop althans een deel van de christelijke achterban voor zich te winnen.
door Johan Depoortere | 16 juli 2007 11:00 16 juli 2007 11:00 | 1 reacties | reageer hier
De race naar het Witte Huis is een kostbare aangelegenheid en de kansen van elke kandidaat worden afgelezen aan de hoeveelheid campagnefondsen die hij of zij weet te verzamelen. Daarom is het elk kwartaal met spanning uitkijken naar de cijfers die de kandidaten bij wet verplicht zijn te publiceren.
Barak Obama
In termen van cash ligt bij de Democraten Barak Obama op kop. Hij is als underdog in het veld getreden maar overtreft nu zelfs de formidabele geldmachine van Hillary Clinton. Obama ruifde in het afgelopen kwartaal de recordsom van 32,5 miljoen dollar binnen, 5,5 miljoen méér dan zijn rivale aan de top van het Democratische kanshebbers. Obama haalt dat bedrag op bij 258000 donoren 110000 mensen hebben volgens de Obama-campagne kleinere bedragen gestort via het internet en dat betekent dat de Democratische kandidaat later nog eens met de pet kan rondgaan. In die zin lijkt de campagne van Barak Obama op die van Howard Dean in 2004. Ook Dean moest het hebben van grassroots aanhangers die hij grotendeels via het internet mobiliseerde. Dat Deans campagne later als een soufflé ineenzakte is weer een ander verhaal - en voor de aanhang van Barak ongetwijfeld een veeg teken.
Nieuw en betekenisvol is ook dat de Democraten samen nu beter scoren in de money-race dan de Republikeinen. Het resultaat van Barak Obama overtreft dat van de Republikeinen Giuliani, Romney en McCain samen. Pundits verklaren het fenomeen door de oorlogsmoeheid van het publiek.
John McCain en G.W. Bush
Het zegt veel dat John McCain, de meest uitgesproken havik als het op Irak aankomt, het bijzonder slecht doet. De voormalige Republikeinse koploper heeft nog slechts een paar miljoen cash te besteden en hij was verplicht tientallen campagnemedewerkers te ontslaan.
De campagne van McCain zit in een sukkelstraatje niet alleen door de uitzichtloosheid van de situatie in Irak maar ook door de recente opdoffer die de senator kreeg over de immigratiewet. McCain was één van de peetvaders van het compromis dat ook president Bush met hand en tand verdedigde maar dat in de Senaat genadeloos is weggestemd. Erger nog: het zijn vooral McCains conservatieve vrienden die het voorstel in de vernietiging hebben gereden.
De échte presidentscampagne moet nog beginnen maar nu al wordt met bakken modder gegooid. De extreemrechtse stormram Ann Coulter doet haar reputatie van stokebrand eer aan met een aanval op Democratisch presidentskandidaat John Edwards: Ik wou dat hij was omgekomen in een terroristische moordaanslag zei Coulter in Good Morning America , het veel bekeken ochtendprogramma van ABC. Eerder al had ze Edwards een pot genoemd. Toen Coulter daarover werd ondervraagd op een ander mainstream televisieprogramma, Hardball op NBC, belde Edwards' vrouw Elizabeth live met het verzoek aan Coulter de haatcampagne tegen haar man stop te zetten.
Ann Coulter
Provocerende uitspraken zijn het handelsmerk van Ann Coulter die daar een meer dan aardige cent aan verdient. Haar boeken halen miljoenenoplagen en ze is een veel gevraagde gast in praatprogramma's en radioshows. De dag na 11 september riep ze de regering Bush op al die (moslim)landen binnen te vallen, hun leiders te vermoorden en de bevolking onder dwang tot het christendom te bekeren! Niet minder dan dat.
Maar ook Edwards probeert nu uit de haatcampagne van Coulter een graantje mee te pikken. In een e-mail tot sympathisanten roept Edwards' campagneleider op financieel bij te dragen om Coulters aanvallen te neutraliseren. Edwards wil in het tweede kwartaal 9 miljoen dollar verzamelen en om zijn kiezers ertoe aan te zetten naar de pen te grijpen en de check in te vullen wordt in de e-mails de clip met het hatelijke commentaar van Coulter meegegeven. Coulter trapte dus voor open doel toen ze in Hardball verklaarde dat ze haar aanvallen op Edwards zou staken als die zou ophouden haar naam te gebruiken om geld in te zamelen.
door Johan Depoortere | 29 juni 2007 18:00 29 juni 2007 18:00 | 7 reacties | reageer hier
15 september staat zwaar in het rood aangestreept op de kalender van het Witte Huis. Dan moet generaal Petraeus, de Amerikaanse opperbevelhebber in Irak, verslag uitbrengen over het resultaat van de surge, de troepenversterking waartoe president Bush begin dit jaar heeft besloten en die de lang verwachte wending in de oorlog zou moeten brengen. Maar de voortekenen zijn niet goed. Het aantal Amerikaanse doden in Irak is opgelopen tot meer dan 3600 en elke dag vallen nu onder Amerikanen en hun bondgenoten gemiddeld 3,5 dodelijke slachtoffers. Dat is méér dan de Amerikaanse publieke opinie bereid is te aanvaarden en de druk op het Witte Huis wordt stilaan ondraaglijk.
De Democraten in het Congres bereiden een nieuw wetgevend offensief voor om president Bush te dwingen van koers te veranderen en de troepen op korte termijn naar huis terug te laten keren. Maar wat de president vooral zorgen moet baren is de muiterij in zijn eigen partij. Republikeinen die tot voor kort pal achter de oorlog stonden verlaten in een alarmerend tempo het schip. Richard Lugar, een Republikeins zwaargewicht met zes termijnen in de Senaat, maakte grote indruk met een speech waarin hij de president opriep een andere koers te gaan varen. Pete Domenici, een andere conservatieve Republikein met veel aanzien in de partij, deed nu hetzelfde. De aanzwellende rebellie neemt zulke proporties aan dat de president zich genoodzaakt zag zijn chef staf Steve Hadley naar het Congres te sturen in een wanhopige poging de rangen gesloten te houden. Zonder veel resultaat schrijft de bijzonder goed geïnformeerde conservatieve columnist Robert Novak. De Republikeinse senatoren staan onder zware druk van hun kiezers - de rebellen komen bijna allen uit staten waar ze volgend jaar in tussentijdse verkiezingen hun zetel moeten verdedigen.
De New York Times, die met haar verslaggeving over de Massavernietigingswapens mee heeft geholpen om het publiek op de oorlog voor te bereiden neemt nu met een gedetailleerde argumentatie in een hoofdartikel uitdrukkelijk stelling vóór het beëindigen van de oorlog en terugtrekking van het gros van de Amerikaanse troepen. Een Republikeinse rebel van het eerste uur, de Vietnamveteraan Chuck Hagel uit Nebraska schreef een brief aan de president die hij daarna ook in de Financial Times publiceerde en waarin hij een internationale bemiddelaar voorstelt om een einde aan het conflict te helpen maken.
Als we de Washington Post en de New York Times mogen geloven groeit nu ook in het Witte Huis zelf stilaan de overtuiging dat de huidige strategie tot mislukken gedoemd is en dat de Iraakse regering van premier Maliki ondanks alle beloften niet bereid of in staat is tot de politieke verzoening die onontbeerlijk is om een einde te maken aan de burgeroorlog. Naaste medewerkers van de president werken volgens de Post aan een plan om de strategische doelstellingen te herdefiniëren (lees: de ambities terug te schroeven) maar het Witte Huis ontkent dat het van plan is troepen terug te trekken. Alles wijst erop dat er op het hoogste regeringsniveau in Washington een strijd aan de gang is tussen de pragmatici (defensieminister Robert Gates, minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice) en de hardliners aangevoerd door vice-president Dick Cheney. Cheney is nog altijd de machtigste man in de regering Bush maar door de muiterij in de Republikeinse rangen komt hij meer en meer alleen te staan naast zijn baas George W Bush.
Het was een emotioneel debat in de Senaat. Sommige medewerkers van senatoren die drie maanden aan een compromis voor een nieuwe immigratiewet hadden gewerkt stonden met tranen in de ogen toen een stemming over de procedure de tekst in de praktijk tot de prullenbak veroordeelde. Het is nu wachten op de volgende president om iets te doen aan het al jaren aanslepende probleem van de illegale immigratie in de Verenigde Staten. Elke dag komen duizenden havelozen uit het Zuiden de grens over op zoek naar een beter leven in het rijke Noorden. Ze werken in de horeca, als huispersoneel, in de bouw en in de landbouw. Er zijn nu al zo een 12 miljoen illegalen - meer dan de bevolking van België - en als er niets gebeurt komen er de komende tien jaar nog eens minstens 8 miljoen bij: een leger van 20 miljoen anonieme werkmieren in de schaduw van een welvarende samenleving.
De grote verliezer in het immigratiedebat is president Bush, die van een hervorming van de immigratiewetgeving zijn binnenlands politiek agendapunt nummer één had gemaakt. Bush groeide op met een Mexicaanse dienstmeid die hij als zijn nanny en tweede moeder beschouwde. Als gouverneur van Texas leerde hij de immigratieproblematiek van dichtbij kennen en hij legde er ontelbare persoonlijke contacten met Mexicanen en immigranten. Het moet voor de president een bijzonder bittere pil zijn dat zijn conservatieve achterban hem nu voor de tweede keer op een cruciaal moment in de ruig schiet. De eerste keer was toen de conservatieven de benoeming blokkeerden van Harriet Miers, zijn keuze voor het Hoog Gerechtshof. Bush heeft tot het allerlaatste moment zijn Republikeinse partijgenoten in de Senaat met telefoontjes bestookt om het immigratiecompromis te redden. Het heeft niet mogen baten. Het presidentsschap van George W Bush loopt ten einde zonder de grote binnenlandse politieke hervormingen waar hij van had gedroomd: geen hervorming van het pensioenstelsel (Social Security) geen baanbrekende nieuwe immigratiewet.
Ook de Democratische meerderheid in het Congres moet na dit debacle met een wrange smaak in de mond achterblijven. De Democraten hebben nog maar eens bewezen dat ze ondanks hun verkiezingsoverwinning in november vorig jaar niet in staat zijn tot wezenlijke politieke actie. Ze haalden bakzeil toen ze probeerden een tijdschema op te leggen voor de terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Irak en op het veto van de president botsten. Nu moeten ze vaststellen hoe de verdeeldheid in eigen rangen een moeizaam bereikt compromis hielp kelderen. Senator Edward Kennedy had zijn enorme prestige en politieke gewicht in de weegschaal gelegd maar dat kon niet opwegen tegen de angst van conservatieve democraten voor de reactie van de kiezer in hunstaat.
Wellicht de grootste verliezers zijn de illegale immigranten zelf die nu de weg naar regularisering voor lange tijd afgesloten zien. Het compromis maakte die weg niet gemakkelijk en legde zware financiële en andere voorwaarden op aan legalisering. De Mexicaanse kindermeiden, de Hondurese tomatenplukkers, de Salvadoraanse bouwvakkers en tuinliedenhouden de Amerikaanse economie draaiende en zorgen voor lage prijzen voor de welstellende consument. Velen leven al jaren in de Verenigde Staten en hebben een gezin met kinderen die hier geboren zijn en dus de Amerikaanse nationaliteit hebben. De deportaties die gezinnen uit elkaar rukken zijn de laatste jaren en maanden strijk en zet geworden en zullen, nu de voorstanders van repressie hun zin hebben gekregen, ongetwijfeld nog toenemen. De tegenstanders van elke vorm van regularisering zijn vaak dezelfden die graag de mond vol hebben over “gezinswaarden.” Zij hebben tienduizenden gezinnen veroordeeld tot vele jaren leven in de schaduw en de angst voor deportatie.