Saturday, February 11, 2006

REQUIEM VOOR NEW ORLEANS

We zullen alles doen wat nodig is en we zullen blijven zolang het nodig is om de mensen van New Orleans te helpen hun wijken en hun leven weer op te bouwen. Zo klonk de belofte van president G W Bush toen hij vanuit het historische centrum van New Orleans de Amerikaanse bevolking toesprak. Het volk – en de president – waren nog in schoktoestand na de catastrofe die New Orleans ei zo na van de kaart had geveegd en na de ronduit beschamende vertoning van onmacht en onkunde die de federale en lokale autoriteiten voor en na de ramp aan de dag hadden gelegd. Dat was op 15 september.

Bijna dag op dag vier maanden later liet burgemeester Ray Nagin van New Orleans in zijn plannen kijken. Daaruit blijkt dat de Big Easy nooit meer de stad wordt die hij ooit was. De bewoners van de lager gelegen delen krijgen vier maanden tot een jaar om aan te tonen dat hun wijk weer leefbaar zal zijn en dus weer moet worden opgebouwd. Zo niet zullen de bulldozers uitrukken om het puin te verwijderen en plaats te maken voor parkeerplaatsen en groen. Ondanks de belofte van Bush is er geen geld om de stad weer helemaal op te bouwen.

Het is geen toeval dat de laagst gelegen en kwetsbaarste wijken vooral worden bewoond door armen en zwarten. Die mensen zijn nu over de vijf windstreken in heel het land verspreid en het is niet duidelijk hoe ze moeten aantonen dat hun huis het waard is heropgebouwd te worden. Ze wonen al sinds de ramp in Houston, Washington, New York, tot in Alaska toe en meestal hebben ze niet de middelen en de ervaring om comités op te richten of gezamenlijke actie te ondernemen.

De inwoners uit onder andere Saint Bernard Parish en de Lower Ninth Ward, arme wijken die door de overstroming praktisch van de kaart zijn geveegd, zijn woedend. Zij moeten bewijzen dat voldoende mensen willen terugkeren, maar de vluchtelingen die elders een nieuw leven aan het opbouwen zijn willen pas terugkeren als ze zekerheid hebben dat de dijken hersteld en verstevigd zullen worden – wat in het beste geval alleen zal gebeuren als ze terugkeren. Een vicieuze cirkel ontstaan uit gebrek aan middelen of bewust gecreëerd door een politieke en zakelijke elite die al lang van een grote schoonmaak droomt.

Want New Orleans is niet allen jazz, de French Quarter en Cajun food – het is ook een plek waar corruptie welig tiert en waar armoede, drugs en misdaad hand in hand gaan.
De Republikeinse volksvertegenwoordiger Richard Baker zei kort na de ramp tegen de Wall Street Journal: De wijken van New Orleans zijn eindelijk schoongemaakt. Wat wij niet konden heeft God voor elkaar gebracht. En ook de Democratische burgemeester Nagin – een steenrijke zwarte zakenman – zag de positieve kanten van Katrina: Voor het eerst is onze stad bevrijd van drugs en misdaad – zei hij - en we zijn vast van plan dat zo te houden.

Veel armere bewoners van New Orleans zijn ervan overtuigd dat de overstroming niet alleen het werk was van de natuur maar dat de dijken die hun wijken beschermen (en die al lager waren dan de andere) werden gebombardeerd om de hoger gelegen stadsdelen te redden. Voor die complottheorie bestaat geen flard van bewijs, maar de oudere bewoners herinneren zich nog duidelijk de overstromingsramp van 1926. Toen trad de Mississipi buiten haar oevers en toen werden de dijken inderdaad gedynamiteerd om de betere – en blanke – buurten te redden. Het waren dezelfde wijken als nu die toen bewust onder water werden gezet: Saint Bernard Parish en delen van de Lower Ninth Ward. Wie zal het de bewoners kwalijk nemen dat ze parallellen trekken met het verleden?


Johan Depoortere
Washington 13 jan. 06