Monday, January 16, 2006

THE GODFATHER

In de kaskraker The Gotfather 2 uit 1974 viert de mafialeider zijn 67e verjaardag. Hij snijdt een taart aan in de vorm van het eiland Cuba en verdeelt de stukken onder zijn zonen en familieleden: Franky krijgt de prostitutie, Tonio de goktenten, een andere de drugs en zo gaat het door tot de Godfather bij wijze van conclusie mijmert hoe goed het is een land te leven waar de regering het privébezit respecteert.

Het schandaal dat Washington dezer dagen wakker houdt zal velen ongetwijfeld deze beroemde scène in herinnering brengen. Jack Abramoff, de superlobbyist, liet congresleden en leidende figuren van de Republikeinse Partij uit zijn hand eten en ging er prat op dat hij aan de juiste touwtjes kon trekken om de poppen te laten dansen. Jack Abramoff had zelf ook iets met The Godfather. Zijn vrienden vertellen hoe hij de Marlon-Brando- Corleone perfect kon imiteren . In het gezelschap van vertrouwelingen speelde hij graag de scène na waar een corrupte politicus de mafiabaas komt bedelen om een percentje van de gokwinsten. Het antwoord was: “Mijnheer de Senator ik zeg het u maar meteen. Mijn bod is: niets!”

Zijn ster rees als een comeet in het universum van de Washingtonlobbyisten. Surfend op de golf die de republikeinen na veertig jaar weer het Huis en de Senaat liet veroveren had hij een netwerk van contacten uitgebouwd in de hoogste kringen van de politieke macht. Hij “verkocht” zijn politieke invloed onder andere aan de Indianenreservaten die riante inkomsten uit casino’s halen en hij deelde baantjes uit aan familieleden van bevriende congreleden. Zijn val was even spectaculair. Binnenkort moet hij voor de rechter verschijnen op beschuldiging van belastingsontduiking fraude en actieve corruptie. De lobbyist heeft op een aantal punten schuldig gepleit en dat bezorgt heel wat van zijn vroegere gunstelingen slapeloze nachten. Want het betekent dat Abramoff bereid is te “zingen”en hoe harder hij zingt hoe meer congresleden mee in de afgrond dreigen te worden gesleurd. Liefdadigheidsorganisaties varen er wel bij want de politici vallen over elkaar om het geld dat ze van Abramoff hebben gekregen terug te sturen of voor caritatieve doelen over te schrijven. President Bush gaaf het voorbeeld door 6000 dollar campagnegeld dat hij van Abramoff had gekregen over te schrijven op de rekening van de American Heart Association.

Voor één toppoliticus betekent het Abramoffschandaal hoogstwaarschijnlijk nu al het einde van een veelbelovende carrière. Tom De Lay, de Republikein uit Texas was tot vorig jaar meerderheidsleider in het Huis maar moest ontslag nemen omdat hij terecht staat in een zaak van witwassen van illegale campagnebijdragen. Maar die beschuldigingen verzinken in het niets als de openbare aanklager kan bewijzen dat de gunsten die hij van Abramoff heeft gekregen betaalde met wetegevend werk ten voordele van Abramoffs klanten – onder andere dus de Indianen. De Lay, die ook een goede vriend is van president Bush is niet de eerste de beste in de Republikeinse partij. Hij zorgde ervoor dat het traditioneel Democratische Texas naar de Republikeinen ging ook al moest hij daarvoor de kiesdistricten laten hertekenen op een manier die hij ook al binnenkort voor de rechtbank zal moeten verdedigen.
Maar De Lay staat vooral bekend als een formidabele fondsenverzamelaar voor politieke campagnes. Zijn bijnaam is niet voor niets The Hammer – hij hamerde op kapitaalkrachtige politieke sympathisanten in tot ze met het chequeboek voor de dag kwamen. Veel Republikeinse kandidaat congresleden waren op De Lay aangewezen om hun campagnes mee te financieren.

De Democraten zien in de Abramoff affaire het bewijs zien van hun stelling dat de regering Bush in een “cultuur van corruptie” baadt maar ook sommige Democratische Congresleden hebben boter op het hoofd en geld van Abramoff op hun bankrekening. Voor de Amerikaanse kiezer ziet het er naar uit dat de cultuur van corruptie heel Washington heeft aangetast.