Sunday, March 11, 2007

STUFF HAPPENS

Geen koe is in Amerika zo heilig als het militaire instituut. Het staat op menige bumpersticker te lezen We support our Troops. Opperbevelhebber George W Bush – die tijdens de Vietnamoorlog veilig in de Nationale Garde diende om aan het front te ontsnappen – heeft voortdurend de mond vol over Amerika’s dapperste zonen en dochters.

Maar de steun aan die dappere Amerikanen lijkt op te houden zo gauw ze fysiek en psychisch verminkt uit de oorlog terugkomen. De politieke wereld staat nu op stelten naar aanleiding van een artikelenreeks in de Washington Post over de behandeling van gewonde veteranen in Walter Reed, het prestigieuze militaire hospitaal in Washington. Niet de medische verzorging zelf is het probleem – Walter Reed staat aan de top van de militaire chirurgie en medische spitstechnologie - maar de nazorg van de patiënten blijkt een hoop ellende..

ph2007022001832.jpgEen voormalig hotel waar de de veteranen vaak maanden na hun ontslag uit Walter Reed moeten verblijven lijkt wat leefomstandigheden betreft recht uit de Derde Wereld te komen: schimmel op de muren, gaten in het plafonE, ratten en kkerlakken.

Erger dan de materiële omstandigheden zijn de problemen met een falende bureaucratie: medische dossiers raken onderweg verloren, computerfiles verdwijnen, militairen die al weken of maanden in het hotel verblijven moeten bewijzen dat ze bestaan enz enz

Twee jaar geleden al kaartte de website Salon de misstanden aan maar de legertop wuifde de problemen toen weg. De nieuwe defensieminister Robert Gates reageert nu geschokt op de onthullingen en hij liet meteen koppen rollen. Het hoofd van Walter Reed moest ontslag nemen, de onderminister voor het landleger volgde een paar dagen later. Maar daar houdt het ongetwijfeld niet bij op. Het probleem blijkt veel verder te gaan dan de schimmel op de muren. De Washington Post en andere media worden sinds de publicatie van de artikelenreeks overspoeld met mails en telefoons waarin veteranen hun beklag doen over de behandeling die ze krijgen in hun speciale ziekenhuizen over heel het land verspreid

De Veterans’ Administration (VA) is een machtige instelling die de ziekenhuizen en de sociale diensten ten voordele van de veteranen uit de huidige en voorbije oorlogen beheert. Maar als we de verhalen van de veteranen mogen geloven is de VA vaak meer vijand dan bondgenoot. Na het trauma van de bomexplosie en de lange revalidatie wacht de militaire slachtoffers vaak een nieuwe lijdensweg. Ze moeten bewijzen dat hun verwondingen of psychische letsels door hun dienst aan het front veroorzaakt zijn en niet van vóór hun diensttijd dateren. De VA lijkt overigens elke dollarcent in tweeën te bijten als het erop aan komt de hoogte van het invalidenpensioen te bepalen. Het bedrag dat invaliden uitgekeerd krijgen volstaat vaak niet om aan de meest elementaire levensbehoeften te voldoen en het hoeft dan ook niet te verbazen dat alcohol- en drugsverslaging schering en inslag zijn onder de veteranen – vaak met geweld en zelfmoord tot gevolg.

De problemen bij de VA zijn voor een deel te verklaren door de enorme toevloed aan oorlogsgewonden uit Irak. Tijdens de Vietnamoorlog werden voor elke gedode militair 2 gewonden geteld. In Irak zijn er voor elke gesneuvelde 16 gewonden. Dat de overlevingskansen in Irak zoveel hoger liggen heeft te maken met de aard van het conflict maar ook met de vooruitgang in de medische geneeskunde en technologie en de betere lichaamsbescherming. Maar de regering Bush heeft zelf ook meer dan een steentje bijgedragen om van de VA een puinhoop te maken.

En hier begint het verhaal opvallende parallellen te vertonen met eerdere miskleunen als de hulpverlening na de orkaan Katrina en het rampzalige militaire avontuur in Irak zelf. Stuff happens waren de beroemde woorden van de voormalige defensieminster Donald Rumsfeld toen plunderaars in Irak kort na de Amerikaanse invasie alles wat niet te heet en te zwaar was meesleepten uit onder andere musea en ministeries. Het was het begin van de totale ineenstorting van de Iraakse staat.

Ook nu weer worden de problemen in eerste instantie onder het tapijt geveegd of geminimaliseerd. Vorige week nog zei de nieuwe baas van Walter Reed dat het best wel meeviel met de verkrotting in het verblijf van de ex-patiënten. Een grondige schoonmaakbeurt en een laagje verf moest journalisten en bezoekers overtuigen dat de zaak grondig werd aangepakt.

You did a helluva job, Brownie zei president Bush tegen Michael Brown, het hoofd van het Departement Rampenbestrijding, toen de orkaan Katrina New Orleans had verwoest en de hulpverlening jammerlijk had gefaald. Brown was een politieke benoeming, de man had van rampenbestrijding absoluut geen kaas gegeten maar hij dankte zijn job aan zijn inzet voor het verkiezingscomité van de president. De storm van kritiek op de klungelachtige aanpak van Brown en het Departement Rampenbestrijding werd zo sterk dat Bush hem een paar dagen na het schouderklopje verplicht zag te ontslaan.

Er lijkt een nieuwe Brownie te zijn opgestaan. De huidige directeur van de VA, Jim Nicholson was in een vorig leven voorzitter het Republikeinse Nationaal Comité – zoveel als partijvoorzitter. Toen Bob Woodruff, de journalist van ABC die zelf zwaar gewond werd in Irak hem vroeg waarom er slechts 23000 gewonde veteranen op een totaal van 205000 in de statistieken van de VA vermeld worden antwoordde Nicholson dat velen alleen maar komen voor tandverzorging.

Helluva job, Jimmy!

Keith Olbermann over Walter Reed.

No comments: