Over de Amerikaanse oorlog in Irak moet intussen een kleine bibliotheek zijn volgeschreven. Journalistieke werken van kritisch (The Assassins' Gate van New Yorker reporter George Packer) tot ronduit vernietigend (The Greatest Story Ever Sold van New York Times columnist Frank Rich), en veel veel meer. Maar ronduit hallucinant is het verslag van Washington Post journalist Rajiv Chandrasekaran over het Amerikaanse bewind onder ambassadeur Paul Jerry Bremer, in het eerste jaar van de bezetting. Imperial Life in the Emerald City is het verhaal van het dagelijks leven in de Groene Zone, de omwalde versterkte burcht in Bagdad waar de vice-koning zich met zijn staf had teruggetrokken en waar hij, in zijn bureau met airconditioning, het nieuwe democratische Irak op de tekentafel legde.
Bremer deelde de droom van de neocons en het Bush-Cheney Witte Huis om van Irak een democratisch model en een lichtend voorbeeld voor de regio te maken. Niet gehinderd door kennis van het terrein en de realiteit buiten de versterkte muren van de Groene Zone, nam Bremer een aantal vergaande besluiten die een heel stuk verklaren van de huidige desastreuze situatie in het land. Eén ervan was de ontbinding van het Irakese leger waardoor hij met één pennentrek twee tot driehonderdduizend voormalige soldaten en officieren in de armen van de opstandelingen dreef. Met het de-Baathificatiebesluit maakte Bremer vijftigduizend ambtenaren, onderwijzers, leraren, technici en fabrieksdirecteuren werkloos. Het gevolg was dat bijvoorbeeld in sommige scholen in Soenni-gebieden maar één enkele onderwijzer voor de hele school overbleef.
Bremers' regering. de PCA (Provisional Coalition Authority), draaide op een bureaucratie van meestal jonge krachten die, pas afgestudeerd en op zoek naar avontuur, in Bagdad waren terecht gekomen. Een 21-jarige kreeg de opdracht de Beurs van Bagdad uit de as te laten verrijzen. Een jonge advocaat met enige ervaring in schadeclaims na auto-ongelukken kreeg de opdracht een nieuw verkeersreglement op papier te zetten. Hij bepaalde dat de bestuurder te allen tijde het stuur met beide handen moet vasthouden. De voorlopige minister van Gezondheid zag het als zijn prioriteit een antirookcampagne te lanceren in een land waar de doorsnee volwassene een groter risico loopt in een zelfmoordaanslag om te komen dan aan longkanker te sterven. De campagne werd geleid door een stiekeme roker.
De begrotingschef van Bremer vroeg tien kantoorjongens om administratieve taken te vervullen. Hij kreeg onder andere de dochter van een bekende neoconservatieve commentator, een afgestudeerde van een evangelische universiteit en de parlementaire medewerker van de ultraconservatieve Republikein Rik Santorum. Geen had enige financiële ervaring maar zes van hen kregen een budget van 13 miljard dollar te beheren. Ze waren - zoals de meeste functionarissen van de voorlopige regering - geselecteerd op hun politieke betrouwbaarheid. Conservatieve geloofsbrieven wogen vele keren zwaarder dan expertise of ervaring. Twee stafmedewerkers verklaarden aan Chandrasekaran dat hun in het sollicitatiegesprek gevraagd werd wat ze vonden van Roe v Wade, de basis van de abortuswetgeving in de Verenigde Staten, en of ze voor George W Bush hadden gestemd. De meesten hadden hun job gekregen na een telefoontje van een bevriend Republikeins Congreslid aan een zekere James O'Beirne, de liaison tussen het Pentagon en het Witte Huis.
Minder bekend is dat Bremer de opdracht had niet alleen democratie maar ook een vrije- marktsysteem naar neoliberaal model in te voeren in een land dat decennialang een centraal geleide staatseconomie had gekend. De neoconservatieven zagen de economische hervorming van Irak als een integraal onderdeel van de Amerikaanse missie om het land te herscheppen in een klein Amerika. De man die werd uitgekozen om deze gigantische taak te volbrengen was Peter McPherson, de rector van Michigan State University. Het plan was om de hele Irakese staatseconomie in één keer te privatiseren. Een Amerikaans consulting bedrijf dat daarbij moest helpen, kreeg zonder openbare aanbesteding een contract ter waarde van meer dan 300 miljoen dollar in de schoot geworpen. Toen kort na de bevrijding het grootschalige plunderen begon zag McPherson dat als een goede zaak: door staatseigendommen te stelen zorgden de plunderaars ervoor dat de Amerikaanse planners met een schone lei konden beginnen. De buschauffeurs begonnen hun busroutes voor eigen rekening te rijden en duizenden gestolen politieauto’s vonden een nieuw bestaan als privé-taxis.
De privatisering werd een flop maar McPherson was niet te stoppen in zijn droom om van Irak een kapitalistisch Utopia in het Midden-Oosten te maken. Hij zag het als zijn prioriteit om het belastingsstelsel te hervormen en naar het voorbeeld van de regering Bush te snijden in de topbelastingen. De hoogste schaal werd van 45 tot 15 percent flat tax teruggebracht. Dat de meeste Irakezen hun belastingbrief gewoon in de vuilnisbak gooien was een zorg voor later. McPhersons neoconservatieve ijver mocht niet baten: hij werd vervangen door een nog betrouwbaarder politieke bondgenoot: een grote Republikeinse geldschieter die samen met George W Bush op de schoolbanken had gezeten.
De bewoners van de Groene Zone, Amerikanen en enkele Irakezen, leefden in een zeepbel. Halliburton, de voormalige firma van vice-president Cheney, zorgde voor catering, transport, recreatie en nog veel meer. Het eten werd bereid en opgediend door tientallen Pakistanen en Indiërs - Irakezen werden geweerd omdat die het voedsel hadden kunnen vergiftigen. De Irakezen die voor de Amerikanen werkten - secretaressen, vertalers, chauffeurs, werden naarmate het verzet tegen de bezetting toenam en gewelddadiger werd meer en meer gewantrouwd en gemarginaliseerd. Maar ondanks een aantal bloedige aanslagen - één die onder andere de VN-gezant Sergio de Melho het leven kostte - was het in de Groene Zone relatief veilig. De situatie is er niet op verbeterd: eerder deze week kregen alle Amerikaanse bewoners van de Groene Zone verbod op straat te komen zonder helm en kogelvrij vest.
No comments:
Post a Comment