Anderhalf jaar ben ik nu correspondent in Amerika. Ik heb een groot deel van het land afgereisd: van Texas tot New Hampshire, van Florida tot California. Maar ik ben er nog niet achter gekomen waar het echte Amerika zich nu bevindt. Ik herinner me de beschaafde vriendelijke Bostonians die in de verkiezingscampagne twee jaar geleden als de dood waren voor een tweede overwinning van George W Bush: dat echtpaar dat met uitgesproken nostalgie terugdacht aan de jaren toen ze in Zwitserland woonden , of de advocate die er ernstig over dacht te emigreren liever dan nog eens vier jaar leven onder Bush.,
Zijn zij de echte Amerikanen of zijn het de Minutemen die ik in Arizona tegenkwam: de privé milities die de Mexicaans Amerikaanse grens bewaken en patrouilleren op zoek naar de illegalen die bij bosjes de grens oversteken. Die ene García – zoals zijn naam verraadt zelf van Mexicaans afkomst - die katholieker wil zijn dan de paus en die in alle ernst beweert dat Mexico plannen heeft voor een invasie met de bedoeling alle blanke Amerikanen weer naar Europa te jagen. Of moet ik tot de conclusie komen dat ik het diepe Amerika vond in Denver, waar een bevlogen tapijtenverkoper het als zijn roeping in het leven ziet de jeugd op te voeden in het creationisme en daarom rondleidingen organiseert in de plaatselijke zoo. Tijgers hebben geen klauwen om andere dieren te doden, zo doceert hij, omdat toen God de wereld schiep er geen zonde was en dus ook geen dood.
Het diepe Amerika is een eldorado waar politici net als de producenten van frisdranken, fast food, merkkleding en wat al niet voortduren fanatiek naar op zoek zijn. De mythische average American als ideale consument, de kiezer die van campagne tot campagne onvermoeid het hof wordt gemaakt. Geen makkelijke opdracht want kan er een groter verschil bestaan dan dat tussen de street kid uit Harlem en de red neck uit Midland, Texas, tussen het overweldigende Manhattan en het dodelijk saaie Santa Maria waar de halve wereld vorig jaar neerstreek voor het Michael Jackson proces?
In zijn bestseller What’s the Matter with Kansas beschrijft Frank Rich zijn home state – Kansas dus – als het prototype van het Diepe Amerika - de staat waar het gemiddeld zijn verheven is tot absolute deugd en waar gewoon zijn een handelsmerk is geworden. In Kansas wordt je verondersteld al de deugden te vinden die Amerika Amerikaans en dus groots maken. De Kansan heet ongecompliceerd te zijn, gelovig, praktisch, conservatief en natuurlijk Republikeins. Rechtse Amerikanen zijn wild over Kansas. Ann Coulter, de extreem rechtse columniste die elke dag op zijn minst één liberal tussen de boterham neemt zei extatisch tegen een interviewer: Het is mijn favoriete plek in de hele wereld. En om het verschil met het zondige – en liberale - New York duidelijk te maken voegde ze eraan toe dat ze liever had gezien dat Timothy McVeigh in plaats van een overheidsgebouw in Oklahama de redactielokalen van de New York Times had opgeblazen. Nee het was niet als grap bedoeld.
Het hoeft dus niet te verbazen dat rechts Amerika Kansas opvrijt en tot rolmodel van de Red State promoveert. Het rare is dat datzelfde Kansas niet langer dan een halve eeuw geleden het prototype was van alles wat links was in Amerika. In Kansas kregen de meeste bizarre vormen van utopisch socialisme, vrije liefde en extreem prohibitionisme voet aan de grond. Dat rechts erin is geslaagd datzelfde Kansas stevig in het reactionaire kamp te verankeren getuigt van de radicale conservatieve revolutie in het diepe Amerika.
Johan Depoortere
No comments:
Post a Comment